#8 - Brothers Of Hope
Johnny's tattoo was op zijn linkse zij en het was een vliegende kraai waarvan de borstkas opengescheurd was. Ook zag ik een kogel erdoor vliegen. Ik vroeg me af wat die duistere tattoo betekende maar ik vroeg niets. Hoe minder ik wist over iemand, hoe minder het me kon pijn doen. 'Die kraai symboliseert mijn broer en de kogel zijn alle mensen op aarde die hem probeerden kapot te maken. En de reden waarom het op mijn zij staat, is omdat het over een litteken is. Je ziet het nu niet meer. Mijn broer had me gered nadat ik neergestoken was door iemand in onze familie. Vandaar staat het op mijn huid, om hem te vertellen dat iedereen hem kapot probeert te maken maar dat ik altijd bij hem zal zijn. Hij heeft ook een tattoo die mij symboliseert en die staat op zijn schouderbladen,' vertelde hij. 'Wow, ik weet niet wat ik moet zeggen. Dat is, eh, echt lief, denk ik,' zei ik met mijn mond vol tanden. 'Als je van de duivel spreekt... Ik hoor hem juist binnen komen,' lachte Johnny.
Ik had het moeten weten want ze hadden precies dezelfde ogen, ook al had hij er ook een beetje groen in zitten. Hun haarkleur was niet hetzelfde en hun kledingstijl was een beetje verschillend maar in hun gezicht zag je duidelijk dat ze broers waren. Ze zouden zelf als een eeneiige tweeling kunnen doorgaan. 'Eerlijke homo punkrocker?' zei ik verrast. Ik sloeg direct mijn handen over mijn mond toen ik begreep dat ik het juist luidop had gezegd. Johnny keek me raar aan maar de punkrocker lachte en gooide zijn rugzak in een hoekje. 'Wat doe jij hier?' vroeg hij vrolijk. 'Kennen jullie elkaar?' vroeg Johnny. 'Eh, nee, we, eh, hadden elkaar gezien op school. Eh, hij, eh, had me geholpen toen ik, eh, op straat was gevallen,' stotterde ik nerveus. Zoveel sexiness was niet gezond voor mijn hart. 'Heb jij een stotter probleem?' lachte de punkrocker. 'Eh, nee, maar, eh...' Ze lachten me beide uit. Ik kon wel door de grond zakken van schaamte maar ik voelde me niet gekwetst of bedreigd. Dat was de eerste keer voor me.
Hoe het hiertoe gekomen was, dat kon je me beter niet vragen. We zaten alle drie op de bank met een grote pizza doos op Johnny's schoot. Het was de eerste keer dat ik durfde om bij iemand te blijven eten en Johnny zat zelf naast me, wat ik eigenlijk niet eens erg vond. Misschien was het omdat ik zijn gedachten niet kon horen, dat ik me zo goed en ontspannen voelde. De punkrocker, waarvan ik eindelijk te weten kwam dat zijn naam Eon was, lachte luid om iets dat op tv gebeurde. Hij leek als een klein kind, of nee, eigenlijk leek hij op een broer. Zoals echte broers hoorden te zijn, dus niet zoals mijn twee stiefbroers. Ik kon het niet verklaren maar ik wilde hier niet meer weg. Innerlijk wist ik dat ik een groot risico nam en dat ik gekwetst ging worden maar nu kon me dat even niet schelen. Het was de eerste keer in al mijn 17 jaren dat ik op deze planeet liep, dat ik niet bang was om in iemand zijn buurt te zijn.
'Het spijt me wat Glen, Theo en David je hebben aangedaan. Ik had moeten ingrijpen, sorry,' verontschuldigde Johnny voor de honderdste keer. 'Het geeft niet. Blauwe vlekken verdwijnen dus is er niks erg aan,' zei ik lachend. 'Jammer dat je nu al moet gaan. Vergeet niet ons op tijd te bezoeken! Onze deur staat voor je open!' zei Eon vrolijk. Waarom ze me zo graag terug wilden zien kon ik niet begrijpen maar toch nam ik de uitnodiging graag aan. 'Dat zal ik zeker doen,' antwoordde ik. 'Wacht! Je moest Eon's tattoo nog zien, niet?' vroeg Johnny. Ik knikte terwijl Eon zijn t-shirt uit trok. Zijn mooi gebruinde huid leidde even mijn aandacht af maar daarna keek ik naar de zwarte lijnen op zijn schouderbladen. Het was een tekst die verwerkt was tussen een grote tribal tattoo. Er stond 'If Your Way Has A Dead End, It Means It's Neither Your Way Or Your End'. Eon vertelde me dat het zijn oudere broer was die hem geholpen had in een aantal moeilijke tijden en hij had hem de juiste weg getoond. Ik moest eerlijk zijn. Hun verhaal ontroerde me, ook al kende ik geen details.
Ik had niemand waarmee ik mijn leven kond delen. De enige persoon die ik helemaal vertrouwde was mam en nu had ik niemand meer. Iedereen verraadde me op een of andere manier, waardoor ik mijn vertrouwen in mensen was verloren. Het leek me leuk om een broer te hebben die een geschiedenis met me deelde. Helaas had ik geen echte broer en niets een vrienden. Johnny en Eon waren niet echt vrienden want ze gingen me toch vergeten van zodra ik het huis ging uitstappen. Johnny had waarschijnlijk enkel medelijden met me en dat kon me echt gestolen worden. Ze kenden en begrepen me niet dus kon ik niets verwachten. Het maakte mijn hart al warm om de eerste leuke avond van mijn leven gehad te hebben, sinds mijn moeder's dood.
Er zijn nog geen reacties.