Chapter Two ~ Dol Guldur.
Radagast gebaarde de konijnen dat ze mochten stoppen bij de poort van Dol Guldur. Eenmaal daar tilde hij zijn hoed op. Zijn haar was zo rondgedraait dat het net een vogelnest was. De vogel nam plaats op zijn hoofd, waarna Radagast zijn hoed weer opdeed. Radagast stapte rustig en goed uitkijkend naar de verlaten vestiging, het was een duister fort, afgebrokkeld en al een lange tijd niet gebruikt.
Eenmaal binnen keek hij rond terwijl hij zijn staf steviger vastgreep. Vlak boven Radagast zijn hoofd verscheen er een soort geest, met zijn zwaard in de aanval. De geest sloeg met een flinke klap omlaag naar Radagast zijn hoofd, maar net voordat hij kon raken sloeg Radagast zijn staf ervoor en wierp hem de grond in, hierdoor bleef zijn zwaard op de grond achter. Radagast liep rustig naar het zwaard toe, bukte en wikkelde het in een doek.Hij hoorde iemand achter zich zijn naam fluisteren, heel zacht "Radagast.." Hoorde hij. Toen hij zich omdraaide zag hij een wazige schim, die nogsteeds zijn naam Fluisterde. Net toen Radagast weg wou rennen sprongen er van achter de schim vleermuizen op Radagast af, die vrijwel meteen weggerend was. Hij sprong op zijn slee en reed zo snel hij kon weg, terwijl hij met zijn staf de vleermuizen achter zich probeerde te raken.
Er zijn nog geen reacties.