Foto bij Chapter 5.2 - Tear

Ik weet het, ik weet het, lang geleden! Ik heb- wel- ik zou wel allerlei smoesjes willen gaan vertellen, maar dat zijn er zoveel dat ik niet weet waar ik moet beginnen. Het enige dat ik kan zeggen is: bedank Padme Amidala maar voor het feit dat ik weer verder ben gegaan- niet dat jullie haar kennen, MAAR BOEIEND ^.^
En ja, ik faal met mijn liefdesdrama. Wen er maar aan, want het wordt nog veel erger ^.^

Toen ze bij de hutten kwam, hoorde ze stemmen. Zachte, mompelende stemmen. Hoewel ze niet wist waarom, dwong haar instinct haar om langzamer te lopen. Zachter. Als een spook over het krakende hout...
"Toeval bestaat niet, hm?" Een vrouwenstem. Ze herkende hem niet.
Vreemd. Er was geen andere vrouw aan boord dan zij... Toch?
"Ik weet het, An. Het is ongelooflijk. Ik ben zo blij je weer te zien...."
Een tinteling kroop door haar lichaam. Ivar. Dat was overduidelijk Ivar. En hij klonk zo blij....
"Ik ook, livard. Ik heb je gemist..."
Livard?! Dat was wel een héél slecht woordgrapje. En het betekende niet veel goeds.
Een zucht. Van wie? En toen wat geschuifel. Het onbehagelijke gevoel groeide, breidde zich uit. Wat gebeurde daar?
Heel zachtjes sloop ze dichterbij, luisterde. Het sleutelgat, daar kon ze misschien door kijken. Ze zocht het kleine gaatje, vond het en gluurde erdoorheen.
Het eerste dat ze zag was een vrouw. Ze stond praktisch recht voor haar, een aantal meters van de deur af. De uitdrukking op haar gezicht was... Verwachtingsvol...
Toen zag ze Ivar, of tenminste, voor een deel. Doodstil stond hij tegenover de vrouw. Zijn gezicht was vanaf hier niet te zien.
"An" liep op hem af, haar hoofd lichtjes naar voren gebogen, alsof ze niet kon wachten tot ze hem had bereikt. Dichterbij. Veel te dichtbij.
"Je wilt niet wéten hoeveel ik je heb gemist," fluisterde ze.
Op het moment dat hun lippen elkaar bijna raakten, kon ze het niet meer aanzien. Met een schreeuw gooide ze de deur open en stormde naar binnen.
"Verrader!" schreeuwde ze.
Ivar keek haar verschrikt aan. "Marin...!"
"Jij... Jij..." Ze kon niet uit haar woorden komen en keek daarom maar woedend naar de vrouw, die geschrokken terugkeek. Ze had lang, pikzwart haar, nog steiler dan het hare, en lichtgrijze ogen.
"Marin, dit is niet wat het l-"
"Het zal wel." Opeens had ze er genoeg van. Op één dag had ze gevochten, Jack van een wisse dood gered, al had ze geen idee waarom, vervolgens gedanst met diezelfde Jack, een flashback gehad en nu dit weer. Tranen prikten achter haar ogen maar ze ging niet huilen, niet voor hem. Het was genoeg.
Gewoon genoeg.
Ivar praatte nog steeds op haar in. Het drong niet tot haar door. Genoeg. Genoeg. Ge-
"GENOEG!" schreeuwde ze.

Jack zat alleen op het dek en vroeg zich af wat er zonet in vredesnaam gebeurd was.
Wat had hij verkeerd gedaan? Oké, eigenlijk wist hij wel wat hij verkeerd had gedaan. Maar dan hoefde ze toch niet meteen... Tja... Wat eigenlijk? Flauw te vallen?
Jack grinnikte. Hij zou het natuurlijk als een compliment kunnen opvatten. Of juist als een belediging. Heimelijk rook hij aan zijn adem. Hm. Niet erger dan gewoonlijk.
Hij dacht weer aan de blik in haar ogen. Dat was beslist geen afschuw geweest, oh nee. Integendeel. Alles was perfect gegaan, totdat.... Dat.
Hij zuchtte maar weer eens. Misschien moest hij gewoon geduld hebben. Zelfs voor zoiets simpels als een dansje...
Een dansje. Ja hoor. Wie probeerde hij nou eigenlijk voor de gek te houden?
De muziek en het spel konden hem niet meer boeien. Slechts enkele minuten geleden had hij nog met een schoonheid gedanst, even mysterieus als onbereikbaar. Nu was ze weg, en het was hoogstwaarschijnlijk zijn schuld.
Plots voelde hij zich ontzettend moe. Geruisloos stond hij op en liep langzaam naar zijn kajuit.
Toen hij er bijna was, verscheurde een geluid zijn wazige, verlangende gedachten.
Het klonk als een schreeuw, vol pijn en wanhoop. Dan een geluid alsof er iets met veel geweld tegen een muur gesmeten werd. Daarna stilte.
Jack week van zijn koers en liep in de richting van het geluid. Marin's hut. Daar kwam het vandaan. Marin... Wat was er gebeurd?
Hij begon te rennen en hield vlak voor de deur halt. Binnen was het stil. Té stil.
"Marin?" fluisterde Jack aarzelend.
Een zacht geluid, als het geruis van een deken. Verder bleef het stil.
Misschien had hij het zich verbeeld. Of misschien had ze gewoon haar teen gestoten en wilde ze nu rustig slapen. Ze zou het hem niet in dank afnemen als hij nu naar binnen zou gaan.

Jack ging naar binnen.

Reageer (1)

  • MarijeR

    Ah wat een leuk verhaal, verder <3

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen