``169``
‘wil je koffie?’ Ik loop naar het koffiezetapparaat en zet hem aan. Dean ligt nog steeds in bed maar is wakker. ‘zwart’ Dean gaapt en wrijft in zijn ogen. Ik ga op de tafel zitten en wiebel met mijn voeten heen en weer. Het was al zo’n tijd geleden dat ik me zo gelukkig voelde. Ik strijk met mijn hand door mijn haar en merk nu pas dat mijn haar niet vast zit. ‘je moet je haar vaker los hebben’ mompelt Dean. Even glimlach ik naar hem. ‘het is niet handig, met het jagen.’ Hij komt overeind en wrijft gapend over zijn achterhoofd. Met een vrolijk hupje spring ik van de tafel en schenkt een kop koffie in. Ik geef hem aan Dean. ‘wat is er met je?’ Ik begin te lachen. ‘Dean er is niets met me’ zijn ogen vernauwen en hij zet de kop koffie snel weg en pakt mijn arm vast. ‘wie ben jij?’ Ik moet moeite doen om niet hard te lachen en steun mijn handen op zijn knieën. ‘ik heb alleen goed geslapen, met 2 ogen dicht’ ik knipoog naar Dean en loop met schone kleren naar de badkamer waar ik me lang douche. ‘zullen we Sam en Carly maar eens gaan storen?’ Vraag ik gelijk als ik uit de badkamer kom. Dean krijgt een brede glimlach en maakt zich snel klaar.
‘wat wil je eten?’ Carly knoopt het overhemd een beetje dicht en kijkt onschuldig naar Sam. Hij komt overeind en doet zijn broek aan. ‘wat heb je?’ Carly haalt haar schouders op en begint naar beneden te lopen. De geur van koffie en pannenkoeken vult de gang en Carly kijkt verbaast naar Sam. Ze opent de deur en Dean en ik kijken gelijk op. ‘goedemorgen! Lekker geslapen?’ Dean zet zijn kop op het aanrecht en ik zet net een bord voor hem. ‘ik heb pannenkoeken gemaakt, als jullie je nou gaan opfrissen, want jullie zien er uit alsof jullie net hebben liggen stoeien’ Carly is vuurrood geworden en rent met Sam achter zich aan naar boven. Dean en ik kijken elkaar lachend aan terwijl we ontbijten.
Er zijn nog geen reacties.