Hoofdstuk 6
Dan denk ik weer terug aan mijn droom: mijn moeder zei dat het niet zo had moeten aflopen, en dat ze me nog zo graag zou willen zien, en vatsoenlijk afschijd zou willen nemen. Ik weet dat het maar een droom was, maar het was zo eng... Langzaam begin ik weer te huilen, en ik verstop mijn gezich in het kussen. Niall wordt wakker. Eerst kijkt hij verbaast mijn richting in, maar als hij merkt dat ik huil, gaat hij meteen naar me toe om te vragen wat er aan de hand is. 'Hè? Gaat het wel? Je ziet een beetje pips...' ik moet lachen om hoe zorgzaam hij is 'Gelukkig, je kan weer lachen. Je mag je mooie lach wel wat vaker tonen, hoor, je word er alleen maar mooier van. Kom we gaan ontbijten.' We lopen naar beneden, naar zijn keuken. Hij loopt naar de telefoon 'Wacht heel even' zegt hij, daarna heeft hij een heel kort gesprek met degene die hij belt. 'Ik heb wat warme broodjes besteld, de bakker komt ze over ongeveer een kwartiertje brengen. Ik ga alvast een omeletje maken, wil jij er ook een?' vraagt Niall, 'Ja, lekker.' is mijn antwoord, en daarna valt er een lange, ongemakkelijke stilte. 'Waarschijnlijk bellen zometeen de agenten die gister, eh, ja, het vervelende nieuws vertelde' zegt hij, 'Waarom?' 'Ze wilde weten of jij nog misschien afschijd wilde nemen van je moeder, en ze wilde nog andere dingen met je bespreken' 'oh, oke' zeg ik, en ik merk aan mezelf dat het allemaal nog niet zo goed tot me is doorgedrongen. Dat komt zometeen, nu even rustig wakker worden.
Er zijn nog geen reacties.