Hoofdstuk 11
“Hé Dirk”zeg ik als ik zijn kantoor binnenloop. “Hé Aim. Hoe gaat het met je?” “Ik ben moe. Ik heb vannacht zo slecht geslapen.” “Hoezo?” “Ik droomde over iets wat ik heb meegemaakt.” “Goed of slecht?” “Slecht. Maar hier is mijn artikel.” Ik geef Dirk mijn uitwerkingen van elk interview. “Dank je, maar je bent nog niet klaar.” “Hoe bedoel je? Ik moest vier mensen interviewen en dat heb ik gedaan.” “Ja klopt alleen heb ik een vijfde persoon gevonden.” “Moet ik die ook interviewen?” “Ja.” “Oké”zeg ik met een zucht. “Wat is het adres dan doe ik het vandaag gelijk, dan ben ik daar ook weer van af.” “Uhm, je kan het vandaag niet doen?” “Waarom niet?” “Je moet naar Engeland.” “Wat! Engeland?” “Ja. Je vliegt morgen naar Engeland. Naar Londen om precies te zijn.” “Londen? Wie moet ik interviewen dan?” “Ik heb geen naam gehoord. Ik weet alleen dat het een jonge man is en bij jou op school heeft gezeten.” “En ik ken hem?” “Ik denk het wel. Hij is vijfentwintig.” “Ja, dan ken ik hem waarschijnlijk wel. Hoelang blijf ik eigenlijk in Engeland?” “Een week.” “Mag ik iemand meenemen?” “Nee, sorry.” “Oké. Is het goed als ik nu naar huis ga om mijn spullen te pakken?” “Ja natuurlijk.” “Oké. Dank je Dirk.” “Geen dank.” “Tot over een week dan.” “Ja tot over een week. Doeg.” “Dag.” Ik loop Dirk’s kantoor uit en pak mijn spullen uit mijn eigen kantoor. Daarna ga ik naar mijn auto en rijd naar huis.
“Wat ben jij vroeg thuis”zegt Ilja, die op de bank zit. “Ja. Ik moet mijn koffer pakken.” “Koffer? Ga je weg?” “Ja ik moet voor mijn werk naar Engeland.” “Engeland? Je artikel is toch al af?” “Dat dacht ik ook maar Dirk vertelde me vandaag dat ik nog één iemand moet interviewen en die woont ik Engeland.” “Zo toe maar. Nu ga je ook nog reizen. Ga je alleen?” “Ja. Ik mag niemand meenemen.” “Ah. Nu ben ik alleen thuis. Hoelang ga je weg?” “Een week.” “Een week! Dat ga ik nooit alleen overleven.” “Je kan toch vragen of iemand hier naartoe komt.” “Wie?” “Bruno.” Ilja kijkt weg en ik zie dat ze bloost. Ze vindt hem wel leuk. “Hij kan je gezelschap houden.” “Ja dat kan wel. Zou ik hem bellen?” “Ja. Bel nu gelijk.” “Oké.” Ilja staat op van de bank en pakt de telefoon. Ze loopt naar de keuken en ik hoor haar praten. Ik loop naar boven om alvast wat spullen in te pakken. Ik haal mijn koffer uit mijn kast en begin alvast wat kleren klaar te leggen. Ik zie mijn mobiel op mijn bureau liggen. Ik moet misschien even mijn zus bellen om te zeggen dat ik een weekje weg ben. Ik pak mijn mobiel en bel haar op. “Hallo met Gwen”hoor ik aan de andere kant van de lijn. “Hé zussie.” “Oh hé Aim. Wat is er?” “Ik wilde even laten weten dat ik een week naar Engeland ga voor mijn werk.” “Wat leuk! Wil je iets voor me meenemen uit Engeland?” “Als ik tijd heb dan haal ik iets voor je.” “Je bent een schat.” “Dank je. Hoe gaat het met de bruiloft?” “Goed hoor. Ik ben al bezig met mijn bruidsjurk en met een jurkje voor jou.” “Echt! Ik ben echt benieuwd.” “Hij wordt super mooi.” “Alles wat jij maakt is super mooi.” “Ach, dank je zussie.” Ik lach even. “Ik moet ophangen. Ik moet mijn koffer nog pakken voor morgen.” “Oké. Ik spreek je nog wel. Kom je na Engeland nog even langs dan is je jurkje af en kan je hem passen.” “Ja zal ik doen. Doeg.” “Dag” Ik hang op en gooi mijn mobiel op bed. Ik heb zo veel zin in de bruiloft van Gwen. Het wordt gewoon geweldig. Ik laat me op bed vallen en sluit me ogen. Als ik aan de bruiloft denk, verschijnt er gelijk een grote glimlach op mijn gezicht. Dan komt Ilja opeens mijn kamer ingestormd. “Aimee! Bruno blijft hier een week slapen!” “Echt”zeg ik met een glimlach en sta op van mijn bed. “Wat leuk!” “Ja hè.” “Beloof me wel één ding. Geen dingen op mijn kamer doen.” “Aimee, ik zou niet durven.” “Gelukkig maar.” “Moet ik je helpen met inpakken?” “Graag.” “Oké.” Ilja duikt al mijn kast in en gooit al van alles naar me toe. “Stop dat in je koffer. Dat moet je meenemen.” “Oké.” Ik raap de dingen op die ze heeft gegooid en stop ze in mijn koffer. Als Ilja me helpt is mijn koffer binnen vijf minuten gepakt.
Er zijn nog geen reacties.