Foto bij Engel met slagtanden

Ik werd wakker in de armen van Scot. Hij streek zachtjes een verdwaalde lok haar uit mijn gezicht en drukte een kusje op mijn voor hoofd.
'Hoe laat is het?' Vroeg ik toen we een tijdje zo hadden gelegen.
'Zo'n half twaalf. Je broer heeft al een paar keer gebeld met de vraag of ik wist waar je was.' Hij grijnsde.
'Hij gaat je vermoorden,' zei ik zachtjes. Zijn grijns werd breder en ik schudde mijn hoofd.
'Je bent gek,' zuchtte ik.
'Jou gek,' fluisterde hij hij zwoel in mijn oor voordat hij zachtjes zijn lippen in mijn hals neer plante. Mijn maag verstoorde het moment door het geluid van een stervende walvis te produceren. Scot grinnikte en trok me het bed uit. Hij kuste me kort op mijn neus en gooide me toen over zijn schouder om me zo naar beneden te dragen.
Ik keek hem boos aan, maar ik vergaf het hem meteen toen hij pannenkoeken begon te bakken.

'Dat was lekker,' mompelde Scot tevreden. Ik was allang klaar met eten, maar hij was pas net klaar met zijn twaalfde pannenkoek.
'Dat was te merken,' mompelde ik. 'Je eet meer dan ik! Drie keer zo veel zelfs!' Hij grinnikte en ruimde de tafel af. 'Wanneer gaan we je broer vertellen?' Zijn gezicht werd serieus.
'Ik weet niet,' mompelde ik aarzelend. 'Hij zal het raar vinden.'
'Omdat we elkaar pas zo kort kennen?' Vroeg Scot. Ik knikte. 'Hij zal beledigd zijn als we het hem later vertellen of wanneer hij er achter komt.'
'Maar wat zijn we nu precies?' Ik wist niet goed wat ik wilde, gelukkig begreep Scot me beter dan dat ik mezelf begreep.
'Jij bent mijn licht en ik ben jou wachter. Niets officieels, dat is nog niet nodig,' zei hij en ik knikte. Dat was wat ik wilde; hem, geen officieel gedoe. Hij liep langzaam naar me toe en trok me van mijn stoel af. Hij drukte zachtjes zijn lippen op de mijnen.
'Scot, Iza ik weet dat jullie hier zijn!' Klonk ineens de brullende stem van Paul. Hij klopte wild op de deur en ik klampte me geschrokken aan Scot vast. Hij grinnikte.
'Relax hij zal je niets aan doen,' fluisterde hij in mijn oor.
'Doe nu de deur open of ik..!' Brulde Paul.
'Paul, laat mijn deur heel ik kom er aan!' Riep Scot. Hij drukte zachtjes een kusje op mijn lippen en liep naar de deur. Ik begon zenuwachtig heen en weer te lopen en met mij handen te wringen. Vanuit de gang klonk een schreeuw en even later vloog Scot door de muur heen. Paul kwam hen achter na en ik kwam niet meer bij van het lachen. Paul had twee enorme gouden vleugels en slagtanden. Hij verplaatste zijn blik naar mij en zijn ogen smeulde van woede. Ik besefte dat ik fout zat en dat ik me niet tegen hem kon verdedigen. Hij viel me aan en de schreeuw van pijn moet door het hele bos gehoord zijn.

Reageer (1)

  • Aora

    Heb je een foto?

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen