Hoofdstuk 2

Aiden
Een beetje versuft stap ik uit bed en kleed me aan. Het hele dorp is al wakker en als ik niet op tijd ben om mijn draak, Naur te voeren word hij kribbig en brand hij alles weer plat. Dat willen we niet nog een keer mee maken.

Naur is mijn 4 jarige draak. Als je 16 word moet je je eigen draken ei gaan ‘halen’ op de drakenberg. Dat is een traditie van het dorp en dit is een erg lastige klus. De jongens zijn verplicht alleen te gaan. De meisjes mogen iemand uit het dorp mee vragen.
Toen Naur uit zijn ei kwam heeft hij me vaak verwond. Het is een vuurdraak en als die nog jong en speels zijn branden ze alles plat. Ze hebben dan nog geen controle over zichzelf.

Nu is het vandaag mijn 20e verjaardag en mag ik eindelijk beginnen met het trainen van mijn draak. Dat houd in dat ik moet beginnen met ‘vlieglessen’ Nou lessen, ik moet het zelf uitzoeken.
Ook moet ik vanaf nu mee met de jagers. Wanneer een jongen 20 wordt moet hij mee gaan jagen. Ik ben een vampier dus dat wil zeggen dat wij het dorp moeten voorzien van ‘eten.’ Als je 30 word hoef je niet meer mee maar heb je andere verplichtingen. Dit is omdat het anders te druk word.

‘Aiden! Schiet op!’ brult mijn vader weer door het hutje heen.
We zijn dan wel vampiers maar we hebben het niet echt breed met z’n alle hier in het dorpje. Vanwege een grote oorlog die er ooit is geweest met de elfen leven we ver weg van hun in een diep en donker gedeelte van het land. Sinds dien hebben we de ‘Strijders.’ Ow ja ook al zo iets. Nu ik 20 ben geworden moet ik met de strijders mee als er gevaar dreigt.

Snel ga ik naar de keuken en pak mijn spullen van tafel. Mijn vader geeft me nog een zwaard en een mes en ik ben klaar om te gaan. Ik heb besloten om na het voeren en verzorgen maar eens te beginnen met het leren vliegen van mijn draak.
‘Aiden wacht!’ gilt mijn kleine zusje en ze komt naar me toe.
‘Hier, ik heb dit voor je gemaakt. Fijne verjaardag’ en ze houd een klein handje omhoog.
In haar handje heeft ze een armband met een blauwe steen er aan.
‘Ik heb er ook een’ zegt ze dan verlegen en laat haar handje zien.
Voorzichtig pak ik het armbandje en doe het bij me om.
‘Dankjewel hij is erg mooi’ en ik kijk haar aan in haar bloedrode ogen.
‘Doe voorzichtig grote broer’ en ze slaat haar armen om me heen.
‘Zal ik doen Ithil’ en ik geef haar nog een kus op haar voorhoofd.

Ithil is mijn kleine stief zusje van 8 jaar. Ze is ook een vampier. Ik ben zelf een vampier sinds mijn 15e omdat mijn ouders allebei aan een ernstige ziekte zijn overleden. Wat Ithil haar verhaal is weet ik niet maar ik kom er nog wel een keer achter. Mijn stief ouders zijn altijd goed voor Ithil en mij, daar heb ik niets over te zeggen.

Ik ga naar buiten waar het bijna altijd donker is. Het hele dorp is al in beweging en veel vampiers zijn al op weg naar hun draken om ze te verzorgen. De mijne woont wat verder weg dan die van de anderen omdat hij zo nu en dan de boel in vlammen laat opgaan. Het werd te gevaarlijk om hem dicht bij het dorp te houden.
Op een hoog tempo vlieg ik bijna door het bos heen. Daar is het dan, de grote grot waar Naur woont. Ik hoop dat hij niet al te boos op me is omdat ik zo laat ben.