Hoofdstuk 6
Kasandra was de enige die nog bij haar positieven was onder de blik van het spook, en zij schreeuwde dan ook: 'Rennen!'
Maar mijn voeten bleven aan de grond genageld, hoe hard mijn hoofd ook schreeuwde dat ik moest rennen. De geest keek me aandachtig aan en zweefde naar me toe.
'Xandria, rennen!,' hoorde ik Breyan roepen, maar ik kon niet bewegen. Mijn blik was gevangen in de ogen van de geest. In zijn roetzwarte ogen zag ik iets.
'Xandria...,' fluisterde hij sissend. 'Kom...'
Mijn benen gehoorzaamden aan zijn stem. Langzaam liep ik erheen, mijn ogen gefocust op de geest. Ik kon niets anders dan zijn bevel opvolgen.
Ik stond recht voor hem en ademde snel en angstig. Mijn handen probeerden de geest aan te raken, maar gleden dwars door de slierten die zijn lichaam waren. Ze voelden alleen wat kouder aan. Ik was bang en tegelijkertijd... gefascineerd en ik hoopte op iets.
Hij gleed naar me toe en fluisterde in mijn oor. Zijn stemgeluid voelde ik meer dan ik hoorde.
'Je bent iemand kwijtgeraakt, meisje. Iemand die veel voor je betekent. Zou je...' Hij liet zijn koude handen over mijn gezicht gaan. 'hem niet terug willen zien?'
'Mijn vader..,' fluisterde ik zachtjes voor me uit. Kon hij me naar mijn vader terugbrengen?
'Kom met me mee, Xandria.'
'Nee...'
'Kom met me mee... Wil je hem niet zien?'
Ik voelde een koude traan over mijn wangen lopen.
'Wil je hem niet zien? Hij houdt van je, Xandria. Hij wacht op je.'
'Laat me met rust!' Ik rukte mijn ogen los van de geestverschijning en begon te rennen. Tranen stroomden over mijn wangen. Kasandra wachtte op me en pakte mijn hand.
'Kom meisje, rennen!'
We renden en renden over de heuvels. Geesten waren nu overal om ons heen. Af en toe renden we door één van ze heen en dan voelde het alsof ijskoud water over je heen gegooid werd. Ik klampte me vast aan Kasandra's hand, het voelde alsof zij de enige was die me kon redden.
Overal waren ze, en ze fluisterden mijn naam; 'Xandria... Xandria...'
Ik voelde meer tranen opkomen. Nu voelde ik niet alleen angst, maar ook verdriet. Ze noemden mijn vaders naam en ik hoorde zijn stem in de verte. Maar het kon niet. Hij was dood.
'Kasandra?,' vroeg ik buiten adem. 'Is het echt waar? Kunnen ze me naar mijn vader leiden.?'
'Nee, meisje. Dat kunnen ze niet.'
Nu zag ik ook zijn ogen in de ogen van de geesten. Ik sloot mijn ogen en liet me meevoeren door de oude vrouw. Nu hoorde ik overal zijn stem en net toen ik dacht dat ik gek zou worden, was het stil.
Kasandra liet mijn hand los en in tranen liet ik me op het vochtige gras zakken. Ik probeerde op adem te komen.
'Wat deed je, Xandria?,' vroeg Leona boos. Breyan duwde haar geërgerd aan de kant en ging op zijn hurken zitten. Hij pakte mijn hand.
'Ben je oké?,' vroeg hij bezorgd. Ik schudde mijn hoofd. Ik kon de stemmen van de spoken niet van me af zetten.
'Waarom deed je dat?,' vroeg Breyan me, met in zijn stem een heel andere toon dan die van Leona. Terwijl haar stem geïrriteerd had geklonken, hoorde ik hoe bezorgd hij was.
'Hij sprak over mijn vader. Hij zei dat ik hem kon zien. Dat hij van mij hield.' Ik kon niet stoppen met huilen.
'Ze konden het niet, hè? Ze konden me niet naar mijn vader brengen. Kasandra?'
'Had je willen sterven?,' vroeg ze.
Ik schudde mijn hoofd.
'Dan konden ze het niet.'
Ik zuchtte zachtjes en stond toen op.
'Je hebt ons opgehouden,' zei Leona. Ze klonk zeurderig en ik keek haar kwaad aan. Ze had echt geen idee wat ik had doorgemaakt net. Ik wilde het erbij laten, maar ineens liep Breyan naar haar toe. Ze deinsde verschrikt achteruit, want hij zag er zo behoorlijk bedreigend uit.
'Opgehouden? Als er iemand ons ophoudt, ben jij het wel. Jij en je broer! Altijd zijn jullie aan het ruziën over die kaart! Als jij hem een keer stopt uit te schelden, misschien geeft hij je die kaart dan wel! Als je denkt dat je recht hebt Xandria te beschuldigen van oponthoud, kijk dan eerst naar jezelf!' Hij snoof en stapte weg, maar niet zonder Leona een harde duw te geven.
Iedereen, zelfs Kasandra, stond met een open mond te kijken. Leona struikelde en landde in het gras. Breyan keek Roelof met een donkere blik aan.
'Nou? Waar moeten we nu heen?'
De sfeer in de groep, die al zo goed was, was alleen maar bekoeld. Toch voelde ik een enorme dankbaarheid voor Breyan. Hij was voor me opgekomen. Misschien begreep hij op de één of andere manier hoe moeilijk het was geweest? Of misschien mocht hij me gewoon graag.
Ik ging naast hem lopen en bedankte ik hem.
Hij keek me aan en glimlachte voor de eerste keer weer. 'Graag gedaan.'
Gelukkig nieuwjaar! Ik had graag eerder een nieuw hoofdstuk willen schrijven, maar ik had het druk. Nog altijd bedankt voor het lezen.
Reageer (4)
Lolz! (cool)
1 decennium geledenIk hou van Kassandra, weet niet waarom...
1 decennium geledenverder?
1 decennium geledenMooi!
1 decennium geledenEn het begin deed me ergens aan denken. Weet alleen niet meer wat....
En jij ook een gelukkig nieuwjaar!
Snel verder!