Het gevecht.

Ik had mijn vader al genoeg zien vliegen, dus ik kon het al eenbeetje.
Je moe gewoon denken wat je doet en je gewicht mee verplaatsen, je kan af en yoe ook duwen om te dalen of trekken om hoger te gaan.
De waterdraak spuwde een heette lading water op ons af.
Ik trok aan de draak en we vlogen verticaal omhoog.
Ik zette mijn gewicht naar beneden en we stormden op de waterdraak af.
De klauwen van mijn draak raakte de waterdraak die bewusteloos naar beneden viel.
Maar, ik kon hem niet aan zijn lot overlaten.
Met al mijn kracht duikte ik met mijn draak naar beneden en pakte hem vast.
We lieten hem van 2 meter van de grond los.
Toen vlogen we weg.
Ik keek naar mijn draak, hij was bruin en had oranje ogen, het was een slanke drak met 2 puntige vleugels.
Hij had hele lange klauwen en een staart met een bol vol met stekels erop.
Het was een Aardedraak!
Aarde draken graven een tunnel onder de grond net als een mol, maar dan veel sneller.
daarom hebben ze scherpe klauwen nodig.
En als er een grote rots of wortel in de weg is, doen ze die kapot met hun ronde stekelige starten
ik zag mijn vader aan het werken in onze moestuintje.
Ik vloog naar beneden en zag mijn vader vol met bewondering naar me kijken.
Je hebt een draak!, en je kan die besturen?!