Hoofdstuk 9
Ik had mijn ouders al verteld dat ik vrijdag in Leeuwarden zou zijn, bij Cambuur. Toen ik dat zei moesten ze heel erg lachen. Alsof ik naar een voetbalwedstrijd zou gaan. Maar ja, dat doe ik dus wel. Vandaag is het zelfs zo ver. Voor de wedstrijd als Derk moet warmlopen en zo ga ik eerst even naar mijn ouders, Yorick gaat mee naar de wedstrijd. Na de wedstrijd komen mijn ouders nog even bij het stadion om Yorick op te halen. Misschien dat ik nog even wat kan drinken bij mijn ouders, maar ja, dat ligt allemaal aan Derk.
Hij haalt me als het goed is om drie uur op. Het is nu nog maar één uur en ik ben al helemaal klaar. Marlous had me net nog gebeld, om moed in te spreken, of zo. Niet dat ik dat nodig heb, ik vind het steeds minder spannend om met Derk af te spreken. Ik het vind het steeds leuker en ik merk dat ik echt verliefd begin te worden. Ineens weet ik wat ik ga doen, ik ga eens even op internet kijken naar zijn voetbalclub. Misschien kan ik dan vanavond bij de wedstrijd ook nog een beetje slim doen.
Al snel kom ik op de Wikipedia-pagina van RKC Waalwijk. Oké, hier word ik nou ook niet veel wijzer van. Ik scroll wat naar beneden en zie daar de spelerslijst staan. Derk staat er ook bij. Wow, hij is aanklikbaar. Heeft hij nou echt een eigen Wikipedia? Ik klik er op, oeh, leuke foto. Dit is veel boeiender om te lezen. Hé, hij heeft bij Ajax gespeeld, in de jeugd. Voor de rest staat er eigenlijk niet zo veel, ja, alleen dat hij nu bij RKC speelt en veel doelpunten maakt. Ach, waarom bekijk ik dit eigenlijk? Het kan me totaal niet boeien. Ik sluit de pagina af en ga even naar Facebook. Op Facebook is ook nooit iets interessants te vinden, iedereen vermeldt totaal niet leuke dingen over hun leven. Nou ja, dan ga ik wel even leren.
Ik schrik als mijn telefoon afgaat. Derk belt, oh kut, het is al drie uur geweest. Ik doe snel mijn laptop dicht en neem op terwijl ik mijn tas en jas pak.
”Hé, ben je klaar?” vraagt Derk. Ik trek de deur dicht en loop naar beneden.
“Ja, sorry, ik kom er nu aan!” zeg ik terwijl ik bijna van de trap val omdat ik niet oplet.
“Oké, tot zo,” zegt hij.
Ik hang op en concentreer me weer op de treden. Ik ben enigszins buiten adem als ik beneden ben, oké, niet te erg hijgen, dat is ook zo dom. Ik kijk op mijn telefoon hoe laat het is en schrik als ik zie dat ik berichtjes had van Derk. Ik lees ze snel.
Ik ben er hoor. Een paar minuten later kreeg ik er nog een.
Slaap je soms? Haha. Ohhh sukkel die ik ben. Nou ja, ik ben in ieder geval goed met school bezig geweest.
Ik doe de deur naar buiten open en zie Derk staan, ik krijg gelijk een kleur.
“Sorry, ik was aan het leren,” zeg ik een beetje beschaamd. Derk lacht.
“Maakt niet uit, gelukkig is mijn auto warm,” antwoordt hij. Oh, ik voel me echt lullig nu.
“Het maakt wel uit,” mompel ik terwijl ik naar de auto loop.
“Nee, kan gebeuren,” reageert hij. Hij doet de deur voor me open en lacht lief. Dan stapt hij ook in.
“Zin in?” vraagt hij. Raar genoeg heb ik er zin in, ja.
“Ja, eigenlijk wel.”
“Mooi zo,” zegt hij. We rijden Tilburg uit en komen op de grote weg, deze auto rijdt zo heerlijk.
“Misschien zien we straks de bus wel, als het goed is rijdt die hier nu ook ergens,” zegt hij dan.
“Is het niet erg dat je niet meegaat met de bus?” vraag ik.
“Nou, het is niet gebruikelijk. Maar het mocht, ik dacht dat ik het jou maar niet aan moest doen om je mee te nemen in de bus.” Ik denk even na, in de bus met al die voetballers, zou dat leuk zijn? Ik geef denk ik wel de voorkeur om met Derk mee te rijden.
“Nee, dit lijkt me beter.” De reis gaat best snel, onderweg zijn we inderdaad de spelersbus tegengekomen. Best cool, zo’n bus. Als we vlakbij Leeuwarden zijn zie ik de stadionlichten al branden, ja toevallig genoeg wist ik wel dat er een stadion was.
“Dus, hier ben jij opgegroeid?” vraagt Derk als we door Leeuwarden rijden.
“Ja, vlakbij het stadion zelfs.”
“Oh oké… Moet ik je eerst bij je ouders brengen? Ik moet zo namelijk gelijk weg,” zegt hij.
“Ja, doe maar,” antwoord ik. Ik vertel hem de weg, ook al is het bijna naast het stadion.
“Ik zie je niet meer voor de wedstrijd, denk ik. Veel plezier bij je ouders en tot later,” zegt hij als we voor mijn huis staan.
“Succes!” Hij buigt naar me toe en geeft me een kus op mijn wang. Oké, waarom op mijn wang? Ik wil hem zoenen maar ik durf het niet.
“Tot later,” mompel ik terwijl ik de auto uitstap. Ik zwaai als hij wegrijdt en ga dan via onze achterdeur naar binnen.
“Hé Gaya!” roept Yorick enthousiast.
“Hoooi!” zeg ik vrolijk. Ook mijn ouders begroeten me.
“Wil je eten?” vraagt mijn moeder dan, die blijkbaar net het eten heeft gemaakt.
“Graag,” zeg ik. Ik ga zitten aan tafel en al snel krijg ik een heel verhoor over de voetbalwedstrijd. Later gaat dat verhoor over Derk. Of het mijn vriend is. Daar weet ik het antwoord zelf ook niet zo goed op. Het is officieel nog niet mijn vriend, maar we hebben wel wat, toch? Ik neem aan dat hij niet met andere meisjes gaat. Misschien doet hij dat wel? Misschien vindt hij me wel helemaal niet leuk? Oh shit, hier had ik echt nog niet over nagedacht. Net nu ik hem zo leuk begin te vinden. Als mijn ouders klaar zijn met vragen stellen merkt Yorick op dat we moeten gaan, hij, in tegenstelling tot mij, is wel helemaal gek van voetbal. Hij was ook behoorlijk onder de indruk van dat Derk bij RKC speelt.
“Ja, jullie moeten gaan, wat voor plekken heb je eigenlijk?” vraagt mijn moeder aan mij.
“Oh, weet ik niet. Derk had mooie plekjes geregeld zei hij, ik moest niet via de normale ingang maar via een andere, weet het niet precies.”
“Toe maar, dan zit je vast tussen de belangrijke mensen,” merkt pap op.
“Nee, vast niet.”
“Ach, het maakt ook niet uit. Veel plezier en tot straks!” zegt mam. Ik ga met Yorick naar buiten en zie allemaal cambuursupporters lopen. Sommige zijn al enorm dronken. Ik weet niet waar we heen moeten, dus ik besluit maar iemand te vragen. Als ik mijn kaartje laat zien wijst hij naar een deur waar helemaal geen rij voor staat.
“Wow, volgens mij zitten we echt tussen de belangrijke mensen, hoor!” zegt Yorick enthousiast. Ik haal mijn schouders op en loop naar binnen, waar we nogmaals onze kaartjes laten zien. Na een paar trappen gelopen te hebben komen we eindelijk in het stadion. We zitten in een apart vak onder de business club.
“Waar wil je zitten?” vraag ik aan Yorick.
“Beneden, misschien ziet Derk je dan wel!” Ik lach en volg Yorick naar beneden. De spelers lopen warm op het veld, Yorick gaat op een stoeltje uit de laagste rij zitten. Ik ga er naast zitten, ja, zo zitten we erg dicht bij het veld. Ik zoek Derk en vindt hem al snel. Hij ziet er ronduit goddelijk uit in deze kleding.
“Daar issie!” zegt Yorick terwijl hij wijst naar Derk.
“Klopt.” Ik merk dat het stadion steeds voller wordt, de spelers verlaten het veld en komen even later weer terug. De wedstrijd gaat beginnen. Vanaf het begin is de wedstrijd al spannend, ze zijn beide evengoed, voor zover ik het kan beoordelen. Na een tijdje schiet Derk op de goal, helaas mis. Vlak voor de rust scoort Cambuur.
“Shit, die Derk van je moet even scoren,” zegt Yorick.
“Ja, inderdaad,” zeg ik met mijn voetbalverstand. Als de tweede helft weer begint zit zelfs ik op het puntje van mijn stoeltje. Ik spring juichend op als Derk scoort. Ook Yorick doet mee.
“We zitten wel tussen Cambuursupporters hè,” merkt Yorick dan op.
“Oh, ja… Nou en.” De wedstrijd lijkt steeds meer in de handen van RKC te komen en vlak voor het einde scoort RKC nog een keer. Als het eindsignaal wordt gegeven zoek ik naar Derk, als ik hem vind, zie ik dat hij wat onrustig rondloopt. Hij kijkt naar de tribunes en naar het scherm en dan weer naar de tribunes. Ineens hoor ik het hele publiek “aaah” zeggen en vervolgens beginnen ze te fluiten.
“Waarom doen ze dat?” vraag ik aan Yorick.
“Geen idee, zullen we gaan?”
“Ja, wacht even,” zeg ik terwijl ik naar Derk kijk, hij kijkt naar mij en loopt deze kant op.
“Hé, moet je zien!” zegt Yorick, hij wijst naar het scherm. Ik kijk omhoog, en schrik van wat ik zie. Mijn hart slaat een keer over en ik voel ineens allemaal vlinders in mijn buik. Er staat een foto van Derk op, met daarnaast deze tekst: Lieve Gaya, wil jij mijn vriendin zijn?
Wat ongelofelijk lief en ik voel tranen van geluk opkomen. Ik kijk weer naar het veld. Derk staat voor het hek en springt er over heen, hij lacht en komt naar me toe. Als hij bij me is sla ik gelijk mijn armen om hem heen.
“Ja, tuurlijk wil ik dat!” zeg ik tegen hem. Hij lacht van oor tot oor en kijkt me aan, dan zoent hij me. Ik voel me echt gelukkig nu, zoiets liefs heeft nog nooit iemand voor me gedaan.
“Wauw…” mompel ik dan.
“Vind je het wel leuk?” vraagt hij zacht.
“Ja, echt heel leuk en lief!” zeg ik terwijl ik hem nog een kus geef.
“Gelukkig.”
Reageer (4)
HOW CUTE!
1 decennium geledenEcht, andere woorden heb ik er niet voor
Hoe cute haha snel verder!
1 decennium geledenohh, das keilief!
1 decennium geledensnel verder!
Aaaaaaaahw<3
1 decennium geledenDat is echt zo ongelooflijk lief!
Super!
Xo