All eyes on me.
’Alles oké?’ vroeg Alice. Ik schrok op uit mijn gedachten, die nog steeds bij de mysterieuze man waren en knikte afwezig. ’We zijn er bijna,’ informeerde ze me. Aan het eind van de weg sloeg ze rechtsaf, we kwamen op een hobbelig pad uit en de auto schokte zo hard dat het leek alsof hij elk moment kon omvallen. Alice bleef het pad volgen, na een tijdje werd duidelijk dat we richting een bos of een woud reden. Er verschenen steeds meer bomen die telkens dichter bij elkaar stonden. Uiteindelijk werd het onmogelijk om verder te rijden, Alice remde bruusk af en stond geen seconde later al klaar voor de tocht door het bos. Ikzelf had echter meer moeite. Door de lange reis waren mijn benen zo stijf geworden dat ik nauwelijks kon staan, laat staan wandelen. Ook Alice merkte het op, ze fronste haar wenkbrauwen toen ze dacht ik niet keek en een flits van bezorgdheid verscheen in haar ogen. Ze plakte echter meteen een glimlach op haar gezicht en kwam naar me toe gedanst. Nadat ze de auto zorgvuldig had afgesloten, nam ze me op haar rug. Ik schrok van de kracht waarmee ze me optilde. Zo’n fragiel klein meisje kon nooit zo’n kracht bevatten, maar Alice was dan ook niet zo maar een meisje. Stiekem moest ik toegeven dat ik haar kracht benijdde, ik wou zo graag mijn eerdere kracht terug. De kracht waar iedereen mij om beneed. Ik wou terug naar de tijd dat ik een sterke, zelfstandige vampier was. Onafhankelijk van anderen. Natuurlijk was dat gevoel dubbel, onafhankelijkheid stond meestal gelijk met eenzaamheid. En nooit maar dan ook nooit zo ik ergens naartoe gaan zonder de Cullens. Niet zonder Jasper.
Verbaasd merkte ik op dat ik terug grond onder mijn voeten voelde. Ik keek zoekend om me heen en zag Alice een eindje verderop staan. Ik wankelde naar haar toe en legde mijn hand op haar schouder. Ze reageerde echter niet en bleef met glazige ogen naar een punt strak voor zich staren. ’Het is niet ver meer,’ mompelde ze. Ze keek me aan met herkenning in haar ogen.
Eer ze verder zou gaan, moest ik Alice beloven dat ik minstens een halfuur zou rusten. Ze merkte dat ik uitgeput was en dringend moest slapen. Toen ik echter op het zachte mos ging neerliggen, was ik klaar wakker. Mijn ogen scanden het bos af op zoek naar iets eigenaardig. Iets hield me in de gaten, ik voelde een blik op me branden. Een richting kon ik niet aanwijzen, het was alsof elk deel van me nauwkeurig bestudeerd werd. Een rilling gleed langs mijn ruggengraat.
Reageer (11)
whaa kheb der ng veel te gaan ^^
1 decennium geledenmaar dat zal niet erg zijn ^^
snelverder!
.x3
verder!!!
1 decennium geledenveel plezier in italië
X
verderrr!!!:D
1 decennium geledenX
veel plezier nog<3
1 decennium geledenkan niet wachten op een volgend deel:$
xoxo
veel plezier in Italië ^^
1 decennium geledenen snel verder
-x