Hoofdstuk 61
Yuna
‘Er zit beneden geen raam. Dus als je snel bent kun je een stuk het bos in zonder dat iemand het ziet’ leg ik uit.
‘En dan?’ vraagt Aiden die blijft doorvragen.
Hier niet ver vandaan is een mensen dorp’ zeg ik hopend dat hij de hint begrijpt.
‘Denk je dat dat een goed idee is?’ vraagt hij langzaam.
‘Het is de enige manier, als je gaat als het nacht is en als iedereen slaapt kan niemand het doorhebben’ zeg ik terwijl ik naar zijn rode ogen kijk.
Aiden knikt een keer en kijkt nog een keer naar beneden.
‘Weet je zeker dat het lukt?’ vraag ik nog een keer voor de zekerheid.
‘Zeker weten’ bevestigt hij nog een keer terwijl hij naar het bed loopt en zich erop laat zakken.
Na een half uur uit het raam te hebben gekeken word ik geroepen voor het eten. Ik roep terug dat ik eraan kom en langzaam kom ik in beweging.
Ik loop de trap af en ga langzaam aan tafel zitten waar iedereen al zit te wachten.
Veel wordt er niet gesproken totdat mijn vader een keer zijn keel schraapt.
‘Wanneer gaat die bloedzuiger weg’ bromt hij terwijl hij weer begint te eten.
Mijn moeder laat geïrriteerd haar vork los en kijkt vader boos aan. Jammer genoeg trekt hij zich er niks van aan en kijkt me aan omdat ik nog niet geantwoord heb.
Ik zoek naar een antwoord maar kan die eigenlijk niet vinden.
‘Ik hoop dat Aiden’s wonden morgen of overmorgen zo goed als helemaal beter zijn’ zeg ik langzaam.
Vader knikt een keer. ‘Hoe eerder hoe beter’ mompelt hij en begint weer met eten.
‘Waar gaat hij dan eigenlijk heen?’ vraagt vader na een tijdje.
Dat is een vraag waar zelf ik geen antwoord op weet. Ik geloof dat hij dat zelf niet eens weet.
‘Ik weet het niet’ fluister ik terwijl ik naar mijn bord kijk.
Vader mompelt wat waar ik niks van kan maken. Verder blijft het vooral stil.
Als we klaar zijn met eten help ik moeder met het opruimen van de tafel.
Dan loop ik naar de stallen om even bij de draken te kijken en natuurlijk ook even bij Midnight die tevreden voor zich uitkijkt als ik hem even borstel en tegen hem aan het praten ben. Ook de draken staan er goed bij en na een uurtje loop ik weer naar boven.
Voorzichtig doe ik de deur open en loop ik met een grote boog om Aiden heen, die me dankbaar aankijkt. Ik ga aan het tafeltje zitten.
‘Naur mist je volgens mij’ zeg ik na een tijdje.
‘Dan ga ik daar vannacht ook wel even langs’ zegt Aiden met wat moeite.
Ik knik een keer en draai me om zodat ik hem aankijk.
‘Doe je wel voorzichtig, en stil?’ vraag ik bezorgt.
‘Doe ik toch altijd’ zegt hij met een grijns.
‘Ow ja, dat is waar, je hebt nooit geen wonden of zo je bent altijd zo voorzichtig’ zeg ik sarcastisch met een lach.
‘Ik beloof voorzichtig te zijn en dat ik snel weer terug ben’ zegt hij nogmaals.
Langzaam gaan de uren voorbij en ik voel mijn ogen dichtvallen nadat ik mijn hoofd op het tafeltje heb gelegd. Hoelang ik heb liggen slapen weet ik niet maar na een tijdje krijg ik het koud en zie ik dat het raam open staat. Ik draai me om naar het bed en zie dat Aiden er niet is. Ik sta voorzichtig op en doe het raam een stukje dicht zodat het niet nog kouder word. Ook pak ik een deken uit een van de lades van mijn kast en sla die om me heen.
Als ik weer op de stoel zit zakken mijn ogen weer dicht.
Reageer (2)
(: ik vind het leuk dat je zo veel schrijft
1 decennium geledenmaar ligt het aan mij of valt yuna aan het begin wel érg vaak flauw?Dit verhaal is geweldig gewoon.
1 decennium geleden