No title
Het tikken van mijn stilleto hakken verbreekt de stilte van de nacht. Het is donker en er is naast mij niemand op de straat. Hoewel ik hier wel vaker loop, begint mijn hart sneller te kloppen en ik probeer sneller te lopen. Na zo´n honderd meter lopen, merk ik dat mijn ademhaling stijgt en moet ik helaas afdalen naar een rustige tempo. Ik knel mijn tas dichter tegen me aan en probeer rustig te gaan ademen, de rust te vinden in deze donkere nacht.
Zodra ik de hoek van de straat om ben flitsen de autolichten me tegemoet. Opgelucht van de geluiden val ik terug in een traag tempo en geniet van de nacht. Ik geniet van de geluiden, de auto´s die voorbij rijden en het licht wat ze verspreiden. Ik ga nog langzamer lopen en laat mijn blik over de weg heen ga. Aan de overkant lopen een paar mensen die me niet bekend voorkomen. En dan staat hij daar. Hij draagt zijn zwarte lange jas en ik kan bijna zijn blauwe ogen zien, ze pinnen zich vast in die van mij. Als verblind blijf ik staan en staar hem aan. Dit kan niet, dit mag niet. Zonder twijfel steek ik de weg over en hoor vaag een hard geluid. Ik voel iets tegen mijn been aankomen, zachtjes, en kijk naar rechts. Ik kijk recht in het gezicht van een automobilist die mij vloekend aankijkt. Woeps, oversteken zonder te kijken is niet slim. Maar dan bedenk ik me waarom ik ben overgestoken en ik kijk weer voor me. Hij staat daar nog steeds, kijken naar mij en de auto. Langzaam loop ik naar hem toe en kijk hem aan. “Gaat het,” vraagt een voor mij onbekende stem. “Euh ja,” zeg ik en ik sla mijn ogen neer. Hij is het niet. Teleurgesteld kijk ik hem nog even aan, moet dan weer vaststellen dat hij het niet is en dan loop ik verder naar huis. Ik had zo gehoopt dat hij het was. Maar hoe kan het ook, ik heb hem zelf zijn laatste adem horen blazen. Ik heb zijn laatste woorden gehoord. Alles komt weer boven en ik voel dat de spanning over mijn lichaam heen gaan. “Niet doen, Elisa, stop.”
Er zijn nog geen reacties.