A ranger/traitor 88
Miko en Will verlieten zo snel mogelijk de havenstad en begonnen aan hun tocht naar het Noordoosten. De eerste dagen zagen ze nog hier en daar een dorpje, maar voor de rest was de streek echt leeg. Niet alleen de mensen ontbraken, maar ook de bossen, die Miko zo gewend was geraakt in Araluen. Hier en daar stond wel wat verspreidde begroeiing, maar voor de rest was alles één grote grasvlakte.
“Hier hebben we aan onze mantel niet veel, hé Will”, zei Miko nadat ze drie dagen onderweg geweest waren.
“Als je doodstil op de grond blijft liggen, maakt hij je nog steeds onzichtbaar, maar je hebt gelijk, iemand ongemerkt besluipen wordt hier een heel stuk moeilijker.”
Dat gold in twee richtingen natuurlijk. Als het moeilijker is om iemand te besluipen, dan is het ook moeilijker om beslopen te worden. -Al is het uiteraard al onmogelijk om een grijze jager ongemerkt te besluipen.- Maar dat wist hun bezoeker van die nacht niet, maar hij kwam er gauw genoeg achter.”
Miko wist niet wat het precies zijn aandacht getrokken had, maar plots was hij er zeker van dat Will en hij niet meer alleen waren. Een blik op Will vertelde Miko dat zijn leraar hem ook had opgemerkt, wie het dan ook moge zijn. Will zette zijn handen achter zich op de grond en slaakte een zucht.
“Ik heb goed gegeten.” Maar Miko had gezien hoe zijn hand langs de dubbele schede was gegaan en waar nu het kleine werpmes uit ontbrak. Miko had graag hetzelfde gedaan, maar hij durfde niet, omdat hij vreesde dat het misschien op zou vallen.
“Kom erbij zitten, vriend”, zei Will in het Sonderlands, maar het leek genoeg op het Skandisch zodat Miko hem kon verstaan.
Reageer (3)
spannend, wie is het?,
1 decennium geledenleuwk zeg
1 decennium geledeneen bezoeker
Wie is het??? Vriend of vijand?
1 decennium geledenOké, cliché...Snel verder please (als ge effe tijd hebt )