Hoofdstuk 5 - De Aanval
'Dude! Dat spel is echt supergaaf!' Wees Marv naar het spel Call of Duty: Black Ops 2. Farron lachte; hij had maar een hekel aan die oorlogsspellen.
Er was een maand verstreken en van die vreemde man had Farron gelukkig niets meer gehoord. Hij was nu beste vrienden met Marv en ze gameden graag in hun vrije tijd. Farron had Marv al vaak meegenomen naar zijn huis, maar hij had Marv nog niets over zijn geheim en de kelder vol trainingstoestellen nog niets verteld. Ze liepen nu in een spellenwinkel de nieuwste spellen te bewonderen.
'Farron, dit moet je gewoon spelen. Elke jongen speelt het!' Zei Marv.
'Zullen we maar gaan?' vroeg Farron. 'Het begint hier nogal druk te worden.' Marv keek om zich heen en knikte. Farron liep de winkel uit terwijl ze kletsten over een spel.
'Zou ik er even langs mogen?' Vroeg Farron aan een vrouw die voor de uitgang stond. De vrouw deed een stapje opzij en Farron wilde de glazen deur van de winkel openen. In een flits zag hij aan de overkant 2 mannen tegen de muur aangeleund. Hij bleef door de glazen deur kijken met gespleten ogen, om te zien of hij iets opvallends kon ontdekken.
'Wat is er?' Hoorde Farron achter zich. Hij keek nog even en draaide zich om.
'Die twee figuren zien er verdacht uit.' Marv keek naar de mannen en haalde zijn schouders op.
'Je vindt altijd vreemde figuren in de stad.' Hij pakte de deurknop maar Farron hield hem tegen.
'Het kon nog gevaarlijk zijn, Marv.' Farron keek Marv aan en die keek eerlijk terug.
'Wat zou er dan kunnen gebeuren?' Vroeg Marv. Farron zuchtte.
'Je zal wel gelijk hebben.'
'Je moet je niet zo druk maken, joh.' Zei Marv vrolijk terwijl hij de deur opende. Farron zag dat de mannen naar hun zakken grepen en hij sprong bovenop Marv. Ze knalden met zijn tweeën op de grond terwijl Farron schietgeluiden op de achtergrond hoorde. Hij keek op en zag de twee mannen hun geweer op hun richten. Zijn hersenen begonnen snel te werken en hij greep Marv bij zijn kraag. Vlug trok hij Marv de winkel binnen en dook opnieuw op de grond terwijl het glas achter hun kapot knalde. Farron beval Marv om over de vloer naar voren te kruipen en hij kroop snel achter hem aan, Marv moest veilig blijven.
'Iedereen laag blijven!' Herhaalde Farron schreeuwend. Schreeuwend en gillend gingen de mensen op de grond liggen, iedereen wilde zo ver mogelijk van de deur vandaan zijn. Er werd weer geschoten en plotseling was alles stil. De mensen bleven nog een paar minuten op de grond zitten en in de verte kwam politie aanrijden met loeiende sirenes. Marv keek met een wit gezicht om naar Farron. De deur van de winkel ging open en lichte voetstappen met een metalen narinkel kwamen binnen. Farron had het geluid geanaliseerd en stond op: er stond een politieagent. Precies zoals Farron had verwacht.
'Geen paniek dames en heren, de daders zijn gevlucht. U bent veilig.' Zei de agent. Langzaam begon iedereen op te staan en elkaar te troosten van de enorme schrik. Farron dacht na en vertrok met een snelle pas direct uit de winkel naar de plek waar de twee mannen hadden gestaan. Hij bekeek de plek goed, maar geen onderdelen meer liggen.
'Farron, wacht!' Hoorde hij Marv roepen. Hij keek naar de muur, maar daar kon hij moeilijk iets op vinden. Een beetje kruit.
'Laat de politie dit doen, joh! Je moet je daar niet mee bemoeien, straks word je nog verhoord!' Riep Marv. Farron keek hem aan.
'Gebeurd dat hier dan?' Vroeg hij.
'Ja,' hijgde Marv. 'Je moet je nooit met de zaken van de politie bemoeien!' Zei Marv. Farron keek nog een keer naar de grond en pakte een papiertje op. Vervolgens liep hij met Marv weg. Hij keek nog achterom en zag steeds meer politieagenten verschijnen: hij was net op tijd.
Eenmaal bij Farron thuis aangekomen gingen ze op Farron's kamer zitten.
'Jemig, zeg! Wat the heck was dat allemaal?' Riep Marv uit.
'Ik weet het niet.' Zei Farron bedachtzaam. Marv dacht ook na en zo bleef het een tijdje stil. Plotseling zag Farron de gezichtsuitdrukking van Marv langzaam veranderen.
'Wacht eens even! Jij wist dat dit ging gebeuren!' Zei Marv.
'Hoe kom je daar nou bij? Tuurlijk wist ik dat niet, anders was ik daar toch nooit gekomen. Ik wil niet dood!' Zei Farron.
'Maar je zei dat je het niet vertrouwde!' Zei Marv.
'Dat is iets anders dan 'weten wat er gaat gebeuren', Zei Farron.
'Hoe wist je dat die mannen dat gingen doen? Hoe zag je dat?' Vroeg Marv ongelovig.
'Mensenkennis.' Zei Farron simpel.
'Mensenkennis,' zei Marv sarcastisch. 'Farron, wat is er allemaal aan de hand?'
'Hoe bedoel je?' vroeg Farron. 'Dat kan ik toch ook niet weten?'
'Ik heb het gevoel dat je me niet alles verteld,' zei Marv een beetje sip. 'Je had ook al dat incident met het schoolhoofd waar je me nooit een duidelijk antwoord op hebt gegeven en je liegt zelfs al over je eigen huis.' Farron kreeg het warm.
'Huis? Ik heb je toch alles laten zien?'
'Schei uit, Farron!' riep Marv. 'Ik heb prima een deur en trap naar je kelder gezien! Dat kán geen kleine ruimte zijn! Waarom... waarom wil je het me niet vertellen? Vertrouw je me niet?' Dat laatste deed pijn bij Farron, natúúrlijk vertrouwde hij Marv wel! Het was zijn beste vriend! Of vertrouwde hij Marv niet? Hij had hem immers niet alles verteld.
Farron zuchtte.
'Marv, het zit zo: ik ben hier met een geheim naartoe gekomen, maar het blijkt dat het mijn geheim iets groter is dan dat ik zelf weet.'
'Je kent je eigen geheim niet?' Vroeg Marv.
'Nee,' zei Farron twijfelachtig. 'Ik denk het niet.'
'Kan ik je misschien helpen?' Farron keek zijn vriend aan.
'Ja, dat kan.'
Er zijn nog geen reacties.