[053]
Isaiah Timber
‘Zou ze me ooit nog willen zien?’ mompelt hij. Het was duidelijk dat hij hardop dacht, zijn blik op oneindig en zijn mondhoeken naar beneden. ‘Vast wel,’ stel in hem gerust. Mijn hand leg ik op zijn schouder. Hij draait zijn hoofd naar me toe en glimlacht waterig.
Starend naar de witte tegeltjes sta ik in de keuken de glazen af te wassen. Elan is net naar bed want hij was al de hele nacht wakker, maar ikzelf kan nog niet slapen. Ik krijg Elan’s trieste gezicht niet uit mijn hoofd.
Opeens liggen er twee handen op mijn heupen. Mijn oogleden vallen dicht en ik adem een muskusachtige geur in. ‘Hey,’ spreekt een bezorgde stem naast mijn oor. De warme lucht die hij uitblaast weerkaatst tegen mijn oorschelp. ‘Hey,’ antwoord ik rillend van genot. ‘Waarom sta je hier? Je moet in bed liggen.’ Het klinkt heel bemoederend, maar ik weet dat hij het goed bedoelt. Dus in plaats van me geïrriteerd te voelen zoals wanneer Elan het vraagt, voel ik nu iets heel anders, iets veel beters, ik voel me gekoesterd en geliefd.
Mijn lichaam draait 180 graden en mijn armen sla ik om zijn nek. Een klein kusje komt op mijn mond terecht. ‘Het is Elan,’ antwoord ik triest. Paul lijkt gelijk op zijn hoede. ‘Is er iets gebeurd?’ vraagt hij wantrouwend. Even twijfel ik, Elan wil dit vast niet in de gedachte van de andere terughoren… Toch knik ik. Ik moet het Paul vertellen, ik kan dingen die me dwars zitten niet voor hem verborgen houden.
‘Mara is overstuur door… Door wat jullie zijn. Ze heeft hem weggestuurd.’ Pauls gezicht vertrekt. Hij weet precies hoeveel pijn dat Elan heeft gedaan. Zijn armen slaat hij om mijn middel. ‘Hoe gaat het met hem?’ vraagt hij nu bezorgd om zijn geestesbroeder. ‘Slecht,’ antwoord ik. Mijn stem stokt een beetje. ‘Hij was er kapot van.’ Paul haalt even diep adem. ‘Wat vervelend voor hem.’ Nu knik ik slechts.
Samen zitten we op de bank. Paul heeft me opgesloten tussen zijn armen en zijn borst. We staren een beetje naar het televisiescherm terwijl ik over zijn armen streel en hij zijn vingers in mijn haren vlecht. Beide zitten we met onze eigen gedachten, maar beide bij Elan. Verschrikt kijk ik op als de bel gaat. Mijn blik schiet naar de klok. Vijf uur ’s ochtends? Wie belt er nu zo vroeg aan. Paul kijkt me verward aan. Ik haal mijn schouders op en verlos me uit zijn greep. Toch komt hij achter me aan. Sloffend over de houten vloer nader ik de voordeur. Mijn hand strekt uit naar de deurknop en als de deur op is staat daar…
Mara.
Reageer (3)
Awh man, wat een eindzin. Enorme cliffhanger.
8 jaar geledenJa, na drie jaar heb ik dit verhaal opnieuw gelezen, kudos!!
pleasemleasepllease snel verder!!
1 decennium geledenxx
Snel verder!!!!!!! Pleasseeee ben verslaafd geraakt aan je verhaal!!! :D:D
1 decennium geleden