Hoofdstuk 3
Hij pakt mijn hand en we lopen naar mijn huis. Mijn handen trillen, en hij merkt het.
'Gaat het? Ik bijt niet hoor, er is niets om bang voor te zijn' zegt hij 'kom, doe je de deur open?'
'Ehm, ja' ik pak de sleutel onder de bloempot 'het is een beetje rommelig, maar vind je dat heel erg?'
'Nee joh, mijn huis is ook altijd rommelig!' zegt hij met zijn lieve stem.
Ik loop naar boven om me om te kleden, als hij zegt 'waar zijn je ouders?'
'Mijn moeder is aan het werk, en ik heb geen vader' andwoordt ik op zijn vraag.
'Is je vader, ehm, dood?'
'Oh, nee hoor. Mijn vader is een zaad donor, dus ik weet ook niet wie hij is.'
'Je moeder wel?'
'Nee'
'Oh, jammer'
'Nou, eh, ik ga me even omkleden. Kijk maar even tv en pak maar iets te eten. Doe alsof je thuisbent'
'Oke, tot zo'
Ik doe een joggingbroek aan en een sweater. Ik maak mijn gezicht schoon met een washandje, maar Niall roept me dus ik ren naar beneden.
'Samantha, er staan 2 politieagenten voor de deur, ze willen je wat vertellen!'
'Ik kom er aan Niall'
Als ik beneden ben kijk een politieagente mij aan en zegt: 'Mogen we even binnenkomen, we moeten je wat vertellen.'
'Natuurlijk, wat is er aan de hand?'
'Ga er maar even voor zitten' zegt de andere agent.
Ik leidt ze het huis binnen, en Niall en ik nemen een plaatsje op de bank. De agenten blijven staan.
'Jij bent Samantha Mei, toch' vraagt de agente.
'Ja' antwoordt ik.
'Samantha, je moeder is daarnet omgekomen bij een verkeersongeluk.
Op dat moment lijkt mijn wereld in te storten: geen vader, geen broer of zus, en nu ook geen moeder. Weer val ik flauw.
Reageer (1)
OMG!! Snel verdr!!
1 decennium geleden