21. Narama

Hand in hand liepen Myra en ik de slaapzaal binnen. Alle eerste jaars keken bewonderend rond, wat ook wel logisch was. Het was een enorme ruimte, dat leek op een grot, met een meer aan de rechter kant, een gewoon stuk grot daar naast, daar weer naast waren er allemaal openhaarten, en wat kampvuurtjes, en helemaal links was een trap, die zo te zien naar een open stuk grot leide. Ondanks dat het een grot was, en het rechts voor een deel onder water stond, was het er niet vochtig, of te koud. "dit is de slaapzaal voor elke leerling van school. Iedereen mag slapen waar hij of zij wil, maar de verste kant is voor de meisjes, en de kant waar we nu staan is voor de jongens." Vertelde een man met een streng uitziende baard en snor. En bril. En ogen. Nouja, eigenlijk leek alles aan hem streng. "dus de afdelingen mogen gemengt slapen." Glimlacht een vrouw die van de trap naar beneden is "geroetsjt" "zoek maar een mooi plekje uit. De bedden waar al dingen opliggen zijn al bezet" ik trek Myra mee naar de overkant, en ren naar een plaatje op redelijke afstand van het water. "hier?" Vraag ik. Ik kan Myra niet eens verstaan, omdat die sletterige, onder make-up bedolve Amanda gilt. "aah een spin! Bescherm me!' Ze rend naar een blonde jongen toe die "toevallig" heel knap en sexy is, en ze valt hem om zijn nek. "dat heet nou zeewier schat" zeg ik sarcastisch. De blonde jongen zegt: "ze is niet jou schat, ze is van mij, he, babe?" En hij knijpt in haar kont. "ieuw, blijf van me af!" Roept ze dramatisch. "hé, ben je nou een hoer, of niet?" Roep ik naar haar. Ik draai me om naar Myra, en zeg kalm: "waar gaan we slapen?"