Hoofdstuk 19
Yuna
Ik sta naast Naur die net als ik toekijkt hoe Aiden weer naar het stadje gaat om meer te weten te komen over Xena. Eigenlijk hoop ik dat hij het voor elkaar krijgt haar in een keer mee te nemen. Maar dat zal denk ik een te groot risico zijn.
Ik aai Naur nog een keer over zijn kop terwijl hij tevreden voor zich uitkijkt. Ik loop naar een boom en besluit me rustig te houden. Naur kijkt me even aan en zet dan een paar stappen mijn kant op en laat zich voorzichtig op de grond naast me vallen.
Ik ga met mijn hand over de stuk stof die Aiden om de wond heeft gebonden. Ik ben benieuwd of dat gif werkt. Ergens wil ik kijken maar besluit het niet te doen.
Ach ja ik ben gelukkig niet alleen dus kan ik me eigenlijk niet vervelen. Ik had niet verwacht dat Naur me meteen zou mogen hij ziet er nogal gevaarlijk uit maar het is eigenlijk een hele lieve draak, als je hem niks doet.
Hoe meer ik naar Naur kijk hoe meer ik Xena begin te missen. We zijn nu al een aantal weken onderweg en ze zal al wel een flink stuk gegroeid zijn.
Ik hoop maar dat die vampiers haar geen pijn hebben gedaan. En anders hoop ik dat ze een keer goed gebeten heeft. Ik heb ondertussen een grijns op mijn gezicht staan alleen al bij het idee.
Ik kijk een keer naar Midnight die verbaast naar Naur staat je kijken en niet beweegt. Lachend sta ik op en loop naar mijn paard toe om hem een keer te aaien en voorzichtig in beweging te brengen. Aiden zei dat Naur niks zou doen dus ik denk dat ik hem daar maar op moet vertrouwen. Naur blijft liggen en kijkt hoe ik Midnight stukje bij beetje richting hem trek. Voorzichtig steekt Naur zijn kop richting Midnight die me een stuk naar achteren trekt met zich mee.
‘He kom op! Hij doet heus niks’ zeg ik lachend maar ik krijg Midnight geen stap meer verder.
‘Oké dan moet je het zelf weten’ zeg ik terwijl ik hem los laat en het eigenwijze paard verder gaat met grazen.
Na een paar uur word Naur onrustig en daardoor ook Midnight die ik rustig probeer te krijgen.
Ik schrik als ik Naur ineens hoor grommen en ook niet zo’n klein beetje ook. Dan komen er vanuit het niets een stel vampiers die al snel een hele grote groep vormen en om ons heen komen staan. Naur gaat voor me staan en draait zijn staart een stukje om me heen. Ik pak snel mijn zwaard en hoop dat net als de vorige keer Aiden ineens te voorschijn komt.
Maar als Naur en ik een paar vampiers hebben gedood en Naur gewond is aan zijn poot gaat het snel achteruit en sta ik tegenover zeven vampiers die allemaal stuk voor stuk bloedrode ogen hebben.
Aiden waar ben je als ik je nodig heb? Ik begin wanhopig te worden als de zeven vampiers tegelijk op me afrennen.
Al snel voel ik een brandende plek bij mijn middel net nadat ik een van de vampiers met mijn zwaard heb doorboord en zak ik bijna in elkaar.
Ik klem mijn tanden op elkaar en ren op het groepje af dat me aan het uitlachen is.
Naur is een stukje verder op bezig om het hoofd van een vampier zijn romp af te trekken.
Als ik een keer om me heen kijk zie ik dat het aantal vampiers zich heeft verdubbelt en dat ik nog steeds geen Aiden zie.
Als je me een paar weken geleden had gevraagd of ik een vampier zou vertrouwen zou ik hard ‘nee’ gezegd hebben. Maar Aiden ben ik wel gaan vertrouwen.
Na een tijdje begin ik moe te worden. Het probleem is dat mijn tegenstanders daar geen last van hebben. Ineens voel ik een klap op mijn hoofd en voel ik hoe ik de grond raak. Als ik probeer op te staan wordt ik tegen de grond gedrukt en langzaam wordt alles zwart.
Reageer (2)
lekker spannend,
1 decennium geledenkga snel verder lezen
Haha, doe ik het weer 'snel verder' terwijl je nog een hoofdstukje hadxD
1 decennium geledenspannend!!
nu wel snel verder xx