Hoofdstuk 5 - Mijn eerste jacht.
(Uit de ogen van Esmé).
Mijn keel voelde zo droog.
Wat moest ik nu doen? Mensen zoeken om in te bijten ofzo?
Ik keek uit het raam. Het enige wat ik kon zien waren de groen tot bruin gekleurde bomen.
Ik zou niet denken dat hier veel mensen wonen.
Wie weet wat daar allemaal in de bossen schuilde.
Misschien wel meer vampiers.
Plots voelde ik een koude hand op mijn schouder.
Toen ik omkeek ,zag ik Carlisle,die mij glimlachend aan keek.
'Ben je klaar om te gaan jagen?"
Ik klaar om te jagen?
Wat bedoelde hij met "Jagen",en op wat precies?
Als het mensen zouden zijn zou ik me zelf net zo goed weer van de klif af gooien.
'Maar eerst wil ik je iets laten zien'.
Carlisle,nam me mee naarde rand van het bos.
Wat doen we hier nou weer?
Op dieren jagen ofzo?Zoals leeuwen en tijgers dat doen?
Dit was een zwaar moment voor me,want ik had nog nooit een druppel bloed gedronken.
'Ik wil dat je me volgt,zo snel als je kan'.begon Carlisle.
'Maar,wat-' Ik kon m'n zin niet afmaken,want met een flits was hij verdwenen.
Hij snel was hij wel niet? Ongelofelijk!
Dus betekend dat...dat ik dat ook zou kunnen?
"Op m'n aller hards dus" dacht ik.
Ik was niet bepaald een renner,maar vampiers worden toch nooit moe?
Nee wacht,ik treuzel te veel.
Ik zette een stap naar voren,en begon op mijn aller hardst te rennen.
Wow! zoveel snelheid!
Ik leek wel door de tijd te reizen.
Ik keek omhoog. Ik was nog sneller dan een vogel!
Toen ik een poosje door rende,passeerde ik eindelijk Carlisle.
Haha,ik kon hem inhalen!
Ik rende nu naast hem. 'Fijn,het is je gelukt!'zei hij.
'Is dit je aller hards,Carlisle?" plaagde ik hem.
Carlisle lachtte.
'Nou,kom op...ik zei toch op je aller hardst? zei hij.
Wauw,ik kon nog sneller dan dit?
Ik zette meer kracht,en rende nu voor hem.
Het leven van een vampier was echt geweldig!
Ik had me nog nooit zo goed gevoeld.
Toen,voor dat ik het in de gaten had,rende Carlisle me voorbij,en verdween in de verte.
Wat deed hij nou?
Ik begon nog harder te rennen,maar werd tegen gehouden,en viel in de armen van Carlisle.
Ik hoefde niet eens op adem te komen,ik was echt niet moe,nog langer niet!
'Probeer er eens achter te komen van wat je nog meer kan'.zei Carlisle.
Ik keek om me heen,en dacht diep na.
Vroeger had ik wel een vampier films gezien,alwel ze wel grijs wit waren.
Een vampier kan op de muren klimmen toch?
Ik liep naar een boom,en zette m'n handen er op.
Voor de zekerheid keek ik nog om naar Carlisle,die knikte.
Hier kon ik dus iets mee.
Ik zette me zelf af van de grond,en ik klom tegen de boom omhoog.
Boven,aan de eerste tak,ging ik zitten,en lachtte naar Carlisle.
'Goed,je hebt het eerste ontdekt,maar je kunt nog veel meer'.
Kon ik ook weer ongedeerd naar beneden scpringen?
Ik liet mezelf van de boom vallen,en kwam zoals een kat weer op mijn voeten terecht,zonder er iets van te voelen.
Springen...kan ik ver springen?
Ik begon,zonder iets te zeggen,het bos door te rennen.
Maar tijdens het rennen,voelde ik de gronde onder me weg verdwijnen,en viel naar beneden.
Ik hoorde dat ik in het water viel.
Ik kwam boven. Ik was geland in een grote hemelsblauwe rivier.
Voor me zag ik een waterval.
Het was prachtig. Hier zouden nog veel dingen kunnen gebeuren.dacht ik. stiekem bij me zelf.
O,shit,nu had ik natte kleren.
Ik probeerde naar de kant te zwemmen,en dat ging veel sneller dan ik dacht.
Ik ben dus overal heel snel in? Dit kon nog wel eens leuk worden.
Ik keek naar de top van de waterval.
Carlisle was me gevolgd,nam een aanloopje en spring met een hele grote boog over het water heen.
'Dat had je blijkbaar nog niet gemerkt hé?' zei hij.
'Je kunt super ver springen'.
Ik keek hem vol ongeloof aan.
Had hij dat niet eerder kunnen zeggen?
'Geen zorgen,na een paar minuutjes rennen word je gauw weer droog'.
Huh? Ik had niet eens in de gaten dat ik nu andere kleren aan had.
'Ik mag hopen dat een vrouw mij deze kleren heeft gegeven?'zei ik.
Carlisle keek even naar de grond.
O mijn god! Heeft hij mij aangekleden?
Ik keek hem met open mond aan.
Oke,genoeg zo,wees blij dat het gebeurt is,en denk er nu niet meer aan.
'Kunnen we nu verder gaan met waar we gebleven zijn?"vroeg ik.
Ik voelde nog een keer aan mijn keel.
Nu was het wel echt tijd voor iets drinken!
'O,natuurlijk...ik ga je leren jagen'.zei Carlisle.
'Oké,wees nu heel stil,en luister naar de natuur'.
'Wat hoor je?"
Wauw,dit is geweldig!
Ik hoorde zelfs de insecten over de grond kruipen.
Als iemand 100 kilometer verderop een naalt liet vallen,zou ik dat gehoord hebben.
Maar toen stond ik stok stijf.
Ik hoorde een hert lopen. Ik kon me niet beheersen,ik moest er op een of andere manier op af,en het eens flink in zijn nek buiten.
Nu was het wel tijd! Ik begon het op z'n lopen.
Ik vist precies waar het geluid vandaar kwam. Ik ruik het gewoon.
Toen ik wist dat ik er dicht genoeg bij was,ging ik achter een boom staan.
Voorzichtig keek ik er omheen.
Daat was het! Voor me liep een klein onschuldig hertje,rustig van het gras te eten.
Ik kon het niet laten,en met een volle snelheid sprong ik achter de boom vandaan,boven op het hertje.
Het hertje gierde het uit,wat stopte nu ik hem in zijn nek gebeten had.
Nu moest ik het bloed er uit zuigen.
Toen ik de zoete smaak van het bloed voor de eerste keer proefte leken de bloemen in me wel te kunnen bloeien,en het gras groener begon te worden.
Zo iets lekkers heb ik nog nooit gehad. Ik kon nu nergens anders mee aan denken.
Het voelde alsof ik nooit meer iets anders wou.
Zo'n fijn moment was alweer snel voorbij,want ik voelde dat het hertje leeg was.
Reageer (1)
SNEL VERDER!!!
1 decennium geleden