Foto bij hoofdstuk 1: Laatste herinnering

07/02/2000. Seattle.
Gegil vanuit de andere kamer kwam mijn kamer in. De deur stond op een kier. Ik wauw dat ik uit mijn bed kon klimmen, maar daar was ik nog te klein voor. Ik hoorde stemmen: ‘Alstublieft neem mij, neem mij, niet haar dood mij maar, maar laat haar leven!’ Gevolgd door weer een ijzige gil. Ik wauw dat ik iets kon doen om mijn moeder te redden, maar wat kon ik doen? Ik was 1 jaar. Wat kan een kind van 1 nou doen om haar ouders te redden. Ik vroeg me af waar mijn vader was, ik had hem al een hele tijd niet meer gehoord, en ik vreesde het ergste. Opeens hoorde ik een boos gegrom en wezens die geschrokken klonken.
‘Nee, dat is onmogelijk. Dat verklaart wel de stank. Snel hij moet eerst dood dan kunnen we verder.’ Een meisjesachtige stem zei dat angstig en gehaast, maar toch was het heel mooi om aan te horen. Gegrom ging over in gejank, en ik wist dat mijn vader het niet lang ging redden. Wat deden ze met hem, waardoor hij niet tegen ze op kon? Het gejank hield op en mijn moeder gilde weer. Ik wist al wat er was gebeurd, maar kon het niet beseffen. Het was gewoon onmogelijk. Die wezens moesten speciale krachten hebben. Ik hoorde een andere stem lachen. Deze stem was zwaarder, als die van een man, maar weer te hoog voor een volwassen man. Het klonk ongeveer als die van een jongen van z’n 17/18 jaar.
Terwijl ik daar over na zat te denken, besefte ik dat mijn moeder niet meer gilde. Ik schrok ervan, totdat ik iemand hoorde snikken. Het was zacht, maar ik kon het toch horen. Een sterk gehoor, had ik van mijn vader geërfd. Het gesnik ging over in een gil die plotseling ophield. Het maakte me bang, maar ik was ook op m’n hoede. Mijn vader zie altijd:’ Je moet altijd van je af bijten.’ En dat had ik een beetje te letterlijk genomen. Mijn vader was als eerst de klos want hij…
Het geluid van voetstappen richting mijn kamer verstoorde mijn gedachten. Ik hoorde de zoete vrouwen stem. ‘Ze is hier. Ik kan haar ruiken. Ze ruikt anders dan die hond. Hmmm het is bijna lekker.’ ‘ Ah zus, dat meen je niet.’ Dat was die man! ‘Hoe kan je die geur… wacht je hebt gelijk.’ De deur van mijn kamer werd zachtjes open geduwd.
Daar in de opening stonden 2 wezens. Ik wist zeker dat het geen mensen waren, want daar waren ze te mooi voor.
Het meisje had blond haar in een knot. Haar gezicht was spierwit en prachtig mooi. Haar ogen waren donker rood en minder vriendelijk dan haar gezicht. Ik werd er een beetje bang van.
De jongen had donker bruin haar, en ook zijn gezicht was spierwit en mooi, met donker rode ogen.
Langzaam kwamen ze op me af en ik ging achteruit in mijn bed. Voordat ik met mijn ogen kon knipperen stonden ze naast mijn bed en keken naar me. ‘Ze ruikt heerlijk!’ Zei de jongen. ‘Ik kan haar hart hier horen. Toch wel raar dat ik daar nu op let.’ ‘Concentreer je Alec.’ Het meisje zei het met een scherpe ondertoon. ‘Als we niet snel genoeg zijn kunnen we de transformatie niet stoppen.’ ‘Kom op Jane. Alsof ik dat zou laten gebeuren.’ Zei de jongen, die dus Alec heette tegen het meisje Jane, een beetje spottend.
Het meisje kwam dichterbij en haar witte hand ging naar mijn gezicht. Ik wauw weg maar was toch nieuwsgierig hoe z’n witte hand voelde. En trouwens, ik kon toch niet verder achteruit, en opstaan lukte mij alleen maar als ik hulp kreeg.
De witte hand van Jane kwam bij mijn gezicht, en ze raakte mijn wang aan. IJskoud waren haar vingers, maar tegelijk ook zacht. Toch vertrouwde ik het niet. Dit leek teveel op hoe mijn vader ze had omschreven uit een boek. Hij zei dat ik voor ze moest oppassen, en ik dacht dat hij een grapje maakte en dat deze wezens niet bestonden. Wel dus, en ik duwde mijn gezicht weg van haar hand.
‘Waarom wacht je zolang? Ik begin weer dorst te krijgen en die geur van de hond hangt hier, en is niet te harden!’ Alec kreeg een boze frons. ‘Wees niet zo ongeduldig. Anders wacht je toch lekker buiten.’ Aan Jane’s stem te horen begon ze een beetje boos te worden. ‘Ik wil dit kind!’ ‘Fijn, ik wacht wel buiten.’ Alec begon zo te zien ook een beetje boos te worden. En wat bedoelde Jane met ‘Ik wil dit kind!’? Ik werd nu wel echt bang!
Alec ging naar buiten toe, zoals hij zei, en Jane pakte mij zonder iets te zeggen op en ging zitten op de stoel die naast mijn bedje stond. ‘Wees maar niet bang, kleintje.’ Ze zei dit met een poeslieve stem, zodat je haar wel moest geloven. Toch zat ik te twijfelen. Ik sprak met moeite een paar woorden uit: ‘Waar mama e papa?’ ‘Mama en papa komen niet meer, kleintje.’ Toen ze dat zei, wist ik dat mijn gevoel gelijk had, en dat wat mijn vader over deze wezens had verteld waar was. Het waren geen verzinseltjes uit een boek. Ze waren echt! Ik begon iets te piepen en Jane had een glimlach om haar perfecte lippen. ‘Dit gaat even pijn doen, maar het is zo weer over.’ Verzekerde ze mij. Toen deed ze met haar ijskoude vingers mijn haar opzij en mijn hoofd een beetje scheef, zodat mijn nek open en bloot lach. Nu werd ik echt bang en begon te huilen, maar Jane trok zich er niets van aan, en boog zich naar mijn nek. Ik voelde haar koude tanden ik mijn warme nek, en begon weer te piepen. Met een overweldigende pijn zetten Jane haar tanden in mijn nek. Ik gilde van de pijn en voelde hoe Jane mijn bloed opzoog. Opeens voelde ik dat ze haar tanden en mond razendsnel terug trok uit mijn nek en gromde. ‘Gadverdamme! Er zit wat honden smaak aan.’ Toen ze dat zei, voelde ik een koude vloeistof door mijn lichaam gaan. Het leek alsof ik in brand stond! Jane liet mij vallen en ik viel mat een bons op de grond. Ik kronkelde van de pijn. Schreeuwen of huilen kon ik niet. Jane stond als een standbeeld tegen de muur gedrukt, en Alec stormde binnen. Toen hij mij zag en toen Jane, zei hij:’ Wat heb je gedaan! Dit kan onze dood worden! Je weet dat we kinderen niet mogen transformeren, en zeker niet dit kind! Hoe kon je.. laat ook maar we moeten hier weg!’ Hij pakte Jane bij haar arm, die nog steeds als een blok ijs tegen de muur stond, en trok haar mee de kamer uit, naar buiten.
Ik voelde mezelf veranderen in iets anders. Ik wist al dat ik anders was dan anderen, maar deze transformatie. Ik wist waar Jane en Alec het de hele tijd over hadden. Het verhaal over deze wezens. Spierwit. IJskoud. Rode ogen. Lieve stem. Lieve lach. Ontzettend mooi. Het was zeker. Dit waren… vampiers!
En die transformatie waar ze het over hadden. De ijskoude vloeistof die nu door mijn lichaam raasde. Het brandende gevoel dat maar niet weg wou. Jane had haar gif in mijn lichaam toegelaten, en nu was ik ook aan het transformeren!
Maar wat hadden ze bedoeld met: ‘We mogen geen kinderen transformeren, en deze zeker niet!’ ? Wisten ze dat ik anders was? Dat mijn vader anders was? Dat mijn opa, ooms en neven anders waren? Dat ik het enige meisje van deze soort in mijn familie was?
Ik probeerde mij te bewegen. Het ging heel moeizaam, maar ik kwam vooruit. Met zoveel pijn in m je lichaam zou je bijna denken dat het onmogelijk was, maar toch kroop ik langzaam mijn kamer uit.
Toen ik de woonkamer zag, dacht ik dat ze hier een bom hadden laten ontploffen! Maar mijn aandacht werd getroffen door 2 lichamen. De één van mijn moeder. De ander van mijn vader. Al zou je dat niet zeggen. Ik wist dat dat mijn vader was, omdat ik hem al een paar keer zo had gezien.
Hij was geen mens, maar een ongelofelijk immens grote wolf. Hij had een donker grijze vacht, en was 2 keer zo groot als een normale wolf.
Nu lag hij daar, heel stil en vredig in de armen van mijn moeder.
De brandende pijn de nog steeds door mijn lichaam racete, werd erger, en ik kon niet meer op handen en knieën staan. Ik verzamelde al mijn kracht om naar mijn moeder te gaan. Ik ging onder haar arm liggen. Haar donker bruine, lange haar, viel over mijn hoofd.
Ik had veel van haar geërfd. Ook ik had bruin haar, alleen net wat lichter, en bruine ogen. Mijn huid was iets getint, net als dat van mijn ouders.
De pijn was nu echt ondragelijk geworden, en ik lag dicht tegen mijn moeder aan tot het op hield. Zomaar, opeens hield de pijn ermee op.
Ik hoorde harde sirenes, en ik deed mijn handen over mijn oren.
Het duurde langer dan ik dacht voordat de ambulance er was, en ik dacht dat het beter was om mij te verstoppen, zodat ik zelf opzoek kon gaan naar mensen die mij konden helpen, in plaats van in het ziekenhuis te liggen.
Ik wilde proberen om op te gaan staan, en dat ging heel gemakkelijk.
De ambulance stopte en ik wilde naar mijn kamer rennen, en ik was binnen 1 seconde al in mijn kamer. Ik was sneller dan het licht geweest.
Mijn moeder zei al altijd dat ik speciaal was, maar zo speciaal… dat kan gewoon niet.
Er kwamen 4 mannen het huis in en schrokken toen ze mijn vader, of voor hun de wolf, zagen. Toen ze erachter kwamen dat hij dood was en mijn moeder ook, namen ze hun mee naar buiten. Ik voelde een intens verdriet op komen, maar het lukte niet om te huilen. ‘ Er moet hier ook ergens een kind zijn. Dat kun je zien aan de foto’s.’ Zei één van de mannen. Ze doorzochten het huis en kwamen als laatste bij mijn kamer aan. Ik verstopte mij in mijn kast, onder de kleren, en ze vonden mij niet.
Toen ze weg waren voelde ik mij heel alleen en verdrietig, maar op de een of andere manier ook boos. Boos omdat Jane en Alec mijn ouders hadden vermoord. Boos omdat Jane mij zoveel pijn had bezorgt. Boos omdat ik niet wist waar ze het over hadden. Verdrietig omdat ik mezelf niet was. Dit was niet mijn lichaam, en sinds wanneer kan een kind van 1 opeens opstaan, en binnen 1 seconde naar haar kamer rennen?! Ik liep naar de spiegel, en schrok mij rot. Dit kon ik niet zijn! Dit was ik niet! Ik had altijd bruine ogen, bruin haar en een getinte huid. Nooit heb ik goed kunnen lopen, en al helemaal niet zo snel.
Het meisje dat in de spiegel stond had mooi blond haar, een spierwitte huid en fel blauwe, stralende ogen. Ik raakte de spiegel aan, en het meisje in de spiegel deed dat ook.
Ik weet nog dat ik de spiegel altijd koud had gevonden, maar nu voelde ik geen kou. Integendeel zelfs, ik voelde een normale temperatuur! Het was alsof het glas dezelfde temperatuur had als een deken.
Ik raakte mezelf aan, het meisje in de spiegel deed dat ook, en ik voelde dat mijn huid harder was dan normaal.
Ik liep naar de kast toe, en schopte ertegen. Normaal zou ik pijn gevoeld hebben, maar nu voelde het alsof en veertje tegen mij aan kwam.
Ik dacht dat ik heel bang zou zijn voor wat ik nou was, maar dat was ik zeker niet. Ik was niet echt heel erg blij, maar bang of boos ook weer niet. Het was vreemd, maar ik voelde mij… speciaal! Echt speciaal, omdat ik wist dat ik zelfs in dit nieuwe leven anders was. Ik wist dat er geen enkel wezen van dezelfde soort was als ik. Waarom… ik was nu een vampier, maar geen gewone. Dat wist ik zeker, omdat Jane had gezegd dat er ‘honden smaak’ aan mijn bloed zat. Ik was half vampier, half weerwolf!

Reageer (2)

  • Sonyara

    een super hooofdstuk:D:D:D

    1 decennium geleden
  • pandagirl

    omg! Jane! :@
    &ga please snel verder!!
    xx

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen