Foto bij hoofdstuk 21

Yuna

Als ik wakker word heb ik het ijskoud. Dan schiet er door mijn hoofd wat er allemaal is gebeurd en bedenk ik me dat Aiden niet op tijd was en dat ik nu dus bij de verkeerde vampiers zit.
Verschrikt schiet ik omhoog en nog voor ik het kan uitschreeuwen van de pijn word ik terug geduwd. Ik probeer mezelf los te krijgen maar als ik zie dat het Aiden is blijf ik liggen.
‘Hoe voel je je?’ vraagt hij terwijl hij me los laat en me onderzoekend aankijkt.
‘Volgens mij gaat het wel goed’ zeg ik terwijl ik er over nadenk.
‘Heb je Xena gevonden?’ vraag ik. Aiden knikt een keer.
‘Is ze hier?’ roep ik bijna en probeer weer omhoog te komen. Dit keer ga ik zelf weer liggen als ik steken bij mijn heup voel.
‘Je leert het wel’ zegt hij met een lach.
‘En ja, Xena is hier. Het was niet zo moeilijk haar mee te krijgen aangezien je alle aandacht trok hier’ zegt hij. Ik maak een ‘o’ geluidje.
‘Is alles goed met haar?’ vraag ik verder.
‘Op zich wel hoor. Ze heeft nogal honger dus is ze met Naur gaan jagen in de buurt’ zegt hij terwijl ik knik.

‘Ben je zelf niet gewond?’ vraag ik dan als ik de grote groep vampiers weer voor me zie
‘Een paar schrammetjes, het valt wel mee’ zegt hij alsof het niks is.
Ik kijk naar zijn arm en zie dat het iets meer is als een schrammetje. Het is een grote snee die volgens mij behoorlijk pijn doet.

Dan hoor ik Midnight een keer hinniken. ‘Hij is bijna de hele tijd bij je geweest’ zegt Aiden terwijl hij naar het paard kijkt.
Ik knik een keer. ‘Hij is als een vriend voor me’ zeg ik terwijl ik Aiden’ s blik ontwijk.
Het moet best raar klinken lijkt me. Midnight is er altijd geweest en veel vrienden heb ik thuis niet.

Op dat moment zie ik boven me twee draken vliegen die langzaam naar beneden komen.
Ik kijk hoopvol naar Aiden die de hint begrijpt en me voorzichtig rechtop zet en helpt me daarna voorzichtig overeind. Ik sta te wankelen op mijn benen en zoek een houding waarbij ik mijn middel niet teveel belast. Het probleem is dat ik die niet kan vinden en dat ik bijna mijn evenwicht verlies. Aiden kan me dan ook nog net opvangen. Dan landen de twee draken.
Ik krijg een glimlach op mijn gezicht als ik Xena zie.
Gelukkig is mijn draak ook blij om mij te zien.
‘Waar was je nou? Gekker draak’ roep ik terwijl ik naar haar toe wil rennen. Iets wat veranderd in lopen. Xena komt mijn kant op en ik knuffel haar bijna plat.
Ik loop een keer om haar heen en kan gelukkig geen wondjes of andere dingen vinden.
Ze ziet er goed uit en is in de afgelopen weken flink gegroeid.

Als ik weer ben gaat zitten met behulp van Aiden is het stil.
‘Wanneer gaan we verder?’ vraag ik na een tijdje.
‘Het zal wel even duren voordat die wonden gaan helen denk ik’ zegt hij somber.
‘Denk je niet dat er nog meer vampiers komen?’ vraag ik terwijl ik voor me uit kijk.
‘Volgens mij hebben we ze van dit stadje allemaal vermoord.’ Ik knik een keer.
‘Ik hoop het wel. Over een paar dagen kunnen we toch wel verder of eigenlijk gezegd terug?’
Aiden knikt een keer.
Dan is het allemaal voorbij. Hoe ga ik mijn ouders eigenlijk uitleggen dat ik ben geholpen door een vampier? Denk ik bij mezelf. En Aiden zie ik dan nooit meer. Ergens doet me dat zeer. Hij heeft mijn leven gered en toen ik hem voor het eerst zag had ik dat nooit verwacht.
Ik denk dat ik om hem ben gaan geven.
Is dat een slecht iets?

Reageer (2)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen