Hoofdstuk 50
Aiden
De volgende dag word ik wakker van de deur die weer open en dicht slaat. Ik ga rechtop zitten en kijk de stal rond. Zo te zien is het best mooi weer buiten en dus is er een kans dat we vanavond weg kunnen.
‘Yuna! Ze hebben weer brood gehaald’ roep ik naar haar en ze word wakker.
Ik zoek de deken waar ze het brood van gisteravond in heeft gestopt en stop de rest er bij.
‘Hé, krijg ik niets meer te eten?’ vraagt ze verbaast en gaat zitten.
‘Heb je echt honger dan?’ vraag ik en kijk haar aan.
Even twijfelt ze maar schud dan toch haar hoofd. Ik lach een keer en leg dan de deken weer weg. Yuna komt naar me toe gelopen en gaat weer bij me op de grond zitten.
‘Als we dan gewoon nog even wat eten verzamelen, dan heb je genoeg voor een paar dagen’ zeg ik tegen haar.
‘Ja dat is waar. Maar wat doen we dan?’ en ze kijkt me vragend aan.
‘We moeten gewoon een plaats zoeken waar we allebei heen kunnen en genoeg eten is voor beide van ons.’
‘Ja maar nu moeten we eerst kijken wanneer we hier weg kunnen’ en ze gaat weer staan.
‘Wat dacht je van vanavond?’
‘Wil je echt vanavond al gaan?’ en ze draait zich ongelovig om.
‘Ja ik wil hier weg. Anders loopt het nog verkeerd af’ en ik kijk naar de grond.
‘Ik snap het. Maar hoe gaan we dat aanpakken?’ en ze gaat weer ergens tegen een muur zitten.
‘Naur moet hier ook nog ergens zijn. We kunnen op zijn rug weg vliegen. We gaan vanavond maar wachten tot het volledig donker is.’
‘Maar dan zie ik niets!’ roept ze half bang.
‘Weet ik. Je moet me gewoon vertrouwen dan komt het wel goed.’
‘Oké maar we weten niet waar dit luik ons heen brengt’ en ze veegt het stro weg zodat het luik zichtbaar word.
Voorzichtig begint ze er aan te trekken maar er komt geen beweging in. Ik ga naast haar staan en pak de ring vast die aan het luik zit. Zo hard ik kan trek ik er aan en hij komt een klein stukje omhoog. De pijn gaat weer door me heen en met een klap laat ik het luik vallen. Yuna schrikt er van en zet een stap opzei.
Het is nu bijna helemaal donker en Yuna loopt zenuwachtig heen en weer.
‘Hé stop alsjeblieft!’ grom ik naar haar.
‘Sorry, ik kan er niets aan doen’ en ze gaat weer naast me zitten.
‘Denk je dat we kunnen gaan?’ fluistert ze dan.
Ik zucht en ga staan. Ik loop naar het stalraampje en kijk naar buiten. Het is donker en zo te zien is er niemand meer buiten. Voor de zekerheid loop ik naar de staldeur en kijk door een kiertje of er nog iemand buiten is. Ik zucht van opluchting als ik niemand kan zien.
‘En? Kunnen we weg?’ fluistert Yuna.
‘Ja ik denk dat we wel weg kunnen’ en ik raap de stalen pijp van de grond.
Yuna pakt de deken met eten en dan lopen we naar het midden van de stal. Met haar voet veegt Yuna het stro aan de kant en met twee handen pak ik de ring weer vast.
‘Deze keer zal ik je wel helpen’ zegt Yuna en lacht naar me.
Ik knik dat het goed is en samen proberen we het luik open te maken. Deze keer gaat het gemakkelijker dan de eerste keer en al snel hebben we het luik helemaal open.
Yuna pakt de deken en geeft de stalen pijp aan me.
‘Ik ga wel voor’ zeg ik tegen haar en loop het trapje af naar beneden.
Al snel volgt Yuna me naar beneden en ik help haar bij het laatste stukje.
‘Ik zie niks!’ piept ze en knijpt in mijn hand.
‘Is niet erg. Ik zal je wel helpen. Laat me gewoon niet los dan is er niks aan de hand.’
‘Oké… is goed’ zegt ze een beetje moeilijk.
We lopen samen verder door het donker maar weten niet waar dit uit gaat komen.
Reageer (3)
Eindelijk ze zijn vrij :P
1 decennium geledenYESS
1 decennium geledenVERDER!
1 decennium geleden