Hoofdstuk 68

‘En jij bent een jager dus je kan dit prima,’ werpt hij tegen. We lijken midden in een discussie te komen, als Ron ons onderbreekt. ‘Sjonge jullie lijken wel een getrouwd stel. We hebben hier geen tijd voor, jullie gaan samen punt.’ ‘Goed, goed, we gaan al,’ mompelen we en we rennen naar de bezems toe. We springen erop en zetten de achtervolging op de sleutel in. ‘Hij is hier,’ schreeuwt Harry. Ik vlieg naar hem toe en we sluiten de sleutel in. Binnen een paar tellen heeft hij de sleutel in zijn vingers geklemd. ‘Ik zei toch dat jij de zoeker bent en niet ik,’ zeg ik hem om mijn gelijk te bewijzen. ‘Ja, ja,’ bromt hij. We gooien de bezems op de grond en proppen de sleutel in het slot. De deur zwaait open en de, nu nog meer verfomfaaide, sleutel vliegt weer terug naar de rest. In de volgende kamer ligt een bewusteloze trol. ‘Godzijdank hoeven we daar niet weer tegen de vechten,’ mompelt Harry. ‘Gelukkig niet,’ stemmen we in. We stappen over de trol heen en gaan door de volgende deur. Daar staat een reusachtig schaakspel. ‘Ron dit is nou jou ding,’ zeg ik en ik sla hem op zijn schouder. ‘Lijdt ons hier alsjeblieft door heen.’ Ron grijnst en bekijkt het schaakspel. ‘We moeten plekken van de stukken in nemen,’ zegt hij na een tijdje. ‘Alleen zo kun je winnen.’ ‘Maar wat als je geslagen wordt?’ Vraag ik ongerust kijkend naar de grote zware stukken, met wapens. Als die je slaan ga je er aan. ‘Zorgen dat je niet geslagen wordt,’ zegt Ron. ‘Zeg jij maar wat we moeten doen dan,’ zeg ik. ‘Jij kan het beste schaken. Sorry Harry,’ voeg ik er aan toe. Hij grijnst even. Ron laat ons plekken van stukken innemen. Ik ben de koningin. ‘Serieus?’ Vraag ik. ‘De koningin?’ ‘Jep,’ antwoord Ron. ‘Goed dan,’ brom ik. Van het spel kan ik niet veel volgen. De ene na de andere verplaatst en een aantal witte en een aantal van de onze worden geslagen. ‘Er is maar één mogelijkheid,’ zegt Ron na een tijdje, die op een paard zit. ‘Nee,’ roept Harry. ‘Je mag jezelf niet opofferen Ron.’ ‘Ik moet wel,’ zegt hij met een angstig gezicht. ‘Dat is de enige manier. Paard naar D5.’ Hij kijkt ons aan en knikt. Angstig kijk ik hem aan. Zijn paard schuift naar D5 en hij wordt geslagen. Hermelien wil naar hem toe rennen. ‘Nee!’ Roept Harry. ‘Blijf staan! Anders gaat het fout, je kunt niks meer doen nu. Onthoud we spelen nog steeds! ’Braaf blijft ze staan en het enige wat we kunnen doen is toekijken. De loper schuift naar voren en slaat Ron. Het paard valt aan stukken en Ron knalt bewusteloos op de grond. Harry zet de laatste zet. 'Schaakmat,' roept hij. De witte schaakstukken maken een lange rij, naar de deur. We lopen er tussen door en openen de deur naar de volgende kamer. In de volgende opstelling staan een rij toverdranken. ‘Sneep,’ mompelen we in koor. Achter ons stijgen paarse vlammen op en voor ons naar de deur zwarte. Ik slik even, bij het idee dat we hier vast zitten. Misschien wel voor eeuwig. Harry leest de beschrijving door die er bij staat. Hij schud zijn hoofd en geeft hem aan Hermelien. ‘Ik begrijp het niet.’ Ook Hermelien kijkt er naar en ik lees over haar schouder mee. Het lijkt ingewikkeld, maar dat blijkt het niet te zijn;

Achter je de veiligheid en voor je het gevaar.
Twee van ons die helpen je bij het zoeken naar wat je ook zoekt; eentje maakt dat je verder kunt,
Een ander voert de drinken terug naar zijn uitgangspunt.
Twee van ons bevatten slechts dovenetelwijn, Drie van ons zijn dodelijk, maar welke zouden 't zijn?
Kies, want anders blijf je hier tot aan de jongste dag.
We geven je vier hints, die je gebruiken mag.
Eén: al verbergt het dodelijk venijn zich nog zo slinks, Altijd staat gif naast netelwijn en wel altijd links.
Twee: anders zijn de flessen aan de uiteinden van de rij, Maar wie verder komen wil, heeft niets aan allebei.
Drie: zoals je ziet, verschillen onze maten erg. Je zult de dood niet vinden in de reus of in de dwerg.
Vier: de tweede fles van links en rechts lijken niet op elkaar, Maar wie de inhoud proeft die merkt: hij is verwisselbaar.

‘Oké,’ mompel ik en ik begin in mijn hoofd te puzzelen, net zoals Hermelien. De tweede van link en rechts zijn netelwijn, want die zijn verwisselbaar. De grote en kleine fles zijn niet dodelijk. En gif staan naast netelwijn. Langzaam voltooi ik het rijtje. ‘De kleine is om terug te gaan en de ronde aan het uiteinde helpt je verder,’ zeg ik. Ik kijk Hermelien aan die knikt. ‘Klopt,’ bevestigd ze. ‘Zeker?’ Vraag Harry. ‘Zeker,’ antwoordden we.