-007-
Als we eindelijk klaar zijn met flikvlooien, kijkt Sammie ons met open mond aan. “Hoe lang zijn we bezig geweest?” Vraag ik blozend. “Zo’n…” Ze kijkt op haar horloge. “Twee minuten.” Zegt ze. “Zozo…” Zeg ik lachend. Louis kijkt me niet begrijpend aan. “You were sucking each others faces off.” Zegt Sammie lachend. Louis glimlacht en kijkt blozend naar beneden. “Is er nog wat over van je gezicht?” Zegt Sammie spottend en schatert het uit. Ik kijk haar nep-boos aan. We horen een ringtone. Onbekend voor ons, dus we kijken tegelijk Louis aan. Ik kijk op zijn mobiel mee. ‘Harry’ staat er op het schermpje. Louis zucht. Hij kijkt me aan, er staan tranen in zijn ogen. “Pick it up.” Zeg ik zacht. Louis neemt op en zet hem op luidspreker. “Louis, I’m sorry, I’m so sorry. I don’t know why management did that and I don’t know why I didn’t say something. I’m already looking for you all day, please tell me where you are. I’m so, so sorry Louis!” Harry ratelde maar door en je kon horen dat hij had gehuild. Er kwam een luide snik van Louis af. Oh nee, niet weer. “Louis?” Vraagt Harry bezorgt. Ik sla een arm om Louis heen. “I- I’m not mad at you…” Zegt Louis huilend. Je hoort Harry opgelucht zuchten aan de andere kant van de lijn. “Louis, please tell me where you are…” Zegt Harry. “St. George Street 5.” Antwoord Louis. “I’m on my way.” Zegt Harry. Hij hangt op. 10 minuten later staat Harry voor de deur. Ik open de deur met een droevige glimlach.
Er zijn nog geen reacties.