Chapter 37
Daar zat ik dan, helemaal alleen in de kamer. En pijnlijk gevoel van binnen kwam meteen opzetten. Danny was boos op me. Dat was het enige wat er door mijn hoofd heen spookte. Waarom snapte hij niet gewoon dat ik om hem gaf? En dat ik hem wou helpen? Dat hoorde ik voor hem te doen, zo voelde het voor mij. Ik wou gewoon iets goeds terug doen voor het gene wat hij voor mij had gedaan. Ik liet me wegvallen diep in mijn gedachten. Ik moest hier een oplossing voor vinden. Ik wist het! ik ging gewoon werken. Als Danny aan mij zou vragen waarom zou ik gewoon niet vertellen dat dit geld voor hem was. misschien moest ik dan nu niet meteen zoeken, anders zou hij mij nooit geloven ik wist ondertussen al wel hoe Danny in elkaar zat. “Danny?” ik liep de trap af. Ik kreeg geen antwoord. Ik had geen idee waar Danny kon zitten. Opeens stond Jan voor mijn neus. Ik had hem niet zien of horen aankomen dus ik schrok nogal. Jan merkte op dat ik van hem schrok en grijnsde. “Zo eng ben ik nou ook weer niet, meisje.” Met zijn handpalm aaide hij over mijn wang heen. Ik begon meteen weer te rillen van angst. Ik vertrouwde hem niet, niet meer. Maar ik mocht het niet laten weten aan Danny. Het liefste zou ik samen met Danny wegvluchten,op zoek naar een huisje voor ons samen waar we ons hele leven konden delen. Maar dat zou nooit kunnen. Danny en ik waren beide daarvoor nog te jongen we waren niet samen, nog niet officieel. Nog niemand van ons had elkaar gevraagd. Misschien moest ik dat wel doen, snel als ik hem gevonden had en hij niet meer boos was. “Heb je Danny gezien?” Vroeg ik aan Jan om snel van hem af te zijn. Jan wees naar buiten en wandelde weer voorbij. Hij keek me nog een keer aan voordat hij de deur omsloeg. Ik bleef erbij, het was echt een enge vent. Beter gezegd een griezel! Ik wou geen ruzie met Danny. Zo vlug als ik kon rende ik een weg uit het huis om Danny buiten te zoeken. “Danny!” opnieuw kreeg ik geen antwoord. Het meer schoot me te binnen. Misschien kon hij daar wel zijn. Altijd als Danny boos was, of wou nadenken zat hij bij het meer. Dat kalmeerde hem zei hij altijd tegen mij. Ik was er nog nooit geweest, ik had hem ook nog nooit gezien. Danny had me wel verteld waar die ongeveer zou liggen, in heb bos. Ik moest en zou hem vinden. Ik aarzelde snel nog toen ik alle bomen zag. Ik was nog nooit in dit bos geweest. maar een stemmetje in mijn hoofd fluisterde me toe dat ik hem wel zou vinden en dat ik met hem zou moeten praten. Ik moest hem vinden. Dit keer zonder aarzelen stapte ik het over bedekte bos in. Op zoek naar Danny.
Reageer (2)
SNEL VERDER <3
1 decennium geledenhopelijk komt het goed:O
ze moeten het goed maken:O
1 decennium geledensnel verderr^^
xxx