Hoofdstuk 53
Yuna
De volgende morgen word ik wakker en voel ik dat Aiden wakker is en op wil staan zonder dat ik het merk.
‘Goeiemorgen’ mompel ik langzaam terwijl ik mijn hoofd van zijn schouder haal.
‘Goeiemorgen heb je goed geslapen?’ vraagt hij terwijl ik opsta zodat Aiden hetzelfde kan doen. Ik kijk hem aan en zie dat Aiden rode ogen heeft. Dan komt het in me op dat hij al een aantal dagen niets gedronken heeft.
‘Is er iets?’ vraagt hij als ik blijf staren.
‘Je hebt dorst, hoe heb je het de hele nacht vol kunnen houden?’ vraag ik verwonderd.
‘Je sliep al voordat ik het in de gaten had dus kon ik niet meer weg’ bekent hij.
Ik zet een stap dichterbij zodat ik voor hem sta. Tot mijn verbazing blijft Aiden staan en druk een kus op mijn lippen die ik beantwoord. Langzaam zet hij zijn lippen steeds een stukje lager richting mijn nek waardoor er een rilling over mijn rug loopt.
Na een paar tellen voel ik een pijnscheut door mijn nek lopen die langzaam verdwijnt. Voordat ik duizelig word laat Aiden me voorzichtig los en kust me nog een keer op mijn lippen.
‘Heb je zo wel genoeg?’ vraag ik langzaam. Aiden knikt een keer ‘Voorlopig wel. Dankje’ zegt hij terwijl hij wat gif op de gaatjes doet.
Als hij klaar is loop ik naar mijn paard toe, die een eind verderop staat te grazen. Als ik hem begroet heb loop ik na een tijdje weer terug en pak zelf wat te eten.
‘Waar gaan we heen?’ vraag ik nadat ik me op de grond heb laten zakken.
‘Ergens waar geen vampiers zijn’ zegt Aiden simpel. Ik knik een keer. Als ik na een tijdje Naur zie die nog lekker op het gras ligt schiet er door me heen dat Xena nog thuis is.
‘Ik moet naar huis’ zeg ik een beetje moeilijk. Aiden kijkt verbaast. ‘Waarom?’ vraagt hij.
‘Xena is nog thuis, ik laat haar niet daar’ zeg ik terwijl ik hem aankijk. Zijn gezichtsuitdrukking veranderd.
‘En hoe wil je dat gaan doen?’ vraagt hij na een tijdje.
‘Ik weet het niet. Ik kan toch moeilijk Xena midden in de nacht mee nemen en niks van mezelf laten horen?’ zucht ik.
‘En jij denkt dat als je daar bent ze je met mij mee laten gaan?’ zegt hij met een opgetrokken wenkbrauw. Ik schud mijn hoofd.
‘Misschien kunnen we ze ompraten? Je gaat toch wel met me mee hè?’ vraag ik onzeker.
‘Lijkt je dat een goed idee?’
‘Misschien is het beter, dan weten ze ook dat je geen slecht persoon bent’ leg ik uit.
Aiden is zichtbaar aan het nadenken. Het is ook wel moeilijk maar ik kan Xena niet daar laten. Ik zie haar dan nooit meer. En ook mijn ouders kan ik dat ergens niet aandoen, ze zullen dan nooit weten wat ik heb gedaan en wie die vampier is.
‘Je wil sowieso je draak terug, dus moeten we wel naar jouw thuis’ zegt hij na een tijdje. Weer knik ik. ‘Zullen we dan maar deze kant opgaan?’ vraag ik terwijl ik een kant op wijs.
Langzaam zie ik Aiden knikken. ‘Dat belooft nog wat, en ik geloof niet dat het goed is’ mompelt Aiden terwijl hij opstaat en richting Naur loopt die langzaam opstaat.
Als Aiden tegen Naur heeft gesproken schiet Naur de lucht in en vliegt de kant op die ik net aanwees. Ik pak Midnight en stap naar Aiden toe.
‘Als het goed is zijn we er overmorgen’ zeg ik terwijl ik nadenk.
‘We hebben geen haast’ zucht Aiden terwijl hij begint te lopen.
Ik schud mijn hoofd. Ik heb ook niet echt veel zin om naar huis te gaan. Ik geloof ook niet dat we er in een keer weer weg zijn.
Reageer (1)
arme Yuna, maar tis wel logisch dat ze Xena wilt halen
1 decennium geledensnel verder hoor!