*Do I ever cross your mind?For me it happens all the time*

Charlien pov.

De uren verstreken en langzaam werd het buiten donker. Ik lag in de armen van Harry alsof er nooit iets gebeurd was. Het was raar, maar toch ik kan me geen moment bedenken waarin ik zo gelukkig was. Alles was terug zoals het hoorde. Harry en ik weer bij elkaar. Kon het nog beter? Maar ik wist dat er iets ergs zat aan te komen. Ik had een raar gevoel in mijn maag en dat wou maar niet verdwijnen. Het zal wel maar een gevoel zijn, besloot ik. Ik maakte me druk om niets.
“Waaraan denk je?” fluisterde Harry. Ik probeerde me om te draaien en uiteindelijk slaagde ik erin om hem aan te kunnen kijken.
“Niets, jij?” fluisterde ik terug, ook al had ik geen idee waarom.
“Alleen maar aan hoe goed ik me nu voel. Alsof er niets meer mis kan gaan en toch.. Het voelt raar.” besloot hij dan maar. Een glimlachje speelde om mijn lippen. Ik was niet de enige met dit rare gevoel.
“Maak je geen zorgen, I will protect you.” zei ik. Hij lachte zachtjes en wreef een plukje haar uit mijn ogen.
“Dan hoef ik me dus geen zorgen te maken.” zei hij in mijn oor, nadat hij daar een kusje had geplaatst. Hij rolde zich over me heen. Een domme zet want daardoor vielen we beide op de grond. Met het nodige gilletje van mij. Op de een of andere manier slaagde Harry erin om voor mij op de grond te komen, waardoor ik een zachte landing had. Hij gromde, toen ik boven hem viel, maar na enkele momenten barstte we in lachen uit.
“Gelukkig ben jij er om mij te beschermen.” grijnsde ik. Ik drukte liefdevol mijn lippen op de zijne.


Harry pov.

Loom opende ik mijn ogen. Naast me lag Charlien. Ze sliep. Ik moest nadenken waarom ik wakker was geworden, maar toen ik rond me keek schrok ik me een ongeluk. Een donkere gedaante sloop door het huis. Ik wist niet wat ik moest doen en maakte Charlien wakker.
“Hmm.. W.wat?” zei ze slaperig, maar ik drukte mijn hand op haar mond. De gedaante stond stil en keek om zich heen. Blijkbaar zag hij ons niet want hij sloop verder richting de trap. Charlien keek nu naar de trap, met wijd open gesperde ogen. Ik gebaarde dat ze stil moest blijven en schoof richting de muur. Langzaam stond ik recht en schuifelde naar het lichtknopje. Ik keek het hoekje om. De gedaante was blijven staan en keek terug om zich heen. Ik had iets nodig om me te verdedigen. Mijn ogen keken rond in het duister en ik zag een lamp. Het was beter dan niets dus trok ik de lamp naar me toe en hield die stevig vast. Toen deed ik het licht aan en liet ik de lamp verbaasd zakken. Een oude man draaide wild rond met zijn wandelstok dreigend voor zich uit.
“Wie is daar?!” riep hij met een krakende stem. Charlien hijste zich van de grond en liep hoofdschuddend naar de man.
“Meneer Eeckhoud, toch niet alweer!” zei ze met een zucht.
“Charlien? Wat doe je in mijn huis?” zei de man. Ik stond nog steeds op mijn plek en zette de lamp terug neer.
“Nee, jij bent in mijn huis! Kom ik breng je wel terug.” Ze zuchtte keek verontschuldigend naar me op en bracht de man naar buiten. Ik hoorde hun voetstappen in de gang verdwijnen.
Na een tijdje kwam ze terug en sloot de deur. Ze draaide de sleutel in het slot.
“Sorry, dat doet hij nu altijd.” zuchtte ze. Ik lachtte en trok haar naar me toe.
“Gekker kan het nu toch niet meer worden.” zei ik voor ik haar een kus gaf.




Voor wie schrijf ik eigenlijk nog? XxJulie

Reageer (2)

  • LouiTie

    Voor mij ook! :) xx

    1 decennium geleden
  • xMuurbloem

    Voor mij :)

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen