Hoofdstuk 23
Yuna
Nadat Aiden Naur toe heeft gesproken en op hoge snelheid meteen uit het zicht is sta ik voorzichtig op en ga ik tegen Xena liggen en word het meteen warm. Ik kan mijn ogen bijna niet meer open houden en zak een stukje onderuit. Dan val ik voor ik het weet in slaap.
De volgende morgen word ik wakker door het felle zonlicht wat in mijn gezicht schijnt. Ik doe mijn ogen voorzichtig open de knijp ze meteen weer dicht. Dit blijf ik eigenwijs een paar keer herhalen totdat ik aan het licht gewend ben.
Ik kijk om me heen en kan tot mijn verbazing Aiden nergens vinden. Wel heb ik een deken over me heen liggen.
Das vreemd, ik weet zeker dat ik die gisteren niet had, denk ik. Dan schiet er door mijn hoofd dat toen ik Aiden gisteren voor het laatst heb gezien, hij eten voor me is gaan halen.
Langzaam kom ik overeind en kijk nog een keer goed om me heen.
‘Zoek je iemand?’ hoor ik achter me.
‘Ook goedemorgen, ik zocht je’ lach ik terwijl ik me omdraai en naar Aiden kijk.
Hij kijkt me vragend aan. ‘Ik was je kwijt’ leg ik uit.
Hij maakt een ‘o’ geluidje.
‘Wilde je nog eten?’ vraagt hij dan.
Ik knik langzaam. Eigenlijk niet maar zoals de vorige keer doet hij zijn best.
Ik zie dat Aiden al hout heeft gehaald om een vuurtje te maken. Dat is voor mij een opluchting.
Op het zelfde moment dat ik met het hout aan de gang ga komt Aiden terug met een schaap.
Ik kijk er een keer naar en onbewust knik ik een keer.
‘Ik hoop dat ie smaakt’ zegt Aiden met een grijns.
‘Dat zal wel ja’ mompel ik. Gelukkig is het vuur zo aan en voor ik het weet zit ik met een stuk vlees op schoot.
Als ik de geur ruik begint mijn maag ervan te rommelen.
Ik moet toegeven dat ik dit echt gemist heb de afgelopen paar dagen en ik begin dan ook snel met eten.
Als ik het op heb zit ik vol en zucht ik een keer tevreden.
‘Is het bevallen zo?’ vraagt Aiden die al een hele tijd met een lach op zijn gezicht zit te kijken. Ik knik een keer. ‘Zo wel ja’ zeg ik met een lach.
‘Ik weet nu bijna zeker dat we morgen verder kunnen’ zeg ik als ik het vuur uitmaak en weer ga zitten.
‘Hoe hebt je hier eigenlijk een schaap kunnen vinden?’ vraag ik meer tegen mezelf als Aiden. ‘Er was een persoon bij die ik rook’ zegt hij simpel. Ik knik een keer en weet meteen wat hij bedoelt.
‘Dus jij kan er ook weer tegen voor een paar dagen’ zeg ik zachtjes.
Aiden lacht een keer ‘Als het goed is wel wat langer hoop ik’
De rest van de dag is het vrij stil. Ik val nog een paar keer in slaap als ik tegen Xena aan lig. Je zou kunnen zeggen dat ik er een beetje lui van word. Daarom is het alleen maar beter als we weer op weg gaan naar huis. Ik zit alleen met een gevoel dat ik niet kan omschrijven. Ik wil Aiden bedanken voor wat hij heeft gedaan en volgens mij is dat logisch maar er is een ander gevoel.
Voordat ik wil gaan slapen loop ik naar Aiden toe.
‘Is er iets mis? Heb je ergens pijn?’ vraagt hij als ik blijf staan.
‘Nou, ik…eehh ik wilde’ begin ik stamelend terwijl ik naar beneden kijk. Ik zucht een keertje zachtjes en zet een stap in zijn richting zodat ik recht voor hem sta.
‘Ik wilde je bedankten voor alles wat je hebt gedaan voor Xena en mij. Ik bedoel je had me gewoon kunnen doden als je dat wilde’ zeg ik met een rood hoofd terwijl ik op mijn tenen ga staan en een kus op zijn wang druk.
Zonder hem verder aan te kijken draai ik me snel om en mompel een welterusten.
Reageer (2)
LOVE,
1 decennium geledenkga snel verder
Vind ze hem leuk? : D
1 decennium geleden