Chapter 32 ~ Sarah Johnson
Trillend zat ik op de bank voor me uit te staren. Waar haalde hij het lef vandaan om zomaar weer in mijn leven op te duiken? 'Hier, lieverd.' Eleanor overhandigde mij een kop met dampende koffie en ik schonk haar een dankbaar lachje. Mijn aandacht was op de damp gevestigd toen ik voelde hoe ze langs me kwam zitten. Bemoedigend legde ze haar arm om mijn schouders, wat ervoor zorgde dat ik iets naar haar toe zakte. 'Dit kan echt niet, Sarah.' sprak ze me voorzichtig toe. Ik haalde mijn schouders op. 'Ik wil er niet over praten.' mompelde ik waarna ik haar meteen hoorde zuchten. Ik draaide mijn hoofd naar haar en keek haar doordringend aan. 'Echt niet.'
'Harry, jij snapt toch ook dat niet meer kan?' snauwde ze hem toe. Ik hield mijn ogen dicht om hun in de waan te laten dat ik sliep. 'Als ze het niet wilt, ga ik haar niet dwingen.' fluisterde hij. 'Godverdomme,' vloekte ze van frustratie, 'je weet dat hij hier ieder moment weer voor de deur kan staan en als hij haar meeneemt, kun jij niks doen.' 'Als die klootzak hij hier nog één keer vertoont, dan-' 'Dan wat?' onderbrak Eleanor hem. Ik was het geruzie zat en ging rechtzitten. 'Hou op met ruzie maken.' beet ik hun toe. Ik gooide het dekentje wat me warm had gehouden langs me op de bank en stond op. 'Het is mijn leven, ik beslis erover en het is niet aan jullie om daar ruzie over te maken.' Een doodse stilte vult de woonkamer wanneer ik hun één voor één aankijk. 'Hij is het niet waard om ruzie over te maken.' mompelde ik voor ik me omdraaide en naar boven ging.
Mijn benen trilden nog steeds waardoor ik steun zocht bij de wasbak. Langzaam hief ik mijn hoofd op en kwam ik oog in oog te staan met mezelf. Tranen rolden over mijn wangen waarna ze op de wasbak uiteenspatten. Ik sloot mijn ogen om aan het beeld te ontkomen. Ik dacht terug aan al die tijden dat ik voor de spiegel had gestaan en me had afgevraagd wat er mis met me was. Een slecht gevoel raasde door mijn lichaam wanneer ik terug dacht aan de hel waarin ik geleefd had.
'Je bent niks waard!' schreeuwde hij in mijn gezicht. Tranen rolden over mijn wangen, maar ik gaf geen kik. 'Rotkind!' Bij elk woord dat hij naar me schreeuwde voelde ik mijn hart een stukje afbreken. Zo hoorde een vader niet tegen zijn dochter te doen. Een vader was bedoeld om zijn kleine meid te beschermen, maar hij was degene waar ik tegen beschermd moest worden. 'Ik haat je.' Mijn stem was niet meer dan een zachte fluistering, maar hij had het gehoord. 'Wat zeg je daar?' Dreigend kwam hij dichterbij, maar ik vertikte het om een stap naar achteren te zetten. 'Rot op, ik wil je niet meer zien, ondankbaar wicht!' Ik kromp ineen, draaide me snel om en rende naar boven waar ik me opsloot in de badkamer. Ik deed mijn haren in een hoge knot en ging voor de spiegel staan. Mijn trotse houding die ik vroeger als klein meisje had, was stilletjes verdwenen met ieder woord, iedere slag die ik gekregen had. Ik draaide me om zodat ik me van mij zij kon bekijken en liet mijn blik afdwalen naar mijn buik. 'Dikke slet!' herinnerde ik de woorden van mijn vader. Mijn handen zakten naar mijn buik en wreven erover. Dik? Is dat misschien de reden? Ik slaakte een diepe zucht en keerde me langzaam naar de wc. Zou ik? Ik ging op mijn knieën zitten en haalde al mijn moed bijeen. Met walging duwde ik mijn vinger in mijn keel en begon te kokhalzen waardoor ik automatisch over de wc boog. Ik deed het opnieuw en dit keer lukte het.
Reageer (2)
OMG, WAAROM HEB JE DAAR NOG NOOIT IETS OVER GESCHREVEN?! dit.is.zo.erg...
1 decennium geledenOh emm gee ! Snel verder ? xx
1 decennium geleden