Chapitre Trois
Ines Leveque
"Zo, dat was een kort eerste dagje", zegt Amelia opgelucht als we beide naar ons kluisje gaan. Onze kluisjes liggen best dicht bij elkaar, wat wel fijn is.
"Ik moet nu nog werken", zucht ik.
"O, ja. Hoe laat ben je dan thuis?", vraagt Amelia terwijl ze haar kluisje dicht maakt en naast me komt staan.
"Ik zou het niet weten. Ik hoop niet te laat, want ik ben nogal moe, maar ik sms je nog wel", zeg ik en ik maak ook m'n kluisje dicht als ik klaar ben. We lopen naar de kapstok en ik haal m'n jas eraf om die vervolgens aan te trekken.
"Ik maak wel wat eten", zegt Amelia en ik knik. Altijd fijn zo'n huisgenoot die heerlijk kan koken. Ik kan zelf ook wel wat maken, maar veel verder dan macaroni, spaghetti, bami, nasi en nog wat van dat spul allemaal, gaat het niet. "Veel plezier", zegt Amelia nog.
"Thanks", zeg ik sarcastisch en we zeggen gedag. Niet dat ik het werk zo erg vindt. Ik heb best wel gezellige collega's, vooral Hannah. Bij haar kan ik altijd wel terecht, en dat onze bureau's tegenover elkaar liggen is alleen nog maar handiger, omdat we altijd wel wat hebben om over te praten. Vooral de baas, die best wel leuk is. Hannah vindt hem volgens mij ook wel een lekker ding, maar volgens mij vindt ze hem niet zo leuk als dat ik hem vind. Dit klinkt echt stom. Mijn baas. Maar hij is niet echt een type baas. Hij kan wel streng zijn, maar hij is toch wel leuk. Hannah vindt volgens mij het afdelingshoofd leuker. Op zich is onze baan helemaal niet zo erg. Overal lopen wel leuke jongens rond, van onze leeftijd ook nog. Een paar jaartjes ouder, maar dat is juist goed. Op college ben ik een van de oudste omdat ik op de basisschool een jaar ben blijven zitten, en een lange middelbare school heb gehad. Toch heb ik vandaag niet zo'n zin erin. Waarschijnlijk omdat het de eerste maandag na een 4 weken lange zomervakantie is, en het eigenlijk lekker weer is om buiten rond te wandelen of te gaan zwemmen. Het is echt heerlijk om door Parijs te lopen op een zomerse dag. Of om aan het zwembad te zonnen. Echt zo chill. Op de bovenste verdieping van ons appartementen complex is een zwembad, en omdat veel appartementen te koop staan, is het bijna een privé zwembad, omdat Amelia en ik de enige zijn die het gebruiken. Amelia zal wel lekker aan het zonnen zijn, of door Parijs aan het lopen, terwijl ik moet werken.
Ik schrik op uit gedachten wanneer ik voor het rode stoplicht moet wachten. Ik druk op het knopje en kijk alle auto's voorbij razen. Die drukte is altijd hier, wat best jammer is. Er zou eens een auto vrije dag moeten komen, en dan gewoon rondrennen op het wegen overal, waar het doodstil is. Dat zou echt geweldig zijn. Parijs zonder auto's! Droom maar lekker verder, Ines!
Plots wordt het getik sneller, wat betekent dat het stoplicht groen is en ik mag oversteken. Aan de overkant ligt Starbucks, waar ik snel nog even naar binnen ga. Dat doe ik dus altijd. Starbucks ligt aan de andere kant van de kruising, wat dus nog niet eens honderd meter weg is van het kantoor van de Financial Times Paris. Het is nog erg rustig in de Starbucks, en ik zou niet weten waarom. Het is geen ochtend, en ook geen tijd om te lunchen, een beetje er tussen in. Meestal is het wel druk hier.
"Hoi, Ines, wat wil je?", vraagt Tom die in z'n uniform te wachten staat.
"Skinny vanilla latte", bestel ik. Ondertussen ken ik Tom wel al. Ik kom erg vaak hier, en ik ben nogal erg sociaal en maak vaak een praatje met mensen. "Hoe is het?", vraag ik. Hij komt wel eens erbij zitten als ik hier rustig m'n koffie opdrink en dan kletsen we over vanalles. Hij is best wel een vriend geworden, maar buiten Starbucks spreek ik hem eigenlijk nooit. Best jammer.
"Ja, prima. Ik heb je lang niet meer gezien hier. Van je vakantie genoten?", vraagt hij.
"Heel erg, jij ook?", vraag ik.
"Ja, super! We moeten weer eens wat bijpraten!", stelt hij voor.
"Inderdaad, maar ik moet nu weer verder, want ik moet werken, maar dat doen we zeker een andere keer", zeg ik. Hij overhandigt mij m'n skinny vanilla latte, ik betaal en we zeggen weer gedag.
Als ik buiten kom schijnt de zon meteen weer in m'n gezicht. Ik druk weer op het knopje van het stoplicht en wacht voor het rood, terwijl ik m'n beurs weer goed opberg in mijn tas. Geduldig wacht ik in het zonnetje en neem ik een slokje. Het is echt heerlijk weer! Jammer dat het al eind augustus is en de herfst er dadelijk weer aan komt. Het stoplicht springt op en groen en ik loop snel over. Als ik op m'n gemakje loop ben ik te laat, en word ik zeker overreden door die ongeduldige mensen achter hun stuur. Bij het volgende stoplicht wacht ik weer. Normaal erger ik me hier altijd aan, maar het zonnetje schijnt en ik heb mijn skinny vanilla latte, dus mij hoor je niet klagen. Als snel kan ik weer oversteken en kom ik bij het kantoor uit. Mijn slechte humeur van deze ochtend is verdwenen door het lekkere weer, en vrolijk stap ik naar binnen. Ik word door Melanie achter de balie begroet, en groet haar terug. Ik loop verder naar de tweede verdieping waar ik moet zijn.
"Ines! Dat is lang geleden", zegt Hannah meteen als ze me ziet aan lopen. "Hoe was je vakantie?"
"Mijn vakantie was best wel fijn. Het was echt heerlijk in Zuid-Frankrijk", zeg ik glimlachend wanneer ik m'n jas ophang en aan m'n bureau ga zitten. "En jou vakantie?"
"Oh, ik was maar een weekje vrij. Pierre had me nodig hier", zucht Hannah.
"Echt? Je bent in je vakantie hier geweest?", vraag ik verwonderd.
"Ja! Maar ik krijg die twee weken voor de herfstvakantie nog", zegt Hannah.
"Oh, dus je hebt drie weken herfstvakantie?", vraag ik terwijl ik m'n computer opstart, en m'n handen op m'n bureau leg.
"Ja", zegt ze blij.
"Kijk hoe mooi dit bureau nu nog is", zeg ik. Hannah buigt zich over het schotje, dat tussen onze bureau's staat en kijk naar mijn bureau waar alleen een computer, een schrijfblok en een pen op ligt.
"Hopelijk wordt het niet zo erg als vorig jaar", zegt Hannah.
"Inderdaad. Dat was een beetje erg", zeg ik lachend. Vorig jaar was m'n bureau heel erg vol. Niet echt een rotzooi, hoor, maar meer een berg van ongeorganiseerde papieren. "Daar ga ik weer", zeg ik zuchtend en lachend tegelijk. Ik pak papieren uit mijn tas, die ik nodig heb en plant die op m'n bureau neer. Het is niet veel, maar het gaat wel weer die richting in dat m'n bureau over een week helemaal vol ligt. "Weer een nieuw jaar", zeg ik en Hannah kijkt me glimlachend aan. Ik kijk nog even richting het kantoor van de baas, maar ik kan niet zien of hij er is, of niet.
Reageer (8)
Leuk!! Ik leest dit op het vliegveld in Phoenix!!
1 decennium geledenSnel verder (: x
1 decennium geledenSnel verder! (:
1 decennium geledenSuper leuk!!! Wanneer komt Liam?? xxx
1 decennium geledenVerder hoor (;
1 decennium geleden