Hoofdstuk 27
Ze draaide zich om en ik maakt eeen slag beweging met mijn arm. Er kwam een dunne streep maanlicht uit. Ze sprong opzij, maar ik raakt enet haar rok en het maanlicht sneed er dwars doorheen. Ze keek van haar rok naar mij en op haar gezicht was voor het eerst angst te vinden.
'Ik snap nu wat je bedoeld. Alleen heb ik een onuitputtelijke bron, want ik sta immers in het maanlicht.' Ik liet not een streep scherp maanlicht ontsnappen en hij iste haar net. Ik moest wel wat beter gaan mikken. Snel keek ik naar Thomas en zag zijn pijn, verbazing, angst en zorgen. Ik probeerde hem gerust te stellen met mijn ogen, maar ik werd afgeleid. Valissa had de aanval geopend. Dit was mijn doel geweest. Ze stuurde een zweep van vuur op me af en ik sloeg hem weg met maanlicht. Ze kneep haar ogen samen. Het ergerde haar dat ze een tegenstander had die zich kon verweren. Ze sloeg nu met twee handen en er kwamen twee zwepen op me af. Ik sprong een stukje opzij om daarna gelijk weer in het maanlicht te gaan staan. Er kwam een bol van vuur op me af deze keer en ik sloeg hem in stukjes waarna ik messcherpe splinters maanlicht haar kant op liet gaan. Ondertussen hoopte ik dat ze niet te snel op het idee kwam om Thomas iets aan te doen, want ik had me net bedacht dat ik die zonder bescherming achter haar liet zitten. Ik probeerde niet naar hem te kijken om haar op ideeen te brengen, en het lukte aardig goed. Toch probeerde ik haar bij hem weg te krijgen. In de ruimte stonden niet zo veel spullen dus ik liet haar de hele ruimte door gaan, zonder te dicht bij dingen te komen waarachter ze zich kon verstoppen. Haar aanvallen werden feller, sneller achter elkaar. Een van haar vuurzwepen raakte me en ik kon een schreeuw net onderdrukken. Dus dit was wat Thomas de hele tijd had moeten ondergaan. Het maakte mijn woede alleen nog maar groter. Ik spande een muur voor me van licht die ik een paar seconden in stand hield toen ze meerdere vuurballen op me af schoot. Achter mij was het gordijn al in de fik gevlogen. Ik begon moe te worden en ik merkte nog niet dat haar kracht minder werd. Toen een tweede vuurtong me raakte lachte ze.
'Kun je het niet meer volhouden meisje? Het vraagt veel van je hoor, vechten met de maan. Het maakt je ijskoud.' Ik keek haar woedend aan en liet stralen en splinters elkaar opvolgen. Ik had haar al een paar keer geraakt, maar ze had geen kik gegeven. Vanuit mijn ooghoek zag ik een beweging. Ik keek en dat was net wat ik niet had moeten doen. Thomas bewoog naar het mes toe dat ik had laten vallen. Valissa volgde mijn blik en ik zag haar uitdrukking veranderen. Met drie stappen was ze bij hem.
'En wat doe je nu? Val je me nu nog steeds aan? De kans dat je hem raakt is vrij groot hoor.' Ik zag haar handen opgloeien vlak voordat Thomas begon te schreeuwen.
'Zeg haar maar dat ze uit het maanlicht moet komen en het moet opgeven.'
'Alice.. niet doen. Aaaagh!'
'Zeg het!' Zijn schreeuw had het laatste stukje woede in mij losgemaakt dat ervoor had gezorgd dat ik telkens voorzichtigere stappen had gemaakt. Ik liet het maanlicht in mij stromen en liep haar kant op.
'Laat hem los..'
'Of anders. Je staat niet meer in het maanlicht meisje. Zoveel kun je niet doen.' Ik gaf een zwaai met mijn arm en in plaats van dat er een streep uit kwam, had ik nu een soort zweep in mijn hand. Ik zei niet ik sloeg alleen naar haar benen. Ze gaf een ijselijke gil en viel op de grond. Haar rok kleurde rood. Thomas stond voorzichtig op en pakte het mes dat naast hem lag. Hij keek mij aan.
'Doe jij het maar. Ik denk niet dat ik dat nu nog aan kan.' Ik draaide me om.
'Dit is voor wat je mij, mijn familie en de rest van deze wereld hebt aangedaan.' Toen hoorde ik hoe het mes in haar lichaam gleed. Ik keek om me heen. Ik had een ravage aangericht. De gordijnen en nog een aantal andere zaken in de ruimte stonden in brand, alles was verder kapot en de muren waren zwartgeblakerd of er waren stukken uit geslagen.
'Alice.. we moeten hier weg.'
Ik knikte en Thomas liep weg om mijn boog te pakken. Ik nam een stap naar de deur en zakte in elkaar. Ik was op. Thomas kwam naar me toe gerend.
'Alice! Gaat het?'
'Jawel. Laat mij nou gewoon even. Ik wil niet meer.'
'Kom op.. je hoeft maar een verdieping lager.'
'Nee.. Thomas, ik kan niet meer.' Hij kuste zachtjes mijn lippen.
'Jij kunt altijd nog.' Hij sloeg zijn arm om me heen en hielp me naar buiten. We kwamen niemand tegen. Hij bracht me naar een kamer met een hemelbed met donzen dekens. Ik ging liggen en sliep.
Ik werd wakker van het zonlicht in mijn ogen. Kreunend draaide ik me om. Ik voelde gelijk een hand op mijn hoofd.
'Alice.. ben je wakker? Hoe gaat het?'
'Nee.' Ik stopte mijn hoofd in het kussen. Ik hoorde gegrinnik naast me. 'Je bent wel wakker, dus heb je er problemen mee dat ik naast je kom liggen?'
Ik deed mijn ogen open en keek in het gezicht van Thomas. 'Oh..'
'Wat is er?'
'Ik dacht dat ik een deel van gisteren in elk geval gedroomd had..'
'Nee.' Hij veegde een paar haren uit mijn gezicht. 'Valissa is dood. Ze hebben gisteren de kamer geblust en haar weggehaald. Ik heb de vlag naar beneden gehaald en vanochtend stonden de overige rebellen hier voor de poort. Ze zijn bezorgd om je. Je bent zomaar vertrokken zeggen ze.'
'Dat klopt.' Ik had geen zin in praten en trok hem naar me toe. Ik kuste hem voorzichtig en toen hij reageerde dwingender.
'Doe je wel voorzichtig?' Ik keek naar zijn arm.
'Doet het veel pijn?'
'Het gaat. Het zal wel een litteken worden.' Ik dacht aan de magie die ik gister van de maan had gekregen of genomen. Misschien was er nog wel wat van over. Voorzichtig legde ik mijn handen op zijn arm.
'Wat doe je?'
'Rustig nou maar.' Ik concentreerde me en voelde mijn handen tintelen. Het licht verspreidde zich langs de wond en hij werd kleiner.
'Hoe deed je dat?'
'Dat weet ik niet, maar ik heb er Liam ook mee geholpen.' Ik deed zijn shirt omhoog. Op zijn borst zaten meerdere wonden. 'Ik weet niet hoeveel ik hier aan kan doen..'
Hij glimlachte 'Het hoeft niet.'
Ik legde mijn handen er weer op en er kwam weer een zwak schijnsel samen met een tinteling. Ik hield het ongeveer een minuur vol, maar je kon zien dat het scheelde. De wonden waren minder rood, en de randen waren naar elkaar toe gegroeid. Hij kuste me 'Dankje.'
Ik glimlachte en kuste hem terug. Voorzichtig duwde hij me op mijn rug. Zijn lippen onderzochten mijn hals en gingen weer terug naar mijn mond. De kussen werden dwingender en ik liet mijn handen onder zijn shirt glijden. Hij trok zich terug.
'Dit is nu misschien niet zo'n goed idee.'
'Waarom niet..' pruilde ik
'Omdat er verschillende mensen staan te popelen om je te zien en omdat er vanalles geregeld moet worden. Een andere keer.'
'Terug naar de echte wereld..' Ik kwam mopperend overeind.
'Liam en Ron leken niet zo blij om me te zien. Vertrouwen ze me wel?'
'Je hebt me verraden weet je nog? Ze hebben het je niet vergeven.' Het bleef stil en ik keek op. 'Ze gaan je wel weer vertrouwen.'
Hij sloeg zijn armen om me heen. 'Klaar om het hele verhaal nog tienduizend keer te vertellen?'
'Soort van.'
Hij glimlacht en kuste me. 'Als je me nog zo'n zoen geeft, dan kan ik er tegen.' Hij lachte nog eens en kuste me weer.
Reageer (3)
Niceee! Snel verder!!<3
1 decennium geledenjeeej valissa is dood(hoera)
1 decennium geledensnel verder!!!!!
Ze zijn zo schattig samen(A)
1 decennium geledenIk ben blij dat Valissa dood is!