~Chapter 1.2~
‘’You fainted, Potter? Is Longbottom telling the truth? You actually fainted!’’
De paniek sloeg toe in de coupé, ook al zei Professor Lupin dat alles goed zou komen. Harry zag bleek, was helemaal klam van het zweet en bewoog na een kwartier nog steeds niet. Hoe kon de Professor van hen verwachten dat ze rustig zouden worden?
‘Wat was dat, Professor?’ vroeg Hermione. Louise vroeg zich af hoe ze zich dáár nou druk om kon maken. Maar aan de andere kant, ze vroeg zich zelf ook af wat dat was.
‘Dat was een Dementor. Een bewaker uit Azkaban. Ze waren op zoek naar Sirius Black,’ legde Professor Lupin uit. Een Dementor… Wat een verschrikkelijk eng wezen.
‘Wanneer word Harry wakker?’ flapte Ginny er bezorgd uit.
‘Hij kan elk moment wakker worden. Als ik er niet was geweest, had het veel erger af kunnen lopen…’
Er klonk gekreun uit Harry’s mond en langzaam opende hij zijn ogen. Versuft keek hij om zich heen.
‘Wat is er gebeurd?’ vroeg hij meteen. Louise gaf hem zijn bril aan. ‘Wat was dat… ding?’
‘Een Dementor. Bewaker uit Azkaban. Eet dit; dat helpt,’ zei Professor Lupin, terwijl hij Harry een stuk chocolade aangaf. De anderen in de coupé kregen ook iets. Niemand at ervan. Harry deed zijn best om overeind te komen, en af en toe liepen er nog rillingen over zijn rug.
‘Hoe voel je je?’
‘Wat gebeurde er met je?’
‘Is alles weer goed?’
De vragen werden op hem afgevuurd en hij keek angstig om zich heen.
‘Laat hem nu maar even,’ zei Professor Lupin, ‘en eet wat chocolade. Ik heb het niet vergiftigd, hoor.’ Hij grijnsde flauwtjes en zei; ‘Ik ga even met de machinist praten. Eet nou maar.’ En met die woorden verliet hij de coupé. Het was even stil, maar toen barstte het geklets los.
‘Wat een eng ding, hè?’ riep Ron, terwijl hij hongerig het stuk chocolade in zijn mond stopte.
‘Ja, zeg dat wel,’ antwoordde Neville, die zijn stuk op de grond liet vallen.
Er werd nog druk gepraat over de Dementor, totdat de trein stopte, en ze nu dan toch eindelijk op Hogwarts aan waren gekomen.
Neville, Ginny, Harry, Ron, Hermione en Louise stapten uit de trein en gingen regelrecht naar een koets. Zoals altijd ging die vanzelf vooruit. De reis duurde niet erg lang, en zodra Louise het kasteel zag, kreeg ze weer een warm gevoel vanbinnen; dit was haar échte thuis. Dit was waar ze zich het allerfijnst voelde. De koets stopte met rijden en ze stapten uit. Vrolijk liep Louise met de rest naar binnen, maar haar goede gevoel verdween als sneeuw voor de zon toen ze zich realiseerde dat ze nu aan tafel moest gaan zitten bij Draco, Crabbe en Goyle. Gelukkig had ze Blaise Zabini nog, en misschien was Pansy Parkinson ook in een aardige bui. Ze mompelde een afscheid tegen Harry en Ron, en liep naar de Slytherin tafel, waar ze Pansy en Blaise aantrof. Ze zag Tracey Davis, een meisje met bruin haar en een bril, Astoria Greengrass, een meisje met donkerbruin haar, die nooit leek te lachen, Millicent Bulstrode, een nogal… ‘gezet’ meisje dat altijd nors voor zich uitkeek, en Theodore Nott, een jongen met kort bruin haar en een lelijk gebit. De Slytherins uit haar jaar. Terwijl ze richting Blaise liep, kwam ze langs Draco, Crabbe en Goyle, die naar Harry zaten te schreeuwen. Natuurlijk. ‘Ben je flauwgevallen, Potter? Is het waar, wat Longbottom zegt? Ben je echt flauwgevallen?’ lachte hij. In haar voorbijgaan sloeg Louise Draco tegen zijn achterhoofd, waardoor hij een verontwaardigde gil slaakte.
‘Hou je mond, Malfoy,’ siste ze, en ze negeerde zijn woedende blik. Ze nam plaats tussen Blaise en Pansy in, en wachtte op de Sorteerceremonie.
‘Hey Carty,’ zei Blaise, en hij glimlachte even naar haar, waarna hij weer arrogant om zich heen keek. Dat vond ze zo speciaal aan hun vriendschap; hoe arrogant en gemeen hij ook kon doen, ze kon het allemaal van hem hebben, omdat hij altijd aardig tegen haar bleef.
‘Hoi Zabini…’ mompelde ze tegen hem. Ze was niet echt in de stemming om te glimlachen.
‘Leuke vakantie gehad?’ vroeg hij, in een poging het gesprek op gang te houden.
‘Zeker, jij ook?’
‘Ja hoor.’ En daarmee viel het gesprek stil. Maar gelukkig stond Professor Dumbledore, het schoolhoofd, op dat moment op en begon aan zijn gebruikelijke toespraak.
‘Welkom terug, iedereen!’ zei hij, met een vriendelijk gebaar naar de kinderen. ‘Ten eerste wil ik even een nieuwe leraar aankondigen; Professor Lupin, hij zal de baan van Defence Against the Dark Arts leraar op zich nemen.’ Iedereen, waaronder vooral Harry, Ron, Hermione, Ginny, Neville en Louise, klapte. Professor Snape, het afdelingshoofd van Slytherin, keek chagrijniger dan ooit. Iedereen wist dat Professor Snape die baan maar al te graag wilde hebben.
‘En dan, nog een nieuwe leraar. Professor Kettleburn, onze leraar Care of Magical Creatures, heeft besloten met pensioen te gaan. In zijn plaats zal Rubeus Hagrid nu les geven.’ Nu werd het applaus in de Great Hall nóg luider. Aan de Slytherin tafel bleef het een beetje stil, maar de rest van de zaal klapte zijn handen bont en blauw.
‘Dan nu het minder leuke nieuws. Zoals de meesten van jullie al weten, is Sirius Black ontsnapt uit Azkaban. Daarom zullen Dementors te vinden zijn bij elke ingang van Hogwarts. Voor jullie eigen veiligheid. Maar onthoud; licht kan gevonden worden in de meest duistere tijden, als er maar één het licht aan weet te doen.’
Dat vond Louise de raarste toespraak ooit. En ze was niet de enige; tijdens de avondmaaltijd had iedereen aan tafel het erover. Nu lag Louise in haar bed in de meiden slaapzaal, terwijl Pansy en Astoria nog druk lagen te kletsen over Draco. Louise wist maar al te goed hoe verliefd die twee op hem waren, ook al zeiden ze dat niet luid en duidelijk. Maar zijzelf kon hem nog steeds niet uitstaan. Hoe zijn kille, grijze ogen haar altijd bekeken, hoe zijn dunne, bleke lippen haar altijd ‘Mudblood’ noemden. Hoe zijn spitse kin altijd arrogant omhoog stond. Bij hem was dat heel anders dan bij Blaise. Hij meende het echt, hij was echt gemeen, en vooral tegen haar. Blaise was meer een lolbroek, als ze onder hun twee waren. Tussen de andere mensen was hij gewoon een mannelijke bitch.
‘… keek naar me!’ kirde Astoria en Louise draaide met haar ogen. Met wat voor mensen ging ze in hemelsnaam om? Was ze maar een Gryffindor geworden… Dan had ze misschien wel bij Hermione gezeten, maar dan hoefde ze dit gedoe over Draco niet aan te horen. Maar aan de andere kant; dan had ze ook niet zo’n goede band met Blaise. Het enige nadeel was dat hij ook bevriend was met Draco. Maar omdat hij wist dat Louise hem niet uit kon staan en vice versa, praatte hij daar nooit echt over. Dat vond ze ook zo fijn aan hem. Met het gefluister over Draco op de achtergrond, viel Louise in slaap.
De eerste lessen waren zoals altijd de leukste, en samen met Blaise waren de andere lessen van vakken die ze haatte, zoals History of Magic, toch nog aangenaam. Stomme opmerkingen die hij maakte, tekeningetjes die hij liet bewegen, verschillende geuren en kleuren die hij uit zijn toverstok liet komen… Op een gegeven moment lachte Louise zó hard dat er geen enkel geluid meer uit haar keel kwam en de tranen over haar wangen rolden. Professor Binns stopte zijn verhaal even om naar haar te kijken, maar hoe meer ze haar lach probeerde in te houden, hoe harder ze moest lachen.
‘Juffrouw Carty, ik denk dat het ’t beste is als u even het klaslokaal verlaat,’ zei de Professor geërgerd, en ze knikte en verliet hikkend van het lachen het lokaal. Op de gang was alles echter minder grappig. Nu ze Blaise’s quasi-onschuldige blik niet meer kon zien, viel er ook niets meer te lachen. Toch wachtte ze tot de les was afgelopen en Blaise met haar tas het lokaal uitkwam. Het lachen begon meteen weer, waardoor het even duurde voordat ze naar hun volgende les konden gaan; Care of Magical Creatures. Gegeven door Hagrid. Louise vond Hagrid altijd al erg aardig, hoewel hun opvattingen over ‘onschuldige beessies’ nogal verschilden. Blaise en Louise liepen over het gras, achter de Gryffindors en andere Slytherins aan. Hagrid was in het begin nogal zenuwachtig, met name door wat bij de hand te opmerkingen van Draco, maar de rest verliep geweldig. De leerlingen maakten kennis met Buckbeak, een mooie Hippogriff, en Harry mocht zelfs op hem rijden. En nu mochten de leerlingen zelf contact zoeken met de andere Hippogriffs. Louise deed haar best om de procedure te onthouden; eerst buigen, boog hij terug, dan mocht je hem aaien. Boog hij niet terug, dan moest je rennen. Gelukkig boog die van Louise wel terug, en terwijl ze liefkozend op zijn snavel klopte, hoorde ze een gil die door merg en been ging; Malfoy.
Reageer (1)
Verder!
1 decennium geleden