Quizlet's best allround: Opdracht 1 - Hall Of Fame
Ik zwaaide nog één laatste keer naar de leerlingen die tot aan mijn auto waren meegelopen. Ze droegen een grote grijns op hun gezicht en dat maakte me vrolijk. Toen ik hier solliciteerde had ik nooit gedacht dat ik ooit zo geliefd zou worden door de leerlingen. Vooral omdat ik lesgaf voor vakken die jongeren vaak niet interesseerden: maatschappijleer en levensbeschouwing.
Thuis hing ik mijn jas op aan de kapstok en liep door naar de keuken om een kop koffie in te schenken. De damp kwam van het zwarte spul af; precies zoals het hoorde. Ik zette de mok op tafel en knielde neer voor het mariabeeldje. Ik sloot mijn ogen en vouwde mijn handen in elkaar, waarna ik het 'Wees Gegroet Maria', en het 'Onze Vader' zachtjes opdreunde. "Ik bid voor de armen, de honger lijdende gezinnen, de overledenen, de mensen in oorlogsgebieden en alle anderen die het slecht hebben in hun leven. Laat ons bidden, verhoor ons."
Voor de spiegel op mijn slaapkamer bleef ik staan. Ik knoopte mijn blouse los en keek naar mijn tamelijk gespierde bovenlichaam. Ik was er toch wel trots op; vooral als ik de bierbuiken van mijn collega's bekeek. "You could be the greatest, you could be the best," mompelde ik tegen mezelf. Mijn leerlingen hadden me er pas nog op gewezen. Ze wilden dat ik mee ging doen aan de Best Allrounder Championship. Het werd één keer in de 25 jaar georganiseerd. Iedereen tussen de achttien en veertig jaar kon eraan meedoen, maar het vereiste een goed uithoudingsvermogen. De kans om te sterven was absoluut niet uitgesloten. Sterker nog, dat deed meer dan de helft van de kandidaten. Daarom gaven alleen de meest gemotiveerden en getrainden zich op, en daarom twijfelde ik ontzettend of ik het wel zou doen. Ik hoefde niet bang te zijn geen sponsors te hebben. Als ik mee zou doen, zou de hele school zowat achter me staan. Dat was natuurlijk wel een voordeel, want zonder sponsors moest je leven op het kleine beetje brood en water dat je aan het begin van de competitie meegegeven kreeg, en het was absoluut niet goed voor zowel je fysieke als mentale krachten als je zo weinig voedingsstoffen binnenkreeg.
Ik klapte mijn laptop open en hield mijn vingers boven het toetsenbord om te beginnen met typen. Ik aarzelde nog even waarna mijn vingers vervolgens over het toetsenbord raasden. Toen ik op 'verzenden' had gedrukt, kon ik niet meer terug. Ik kon nu ten alle tijden uitgeloot worden voor de competitie.
Zuchtend zette ik een canvas op de schildersezel en deed wat verf op mijn palet. Zonder bij de tijd stil te staan, verfde ik aan één stuk door. Ik bekeek het uiteindelijke resultaat. Het zag er zeker niet slecht uit, maar het had een beetje een angstaanjagende uitstraling. Veel grijze, bruine en rode kleuren. Pijn lijdende mensen. Het was een complete chaos op het doek.
Ik richtte mijn blik op de klok en het bleek al snel bijna twaalf uur middernacht te zijn. Ik stapte onder de dekens; ik moest er morgen weer vroeg uit om les te geven aan mijn geliefde leerlingen. Ik keek er al naar uit, hoewel ik toch wel een beetje zenuwachtig was, al wist ik niet waarom.
Een paar dagen later.
Gespannen stond ik daar tussen de menigte. De menigte waarvan misschien maar een kwart zich had opgegeven voor deze competitie, waarschijnlijk nog wel minder. De kans was zo ontzettend groot dat ik uitgeloot zou worden, dat het zweet me uitbrak. Waarom had ik me ook alweer opgegeven?
Enkele minuten streken voorbij. Een vrouwelijke hand ging de glazen bol in, en haalde er een wit papiertje uit. Ze vouwde het open en las de naam die erop stond. "Martijn van Roy." Ik boog mijn hoofd naar beneden en liep in een slakken tempo naar voren. Ik had het ergens wel kunnen weten. Vanaf dat moment ging het snel. Ik werd een trein in geloodst, de mensen uit mijn land juichten me van alle hoeken en gaten toe. De arena verscheen in zicht. Ik werd nog even opgeknapt en voordat ik het wist stond ik tussen alle andere kandidaten van verschillende landen, in de arena. Zo nerveus was ik nog nooit geweest.
Het vuur werd aangestoken en getrompetter klonk door de hele arena. Het eerste onderdeel was karate. Als je naar de televisie keek, zag dit onderdeel er altijd pijnlijk uit. Nu ging ik erachter komen of dit daadwerkelijk zo was. Toen mijn naam omgeroepen werd, liep ik naar voren. Een paar mensen in de zaal begonnen te juichen, en een waterig lachje verscheen op mijn gezicht. Een behoorlijk gespierde man tilde een kei op en gooide het voor mijn voeten neer. Als die steen op mijn tenen terecht was gekomen, dan was ik die tenen nu kwijt geweest. Ik spande mijn hand tot een vlak stuk. Ik probeerde hem zo hard mogelijk te maken, maar het bleef zo hard trillen dat het een mislukte poging was. De spierbundel schudde zijn hoofd en haalde een plank tevoorschijn. "Oefen eerst wat," zei de man genaamd Gustav in het Engels. Ik knikte dankbaar en sloeg met volle kracht tegen de plank waardoor hij in twee stukken brak. Gustav nam een nieuwe, dikkere plank tevoorschijn en opnieuw wist ik hem in twee stukken te breken. "Good, you could break rocks now." Ik focuste me op de kei. Een akelige stilte vormde zich in de arena, maar daardoor kon ik me wel beter concentreren. Ik ademde diep in, en uiteindelijk sloeg ik toe. Ik had blijkbaar mijn ogen gesloten, en het gejuich klonk eens zo luid in mijn oren. Ik opende mijn ogen weer en zag tot mijn verbazing dat er stukken rots van de steen afgebroken waren. Ik draaide me om naar de jury en de cijfers waren naar mijn mening verbazingwekkend. Één acht, twee negens en zelfs één tien. De grimas op mijn gezicht werd steeds groter. Ik draaide me naar het vak waar mijn land me toejuichte, en gooide mijn handen in de lucht. Dit was mijn eerste overwinning, al moest ik zeggen, mijn hand deed toch wel een beetje pijn nu.
De volgende activiteit was het rennen over een berg. Deze activiteit vond buiten de arena plaats. Wanneer het startsein klonk, begon ik te rennen. Een hele tijd lag ik voorop, maar na een tijdje begon ik achter te raken. Uiteindelijk kwam ik als vierde over de streep aan de andere kant van de berg. Ik hijgde als een hond en zweette als een otter, maar dat maakte me niet uit, ik had het niet slecht gedaan vond ik zelf.
Er waren nog een heleboel andere, vervelende activiteiten die voor mij een hel waren, zoals het rennen door vuur. Toch deed ik alles met een glimlach. Ik deed het voor mijn mensen, voor mijn trots, voor mijn land en voor mijn naam.
Aan het einde van de competitie was ik samen met nog een paar anderen in leven. Een heleboel kandidaten waren, zoals verwacht, overleden. De punten werden bij elkaar opgeteld en ik wachtte in spanning af. Ik had het niet slecht gedaan, vond ik zelf, maar was het genoeg om met eer naar huis terug te keren. Mijn tanden klapperden op elkaar en na een tijdje kwam de foto van de winnaar groot in beeld. Van blijdschap scheurde ik mijn shirt uit, sloeg als een gorilla tegen mijn borstkas en liet een overweldigende kreet horen. Ik had gewonnen!
Reageer (1)
, vet goed. Kudo dan maar?
1 decennium geleden