Hoofdstuk 1
'Ik heb het gehoord van je vader,' zei de bakker, terwijl hij de broden inpakte waar ik hem om had gevraagd. 'Het spijt me voor je. Waar is hij aan gestorven?'
'Koorts. Niet te geloven, toch?'
Hij knikte. 'De grootste avonturier uit onze tijd sterft aan koorts! Wanneer is het gebeurd?'
'Vorige week. Hij stierf in zijn slaap.'
'Dan heeft hij niet geleden.'
'Nee...'
'Waar heb je die broden dan voor nodig?,' vroeg de man me nieuwsgierig. Eigenlijk hoefde hij dat helemaal niet te weten, maar morgen zou iedereen het weten.
'Ik heb een aanbod gekregen om mee te gaan op een zoektocht naar een schat.'
'Een schat? Spannend! Betalen ze je een beetje goed?'
'Ja, ik krijg een deel van de schat.' Eerlijk gezegd kon het me niet schelen hoeveel ze me betaalden, als ik hier maar weg kon. Dit dorp was wel de laatste plek waar je zou verwachten dat een avonturier woonde en stierf, maar toch was het zo. Ik verveelde me hier al negentien jaar kapot.
'Klinkt risicovol.'
'Ik houd van risico's.'
De bakker was klaar met het inpakken van de broden en gaf ze aan mij. Het waren er vijf. Ik hoopte dat het genoeg was.
'Bedankt!', riep ik de bakker na, terwijl ik naar buiten liep.
'Graag gedaan, meissie.'
Ik overdreef niet als ik zei dat ik dit dorp haatte. Het had niet eens een naam, het was niet eens een gehuchtje te noemen. En toch moest het ooit een mooi en levendig dorp zijn geweest. Mijn vader en al mijn voorvaderen waren hier geboren, maar nooit lang gebleven. Ik stamde namelijk af van een lange lijn avonturiers; een vak dat wordt overgegeven van vader op zoon en, in dit geval, van vader op dochter. Ik was zijn enige kind geweest. En nu was hij dood.
Ik mocht dan onverschillig zijn geweest bij de bakker over zijn dood, het deed me wel iets. Wel meer dan iets eigenlijk. Het was een niet op te vullen leegte in mijn hart en in mijn leven. En het was het laatste duwtje in de rug geweest om hier weg te gaan en te gaan doen waar ik voor geboren was: avonturen beleven.
Ik liep ons huisje binnen. Het was redelijk luxe, in vergelijking met de rest van de hutjes die hier stonden. We hadden een huis van steen met een bovenverdieping. Het hele huis stond vol met dure spulletjes, maar het voelde hier leeg aan. Het waren mijn vaders spullen, niet de mijne.
Ik zuchtte en ging op een stoel zitten. Ik zou de boodschappen die ik in het dorp had gedaan later wel opruimen.
Ooit waren we rijk geweest. Ons beroep was gevaarlijk en verdiende daarom ontzettend goed. Vaak vonden we schatten of we verkregen kostbaarheden op andere manieren. Maar mijn vader had al bijna twintig jaar niet gewerkt en dat was te wijten aan mij.
Mijn vader had nooit een kind willen hebben. Hij leefde voor het avontuur en hoefde daar geen baby bij. Maar op een dag lag er een meisje voor zijn deur. Ik was het meisje. Hij besloot voor mij te zorgen en zijn avonturen op te geven. Hij hield van mij, op zijn eigen manier. Altijd vertelde hij verhalen over zijn reizen door de wereld. Ik kende een wereld van draken en elfen, die mijn dorpsgenoten nooit zouden kennen. En nu was het mijn beurt die te zien. Alleen zou hij er niet zien om me te zien vertrekken voor mijn eerste avontuur.
Ik ruimde de boodschappen op en pakte mijn tas voor morgen. Van mijn vader had ik geleerd wat ik mee moest nemen als ik op zo'n reis ging. Een mes, een touw en een kaart van het gebied waren onmisbaar. Deze stopte ik eerst in mijn tas, gevolgd door eten en kleren. Daarna stopte ik wat dingen in mijn tas die te belangrijk voor me waren om hier te laten. Want één ding had ik de bakker niet verteld: zelfs als ik de reis zou overleven, zou ik hier niet terugkomen. Nooit meer. Er hingen teveel herinneringen aan deze plek.
Als laatste liep ik naar de kast en haalde ik een voorwerp uit een la. Ik haalde het linnen eraf dat er omheen was gewikkeld en haalde het tevoorschijn: een zwaard.
'Ga nooit op pad zonder een wapen,' had mijn vader gezegd. En ik had het onthouden.
Het was een mooi wapen, hoewel het al lang niet opgepoetst was. In mijn jonge jaren had vader me de basis geleerd, maar het was lang geleden. Ik hoopte eigenlijk dat ik het niet nodig zou hebben. Hoewel onze familie al jaren avonturiers en schatzoekers waren, was dit wapen nog niet zo lang in onze familie. Mijn vader had het als betaling gekregen en het wapen was altijd omringd geweest met mysterie. Waarom ik het bijvoorbeeld als 4-jarig meisje moeiteloos had kunnen hanteren, maar de smid er moeite mee had gehad. Maar sommige dingen in de wereld zijn nu eenmaal moeilijk te verklaren.
Reageer (5)
Leuk hoofdstuk! Ga vooral verder met schrijven!
9 jaar geledenGoed geschreven hoor!!
1 decennium geledenverder? ik ga dit maar lezen ipv frans te leren (:
1 decennium geledenleuk! ik ga je verhaal volgen
1 decennium geledenJa hoor je hebt me helemaal overtuigd. Nieuwe lezer hier!
1 decennium geleden