063*
Mijn hoofd leek te draaien en er verschenen langzaam kleine zwarte vlekjes voor mijn ogen. Iedereen zat als versteend in de kamer, af te wachten tot er iets zou gebeuren. Mijn hart klopte in mijn keel en de nagels van Bill stonden diep in mijn arm gegraveerd. Boven klonk een slepend geluid over de vloer, zachtjes, maar hard genoeg om boven de storm uit te komen. De oranje vlammen, die eerst zo vrolijk dansden in het haardvuur, werden kleiner en kleiner, tot ze uiteindelijk doofden en er alleen nog maar een sliert rook vanaf kwam. De lampen flikkerden. Ik wilde mijn ogen sluiten, maar het leek alsof ik alleen nog maar gehypnotiseerd voor me uit kon kijken. Alles wat er de afgelopen dagen was gebeurd schoot door mijn hoofd, als één grote chaos. Gustav was de eerste die in beweging kwam. Voorzichtig stond hij op, zijn blik strak in de richting van de trap. Hij schoof dichter naar ons toe, en wenkte Georg, die het dichtste bij de trap zat, om naar hem toe te komen. Maar hij reageerde niet... Opnieuw wenkte Gustav. Nog steeds geen reactie. Ik wurmde me los uit de greep van Bill, en stond rustig op. Gustav keek me waarschuwend aan, maar deed niets. Ik sloop zo stil mogelijk naar Georg toe en trok aan zijn shirt. Wezenloos keek hij naar me op. De afwezige blik in zijn ogen deed me schrikken, en ik hapte even naar adem toen hij plotseling mijn arm vastpakte. IJskoud was zijn hand, en ik had het gevoel dat hij mijn arm eraf probeerde te knijpen. Met een pijnlijk en geschrokken gezicht trok ik mijn hand terug, waarbij een complete schok door Georg zijn lichaam leek te gaan, en de normale gloed in zijn ogen weer terug kwam. 'Wat...?' Stamelde hij, terwijl hij naar zijn handen keek. BAM! Opnieuw een klap boven, en Georg sprong op. Voorzichtig schuifelden we achteruit terug naar de rest. Ik zocht blindelings naar Tom, die al snel zijn armen om mijn middel heen sloeg. 'Ik wil hier weg,' piepte Bill. 'We kunnen naar de deur rennen,' fluisterde Tom hoopvol. 'Zo ver is het niet weg, dan pakken we de auto en rijden we terug naar huis.' De deur... Dan moesten we eerst langs de trap. Ik zweeg. Ik wilde net zo graag weg als de rest, maar voor geen goud zou ik langs die trap af lopen. 'We proberen het,' fluisterde Gustav. 'Bij drie... één...twee...DRIE!' Allemaal zetten we het op een lopen, richting de trap, om gelijk naar buiten te stormen. De duistere storm in... Als er niet net een hoop kabaal van de trap kwam gestort...
Hee daar ben ik weer na ongeveer 10 maanden!
Wat is quizlet ineens veranderd?!
Maar goed, zoals ik al zei hoop ik nog steeds dat er mensen zijn die dit willen lezen na al die tijd!
Reageer (2)
Ik ben er ook nog! moest wel even hoofdstuk ervoor lezen hoe het ook alweer was.
1 decennium geledenMaar nu ik het weet, herinner ik me weer dat dit zo´n amazing story is!!
Snel verder!
Ik ben er nog!! Ik ben blij dat je terug bent, ik vond deze story echt goed!
1 decennium geledenSnel verder <3