Hoofdstuk 25
'Rustig oke..' siste een stem in mijn oor. Ik wilde gillen, maar het lukte niet. Vast vanwege die hand die voor mijn mond zat. In plaats daarvan bleef ik doodstil staan en maakte geen enkel geluid. De stemmen kwamen steeds dichterbij en ik deed mijn ogen dicht. Ze kwamen langslopen en al snel hoorde ik ze de verlichte zaal ingaan en de deur dichtdoen. Ik blies de adem uit die ik ingehouden had. Opeens werd ik me weer akelig bewust van de hand die over mijn mond zat en ik beet er in.
'Au!! Verdomme..' Het was niet hard, maar toch keek ik snel de gang op om te zien of er iemand was die het gehoord zou kunnen hebben. Toen draaide ik me om. Ik deed mijn mond open om iets te zeggen, maar hij bleef open staan. Thomas stond voor me.
'Wat doe jij hier in godsnaam!?' siste ik
Thomas haalde zijn pijnlijke hand uit zijn mond 'Dat kan ik ook aan jou vragen..'
Ik keek hem boos aan. 'Werk je nog steeds voor haar?'
'Nee.. ze denkt dat ik dood ben.'
'Wat doe je hier dan nog!?'
'Ik ben terug gekomen om haar te vermoorden. Ik heb nu eindelijk een kans. Ze verwachten niks meer sinds de rebellen er flink van langs gekregen hebben..' Ik kromp in elkaar 'Oh ja.. sorry.'
Ik keek hem niet aan, maar bestudeerde waar we nu eigenlijk stonden. Het was een smalle nis die ik vanuit de gang helemaal niet gezien had. En de persoon die er in stond al helemaal niet.
'Maar nu jij, wat doe jij hier?'
'Ik kom haar ook vermoorden. Als wraak. Er is niets over van het leger en dit was misschien de enige kans die ik had.'
'En jij denkt dat je dat kunt..'
'Als ik het kan en het lukt, is het mooi. En anders is het goed geprobeerd en dan heb ik niemand teleurgesteld die in oude verhalen gelooft.' Ik keek hem niet aan.
'Jij weet echt niet hoe gevaarlijk dit is he?'
'Nee, en misschien is dat maar goed ook.'
'Het wemelt hier van haar soldaten. Er zitten op verschillende plaatsen uitkijkposten die je niet ziet. Niets is hier veilig.'
'Nou, hier lijken we toch aardig veilig te zijn..'
We keken elkaar aan en opeens besefte ik hoe klein de nis eigenlijk was. We stonden dicht tegen elkaar aan en konden ons amper bewegen. Ik kon zijn gezicht net onderscheiden en zag dat hij hetzelfde had bedacht..
'Misschien moeten we hier weg.. Het is niet echt handig om zo lang op een plek te blijven...' Hij keek me ongemakkelijk aan.
'Ja, misschien wel..' We deden tegelijk een stap naar de zijkant en weer een stap terug.
'Ho... sorry.' Hij liet mij voor.
'Dus waar gaan we heen?' ik praatte nog zachter.
'We? Jij gaat zo snel mogelijk terug.'
'Ik ga niet terug. en hoe wou je me trouwens ongezien uit het kasteel krijgen?'
'Hoe ben je gekomen?'
'Met een draak, maar die heb ik al terug gestuurd.'
Hij kreunde.. 'Oke dan.. we moeten die kant op.' Hij wees de andere kant op dan de verlichte zaal, dus ik was sowieso helemaal verkeerd gelopen. Ik liep vlak achter hem aan en hield mijn boog gespannen. Ik zag dat hij zijn hand bij zijn riem hield om op elk moment zijn mes te kunnen pakken. Toen we de bocht om waren, zag ik dat de gang door ging en dat er tientallen deuren waren.
'Welke moeten we in godsnaam hebben?' fluisterde ik. Hij hield zijn vinger voor zijn lippen. We slopen verder tot hij er bij eentje stil hield.
'Volgens mij was deze het.' Hij draaide aan de deurknop en duwde. De deur ging open zonder geluid te maken. Net op tijd, want ik hoorde al weer stemmen aan komen. Zodra ik binnen was deed hij de deur weer dicht. Voor ons lag een trap.
'En nu wordt het tricky.. We komen zo bij de vertrekken van Miss Valissa en er zijn altijd vrij veel wachters.'
Ik kon zijn gezicht net onderscheiden in het donker. Het stond gespannen. Voorzichtig zette hij zijn voet op de eerste tree. Ik wou langs hem heen lopen, maar hij hield zijn arm voor mij, zodat ik er niet meer langs kon.
'Mag ik je boog even lenen? en een pijl?' Ik gaf hem onzeker mijn wapens. Ik had alleen nog een mes en daar kon ik niet zo goed mee overweg. Als hij er nu vandoor ging, had ik niets meer om me mee te verdedigen en om Valissa mee te vermoorden. Ik hield Thomas goed in de gaten. Hij legde rustig aan en schoot de pijl de trap op.
'Fijn, dankjewel voor het verspillen van mijn tijd. We hebben hier geen tijd voor Thomas.' siste ik.
'Rustig en wacht nou maar af.' Hij had het nog niet gezegd of er schoten verschillende pijlen en messen uit de muren. Ze maakten verder helemaal geen geluid, ze waren perfect geolied blijkbaar, maar het was toch vrij eng om te zien. Zodra het afgelopen was, liep hij een paar treden op.
'Je mag weer komen hoor.. ze laden pas weer als ze zien dat er uberhaupt iemand geweest is.'
Ik knipperde een paar keer en liep achter hem aan. Onderweg pakte ik mijn pijl op. Hij had mijn tijd niet verspilt.. Alleen ietsje langer gemaakt. Bovenaan de trap, lag er weer een gang voor ons.
'Hoe lang gaat dit doolhof nog zo door?'
'Niet lang. Maar nu moet je je mond dicht houden.'
We slopen weer achter elkaar aan en we kwamen helemaal niemand tegen. Blijkbaar had Thomas gelijk gehad toen hij zei dat ze totaal geen aanval verwachtten. Toen we voor een grote eikenhouten deur stopen, wist ik dat we er waren. Er kwamen allemaal gangen op uit en de deur was rijkelijk versierd. Dit kon alleen maar de deur zijn naar Valissa's vertrekken. Ik keek Thomas aan. 'Waarom staan hier geen wachten?'
'Omdat hier nog een stuk achter zit. Er komt nog zo'n deur, en daar staan ze...' Hij keek naar de deur. 'Luister Alice, wat je nu aan het doen bent is ongelooflijk stom. Valissa is niet zomaar een koningin, ze zit niet voor niets zo lang op de troon. Eigenlijk heeft ze haar wachters helemaal niet nodig, ze kan zichzelf prima verdedigen. Dus verwacht geen slap mensje op een troon. Ze is slim, en sluw en ze lijkt gelijk je zwakheden te zien. Ik wil niet dat jou wat overkomt, dus ik ga eerst.' dat laatste had hij heel snel gezegd en ik had het bijna gemist.
'Waarom wil je niet dat mij wat overkomt?'
Hij keek ongemakkelijk 'Omdat ik sinds ik ontsnapt was uit het rebellenkamp alleen maar aan je heb gedacht en toen ik hoorde dat de rebellen verslagen waren, ik dacht dat je dood was. De keer dat ik je gekust heb meende ik het wel Alice. Ik denk dat ik van je hou....'
Ik keek hem onthutst aan. Hij had echt een geweldige timing.
'Zeg iets asjeblieft..'
'Euh... wat wil je precies wat ik zeg?'
'Wat je nu denkt.'
'Dat je een geweldige timing hebt.' flapte ik er uit.
Er kwam een grijns op zijn gezicht. 'Tja, ik moest het toch een keer zeggen. En misschien krijg ik niet nog een kans. Maar ja, we moeten denk ik maar wel weer eens in beweging komen.'
'Je wilt verder geen antwoord of ik jou ook leuk vind?'
Hij haalde zijn schouders op 'Ik heb het aardig verpest bij je, dus ik verwacht niets.'
'Inderdaad, je hebt het aardig verpest. Toen ik erachter kwam dat je me verraden had, was ik ongelooflijk boos en teleurgesteld. Maar je hebt altijd in een deel van mijn hoofd gezeten en ik kreeg je niet weg. Dus ja.. Ik geloof dat ik je leuk vind.'
De veranderingen in zijn gezicht waren vrij grappig terwijl ik praatte. Het ging van serieus, naar teleurstelling, naar verbazing, naar blijdschap. Ik glimlachte naar hem en hij gaf me een zoen op mijn wang.
'Ik wou dat dit een heel andere plek was geweest, dan had dit een heel andere sfeer gehad.'
'Zoals je zei, dit is misschien de enige kans die we krijgen.'
'Ik ga er voor zorgen dat je niks overkomt Alice.. Ik zweer het. Maar we moeten nu verder.' Hij legde zijn hand op de deurknop en draaide hem om. De deur ging open met een licht schuivend geluid. We glipten naar binnen en deden de deur achter ons dicht. Het was schemerig in de gang. Er dansten schaduwen op de muren. We slopen voorzichtig naar voren. Thomas had mijn hand gepakt en leidde mij achter zich aan. Bij de hoek bleven we staan. Er was inderdaad weer zo'n deur, maar nu met twee wachters er voor. Ik trok mijn hand los. Het was mijn beurt om iets te laten zien. Ik pakte voorzichtig zonder geluid te maken een pijl uit mijn koker. Ik voelde Thomas zijn blik op me toen ik de pijl aanlegde. Ik zou zometeen snel moeten zijn. Zodra de een neerstortte zou de ander alarm slaan. Maar ik kon dit. Ik ademde uit en liet los, pakte nog een pijl richtte en liet weer los. Er klonk een licht gekreun toen de twee wachters op de grond zakten. Het was maar goed dat Liam me zo vaak had verteld dat het net zo was als op een hert schieten.
'Best knap..'
'Dit had je in je eentje niet gekund.' Ik grijnsde. Ik was best trots op mezelf. 'Zijn daarbinnen nog wachters?'
Thomas schudde zijn hoofd. Hij stapte de hoek om en ik liep weer achter hem aan. Ik pakte alvast een pijl uit mijn koker toen hij de deurknop vast pakte. Hij keek me aan 'Klaar?' Ik knikte. Hij duwde tegen de deur en hij zwaaide open en het ging heel snel. Mijn pijl en boog werden uit mijn hand gerukt en ik voelde een klap. Ik kon niet anders dan op de grond gaan zitten. Er was nog een klap, en alles werd zwart.
Reageer (2)
oh oh
1 decennium geledenik ben een nieuwe lezer btw
snel verder!!!!!
What happend?
1 decennium geleden