Hoofdstuk 2: Anders dan anderen
15/01/2001. Een bos. Grens Noord Amerika-Canada.
Dit is alweer een jaar geleden, en de herinneringen zijn wazig. Ik ben na die tijd naar buiten gegaan, en heb daar rond gezworven, in de hoop dat ik iemand zou tegen komen die ik zou kennen, en die mij zou kunnen helpen.
Nu ben ik 2 en ik groei verder, wat ik raar vind, want volgens de verhalen groeien vampiers als ze zijn getransformeerd niet meer, als een normaal kind. Maar dat is natuurlijk logies te verklaren. Mijn half weerwolven lichaam zorgt daar natuurlijk voor.
Ik ben super snel, sterk, heb een super sterk gehoor en klim gemakkelijk van boom tot boom verder. Ik voel mij echt vrij, maar toch alleen.
Opeens sta ik stil op een boomtak. Ik hoorde andere. Dit waren geen mensen, door hoor je zo, dit waren ook vampiers, en ze waren met z’n 2je.
Sinds ik was gebeten, ben ik erg op m’n hoede gebleven voor andere vampiers, niet dat ik er nog meer tegen kwam.
De vampiers stopte onder mijn boom. Het waren een jongen en een meisje. Ze waren anders. De vampiers die ik mij kan herinneren, hadden rode ogen. Deze ogen waren goud bruin. Een beetje karamel achtig. Ik voelde dat ze mij niet zouden aanvallen, en liet mij langzaam van tak tot tak naar beneden zakken.
‘Er is hier nog iemand.’ Zei de jongen. ‘Ik kan hem ruiken.’ De jongen had blonde krullen, en leek erg op zijn hoede voor als hij aangevallen zou worden.
‘Ja, ik ruik hem ook!’ Zei het meisje. Zij had kort zwart haar, was klein en zag er erg breekbaar uit.
Opeens keken ze allebei naar de tak waar ik op zat. Ik schrok daar van, en ging zo snel mogelijk een paar takken omhoog.
‘Het is een kind!’ Zei het meisje geschrokken. ‘Wat moeten we doen, Jasper?’
De jongen, Jasper, bekeek mij aandachtig, voordat hij antwoorde.
‘Kijk naar haar ogen. Ze is anders. Haar ogen zijn blauw! Dat heb ik nog nooit gezien. Ik kan haar emoties ook niet zo makkelijk onder controle krijgen.’
Waar had hij het over. Waarom waren blauwe ogen raar? En wat bedoelde hij met ‘haar emoties niet makkelijk onder controle krijgen’?
‘Kom eens naar beneden, meisje, en vertel eens wie je bent, en hoe je aan die ogen komt?’ Zei het meisje, terwijl Jasper haar geschrokken maar ook een beetje bang aankeek.
Heel langzaam kwam ik naar beneden toe en ging op de grond staan, met m’n rug tegen de boom. Het meisje kwam iets dichterbij en ging op 1 knie zitten.
‘Hoe heet je, en waar kom je vandaan?’ Vroeg ze.
‘Ik heet Renate en kom uit Seattle.’ Antwoorde ik.
‘Hoe oud ben je, hoe ben je zo geworden en hoe lang is dat geleden?’ Vroeg het meisje, terwijl ze nog iets dichterbij kwam. Ik kreeg het gevoel dat ik haar kon vertrouwen en ging iets dichter naar haar toe en ging ook rechter op staan.
‘Ik ben 2 jaar. Vorig jaar hebben 2 vampiers met rode ogen mijn ouders vermoord en mij getransformeerd. Ik weet niet hoe het komt dat mijn ogen blauwe zijn, maar ik weet wel dat ik voor ik gebeten werd bruin haar had en bruine ogen. Ik kon ook nog nauwelijks praten en lopen, laat staan dat ik zo snel kon bewegen.’ Antwoorde ik foutloos, en ik krijg een klein lachje op mijn gezicht.
Het meisje keek een beetje verbijsterd, en ook Jasper leek te beseffen dat ik geen gevaar vormde, en kwam ook wat dichterbij.
‘Mijn vader was een weerwolf.’ Ging ik verder. ‘Volgens mij komt het doordat ik half weerwolf ben. Kan dat?’
Het meisje leek niet echt antwoord te hebben op deze vraag, en keek naar Jasper die ondertussen naast haar was gaan zitten.
‘Ik ben Alice’ Zei het meisje. ‘En dit is Jasper. Ben jij echt half weerwolf?’
‘Ik denk het, mevrouw Alice.’ Antwoorde ik haar. Ik was blij dat ze mij vertrouwde.
Jasper en Alice kregen een lach op hun gezicht.
‘Wat is er zo grappig?’ Vroeg ik.
‘Je hoeft mij echt geen mevrouw te noemen hoor.’ Antwoorde Alice. ‘Noem mij maar gewoon Alice.’
‘Zal ik doen!’ Verzekerde ik haar. Ik lachte naar Alice en ook zij kreeg een lach op haar gezicht.
‘Voel je dat, Alice?’ Zei Jasper zacht. ‘Zou ze een gave hebben net als ik?’
‘Ik weet het niet.’ Antwoorde Alice hem. ‘Maar ik heb z’n gevoel dat we haar maar moeten mee nemen en aan Carlisle vragen of hij haar wil onderzoeken.’
Ik werd een beetje bang van die woorden. Wie was Carlisle en wat bedoelde Alice met ‘onderzoeken’? Ik ben toch zeker geen patiënt!
‘Maar het is een kind, Alice’ Zei Jasper. ‘Je weet dat dat verboden is!’
‘Als ze echt z’n kind is, dan zou de Volturi allang ingegrepen hebben.’ Zei Alice. ‘Bovendien,’ Ze keek weer naar mij en zag mijn uitdrukking, die waarschijnlijk op ‘ik word een beetje bang van jullie’ staat. ‘Ik denk niet dat zij z’n kind is van wege haar ogen.’ Zij ze weer tegen Jasper.
Wat is er toch mis met mijn ogen?! Ik waag het erop om het te vragen.
‘Kan iemand mij misschien uitleggen wat er zo bijzonder is aan mijn ogen? En wie is Carlisle? Wat bedoel je met dat hij mij moet onderzoeken? Wat is een gave, en wat bedoelde Jasper met dat hij mijn gevoelens niet onder controle krijgt?’ Dit Alles zij ik snel en mijn stem werd steeds angstiger en ik ging steeds weer een stukje naar achteren.
‘Rustig maar, Renate.’ Zei Alice. ‘We zullen al die vragen beantwoorden, en ik heb z’n gevoel dat dat er veel meer worden, maar kan je eerst wat vragen van ons beantwoorden?’
Ze zei dit heel aardig, en zo stond haar gezicht ook. Ik kwam weer iets dichterbij. Alice ging op de grond zitten met Jasper naast haar. Zijn houding was verdedigend, maar dat was al minder dan eerst.
Ik ging ook zitten en keek Alice aan.
‘Ligt eraan wat voor een vragen.’ Zei ik tegen haar. ‘Ik kan niet alles beantwoorden. Ik ben nog maar een kind.’
Alice leek blij dat ze mijn vertrouwen terug had en ging ontspannen zitten. Jasper naast haar ontspande ook iets maar zat nog steeds zo dat hij elk moment zou kunnen aanvallen.
‘Hoe heb je dit jaar overleeft?’ Vroeg Alice aan mij. ‘Wat heb je gedronken en hoe ging je de dagen door?’
Die vragen wist ik wel te beantwoorden, al wist ik dat dat een lange uitleg zou worden.
‘Ik ben vorig jaar naar het bos gevlucht.’ Begon ik mijn verhaal. ‘Daar heb ik 1 dag alleen maar rond gerent, omdat ik niet wist wat ik moest doen. Op een gegeven moment begon mijn keel vreselijk te branden. Ik werd er bang van en probeerde het te blussen met water uit de bron, die daar toen in de buurt was.
Het hielp niet maar ik ging verder om te kijken wat wel zou helpen.’
Alice leek helemaal één te zijn met mijn verhaal, en Jasper keek nu ook geïnteresseerd.
‘Op een dag, toe ik dacht dat mijn keel helemaal weg zou branden, zag ik een hert die gewond was. Zijn linker poot bloedde en ik wist meteen wat tegen mijn brandende keel zou helpen. Ik sprong op het dier af en dronk zijn bloed. Het hielp maar niet alle pijn was weg, dus ging ik op zoek naar nog meer herten. Ik vond een hele kudde, en dat smaakte goed! De pijn was weg en sindsdien leef ik hier in het bos op dieren bloed.
Het rare is wel, dat ik altijd dacht dat vampiers niet konden slapen. Toen ik een maand in het bos was, voelde ik mij moe, uitgeput, en zonder dat ik het door had viel ik in slaap onder een boom. Gewoon boem neer! Ik denk dat ik z’n 2 á 3 dagen heb geslapen. De dagen daarna deed ik niet zo heel veel, en duurde het langer voordat ik weer moe was. Ik ben erachter gekomen dat ik wel slaap, maar de hoeveelheid en de tijd van wanneer ik in slaap val is verschillend en ligt er aan hoeveel energie ik verbruik.’
Toen ik stil was, keken Alice en Jasper mij alle twee sprakeloos aan.
‘Je hebt nog nooit mensen bloed gehad?’ Vroeg Alice verbaast.
‘Nee, hoezo?’ Antwoorde ik.
Alice keek naar Jasper en Jasper keek naar Alice. Hij knikte.
‘Zou je met os mee willen gaan?’ Vroeg Alice.
Ik keek naar Alice en naar Jasper, en weer terug.
‘Meen je dat echt?!’ Vroeg ik.
‘Ja’ Antwoorde Jasper. ‘Ik denk dat je Carlisle en Esmé wel aardig zult vinden.’
‘Wie zijn…’
‘Dat leggen we onderweg wel uit’ Zei Alice voordat ik mijn zin kon afmaken.
‘Ga je met ons mee, of blijf je hier in het bos.’
‘Natuurlijk wil ik mee!’ Antwoorde ik blij. Op mijn gezicht stond waarschijnlijk een grote lach, want Alice keek mij met een glimlach aan.
‘Maar we gaan eerst ergens anders naartoe’ Zei ze.
‘Waarnaar toe dan?’ Vroeg ik nieuwsgierig.
‘Naar oude vrienden van mij.’ Zei Jasper. ‘Ze wonen in Texas met z’n tweeën. Ik heb ze al een hele tijd niet meer gezien.’
‘Hoe heten ze?’
‘Peter en Charlotte. Ik vraag me af hoe ze zouden reageren.’
‘Hoezo?’
‘Ik weet niet of ik je dat wel moet vertellen. Misschien kan ik dat beter aan Carlisle over laten.’
‘Waarom kan je dat zelf niet vertellen, en wie is die Carlisle waar jullie het steeds over hebben?’
‘Vol met vragen. Een nieuwsgierig meisje’
Ik keek Jasper nog steeds aan, omdat ik antwoord wou op mijn vragen.
‘Carlisle is zeg maar de leider van onze clan.’ Het was Alice die antwoord gaf, en ik keek haar geboeid aan, omdat ik blij was dat ik antwoord kreeg. ‘De clan bestaat uit 7 vampiers, inclusief onszelf, maar op dit moment zijn we bij nichten van ons en komen we op het totaal van 12 vampiers.’
‘Wou dat zijn er veel!’ Zei ik. ‘Wie zijn dan de rest van jullie clan?’
‘Carlisle heeft een vrouw, Esmé.’ Ging Alice verder. ‘Omdat vampiers geen kinderen kunnen krijgen, hebben Carlisle en Esmé vampiers geadopteerd. Wij zijn ook geadopteerd.’
‘Dus jullie zijn soort van broer en zus, maar ook partners?’ Ik wist niet of het waar was, maar ik had z’n vermoeden.
‘Ja, eigenlijk wel.’
‘Wauw, dat heeft wel iets raars.’
Ik trok daar vast een raar gezicht bij, want Alice schoot in de lach, en ook Jasper lachte even.
‘Hebben jullie nog meer geadopteerde broers en of zussen?’ Vroeg ik aan Alice toen ze uit gelachen was.
‘Ja.’ Het was Jasper die antwoord gaf. Fijn! Als je iets aan iemand vraagt, geeft de ander antwoord. Dat moet ik onthouden.
‘We hebben nog twee broers, Emmett en Edward, en nog een zus, Rosalie. Emmett en Rosalie zijn ook partners van elkaar.’
‘En Edward heeft niemand?’
‘Nee, maar dat komt vast nog wel.’
‘En wie zijn die andere vijf dan? Dat zijn jullie nichten? Allemaal?’
‘Ze zijn niet echt officieel onze nichten, zoals we niet echt broers en zussen van elkaar zijn.’ Zei Alice. ‘Maar wij zien ze net als een deel van onze familie, als dat we elkaar zien. Ze zijn inderdaad met z’n vijven, maar het zijn niet allemaal meiden hoor! Eentje niet in elk geval.’
‘Dat lijkt mij best irritant, om met vier meiden te moeten leven.’
‘Ach, daar heeft Eleazar niet zo veel problemen mee. Volgens mij heeft hij alleen maar oog voor Carmen. Zijn partner.’
‘Is het normaal om als vampier een partner te hebben? Hebben de anderen ook alle drie een partner? En hoe heten zij?’
‘Wauw, volgens mij kunnen we maar beter niks zeggen, Alice!’ Zei Jasper speels. ‘Steeds als we wat hebben verteld, komen er weer een stuk of vier vragen bij!’
‘Ah, alsjeblieft! Ik zou dan proberen om onderweg niets te vragen. En dat waren trouwens maar drie vragen.’ Zei ik met een pruillipje.
Ze moesten alle twee lachen om mijn gezicht, maar dat vond ik niet erg.
‘Goed dan.’ Zei Jasper. ‘Tanya, Irina en Kate hebben geen partner. Ze zijn zussen van elkaar en zijn heel hecht. Hebben we zo genoeg verteld?’
‘Tot nu toe wel, bedankt, maar ik heb nog veel meer vragen.’
‘Die bewaar je maar voor onderweg, en als we weer terug zijn.’ Zei Alice.
‘Ja.’ Zei Jasper. ‘Als we niet te laat willen komen, moeten we nu vertrekken.’
Dus stonden we op en gingen weg, in de richting van Texas.
We waren al een tijdje onderweg, toen ik moe begon te worden.
‘Hoe ver moeten we nog?’ Vroeg ik op een klagelijke toon.
‘We zijn er bijna.’ Zei Jasper. ‘Je hebt het nog best lang volgehouden. Moeten we … oh.’
Nog voor hij zijn zin kon afmaken, was ik al op de grond in slaap gevallen.
Reageer (3)
Geweldig,,, Alice is zooooon schatje...........
1 decennium geledenAmber je bent een schat! bedankt voor je reacties!!!
1 decennium geledenHihi, ik zie het zo voor me, kleine Renate die op de grond valt..
1 decennium geledenRenate, je schrijft geweldig!!
Tot overmorgen!!