Foto bij Hoofdstuk 3

'Hallo, jongens,' zei de vrouw met een krakende stem. 'Waren jullie op zoek naar een... heks?'
Dramatisch. Maar Leona knikte alleen maar. 'Kom binnen.'
Ik stond bijna op en neer te springen. Deze vrouw was een echte heks! Zou ze ons tovertrucjes laten zien?
'Kan je trucjes, heks?,' vroeg Roelof, alsof hij mijn gedachten gelezen had. Maar ik twijfelde er al aan of hij een kaart kon lezen, laat staan mijn gedachten.
De vrouw lachte. 'Hihi. Of ik trucjes kan. Nee... Kasandra doet geen trucjes in schimmige herbergen. Wij moeten voorzichtig zijn. Gevaar schuilt overal. Trucjes, zegt de domme. Trucjes...'
Kasandra dus. En ze had lef Roelof de domme te noemen, want hij zag er niet uit als iemand die dat zomaar zou pikken. Maar de man deed niets, hij gromde alleen maar.
Daarom liep ik naar voren en pakte haar gerimpelde hand. 'Ik ben Xandria en ik ben avonturier. Het is een eer om u te ontmoeten.'
De oude vrouw lachte en zei:'Kijk, een meisje met manieren. Dat zie ik graag.'
Leona onderbrak ons beginnende gesprek, door te zeggen: 'Ja, ja. We wachten nu alleen nog op onze ridder. Hij is laat.'
Kasandra keek een beetje chagrijnig. Ik vroeg me af hoe de rest van de reis met haar zou verlopen. En belangrijker nog: hoe gevaarlijk moest die reis wel niet zijn als we bescherming tegen magie nodig hadden?
Maar al snel werden mijn zorgen vervangen door opwinding. Wie zou die ridder zijn waar Leona het over had? En zou hij snel komen?

Toen we allemaal al een tijdje rustig zaten, kwam er een man binnen met zwart haar. Hij was gekleed als een ridder, hoewel hij geen harnas droeg. Toen hij dichterbij kwam, zag ik dat hij donkergele ogen had. Ik schatte hem ongeveer twintig jaar oud. Ouder dan ik, maar jonger dan Leona en Roelof.
'Jullie wachten op mij?,' vroeg hij. We knikten synchroon. 'Sorry dat ik zo laat ben. Mijn paard ging ervandoor en ik moest het laatste stuk lopen.'
Onmiddellijk vergaf ik hem dat hij te laat was. Hij zag er inderdaad vermoeid uit. Ik besloot opnieuw het voortouw te nemen en me voor te stellen.
'Ik ben Xandria. Dit zijn Roelof, Leona en Kasandra. Welkom.'
'Ik ben Breyan. Leidt jij ons?,' vroeg hij.
'Nee, dat doe ik. Ik heb de kaart,' bromde Roelof.
Leona keek kwaad, maar zei niets. Het was maar al te duidelijk dat ze er niet mee eens was, maar ook dat ze geen keuze had. Ik vroeg me af waarom juist Roelof de kaart had. Ik kende hem nog geen kwartiertje, maar nu al zag ik dat hij te stom was om een kaart te lezen.
Breyan ging bij ons zitten en bestelde wat te eten. Onder het eten leidde Leona ons in in onze speurtocht. Het was wel duidelijk dat zij de echte leider was, wat haar broer daar ook van mocht denken.
'Ons plan is een schat te vinden die op de kaart staat die Roelof mij weigert te geven.' Toen ze dat zei, keek ze even giftig naar haar broer. 'Deze kaart is al generaties in de familie en het wordt eens tijd dat we er iets mee doen. Roelof, kun je voor deze keer de kaart laten zien? Xandria, Breyan en Kasandra moeten ook weten waar we het over hebben.'
'Nee.'
'Kleuter,' sneerde ze naar haar broer. Toen wendde ze zich weer naar ons. 'Zelfs ik heb die kaart nog niet gezien.'
'Pa gaf hem aan mij!' Leona had gelijk. Roelof gedroeg zich inderdaad als een kleuter.
'Pa was nergens goed voor,' barstte Leona plotseling uit. 'Drinken en eten kon hij, de hele dag! We waren ooit rijk, Roelof. Hij heeft al ons geld verbrast.'
'Praat niet zo over pa!,' schreeuwde haar broer.
'Hij is dood. Wat kan mij het schelen? Ik wil dat geld. Dat jij hem nog steeds als een heilige ziet, is niet mijn probleem. Nou, geef mij die kaart!'
'Pa gaf hem aan mij. Hij was trots op mij!'
'Trots? Op jou kon alleen een dronkaard trots zijn. Jij bent nog dommer dan die ezel waar je altijd op reed.'
Roelof leek op het punt te staan zijn zus aan te vallen, zo kwaad keek hij. Toch deed hij dat niet. Hij zweeg alleen maar. Breyan en ik keken elkaar aan. Gênant... Op Kasandra leek deze ruzie geen effect te hebben. Ze keek alleen maar zwijgend toe. Moest ik met deze mensen een schat gaan zoeken? Dat was wel een hele uitdaging voor een beginner als ik.

Roelof had eindelijk een belediging gevonden die hij naar Leona kon gooien en dat deed hij dan ook. Minutenlang gingen de scheldwoorden heen en weer over de tafel, totdat de vrouw achter de balie eindelijk in beweging kwam.
'Geen gevechten in me herberg, of motten jullie een klap met me knuppel?'
De vrouw praatte een beetje plat, maar ze leek vastbesloten. Ondanks haar taal schatte ik haar slimmer in dan Roelof. Hij en Leona gingen mokkend terug op hun stoelen zitten en aten zwijgend verder. Ik vreesde voor het moment dat we de herberg uit waren.
'Zeg Breyan,' fluisterde ik tegen de ridder. 'Heb jij soms ook een knuppel bij je?'

Ik wil graag even hallo zeggen tegen mijn eerste abonnees! Dank jullie wel voor het lezen. Ik hoop dat jullie het nog steeds leuk vinden.

Reageer (5)

  • SuperrrLouis

    allo (:

    1 decennium geleden
  • annickemiek

    ik vind breyan nu al awsome!

    1 decennium geleden
  • Kieran

    haha geweldig die laatste zin, snel verder!
    vind het onderwerp van je verhaal echt origineel & leuk! (:

    1 decennium geleden
  • Kobyla

    Haha, geniaal!
    Snel verder!

    1 decennium geleden
  • Solavellan

    leuk stukje! ;p

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen