Foto bij OO1 ~ Myrna Elizabeth Chamberlain

Written by Anouk

Myrna Chamberlain

Ik slaak een gil en spring snel achteruit. 'Wat is er?' Een seconde later staat mijn moeder naast me. Haar ogen zijn waakzaam en ze bestudeerd mijn gezicht. Nee, geen bloedneus. Haar ogen glijden over mijn blote armen en ik slaak een zucht. 'Mama.' Zeur ik. 'Ik schrok alleen van een beest.' Leg ik uit. Ik zie haar knikken, maar haar gezicht ontspant niet. Snel rol ik mijn ogen omhoog en ik loop om mijn overbezorgde moeder heen. 'Er is niets. Geloof me.' Snel knikt ze en snel streelt ze over mijn haren. Ik zucht. Míjn haren. Snel trek ik de pruik een eindje omhoog en bekijk mijn eigen haar en zucht nog een keer gefrustreerd. 'Schat, je haar gaat echt niet sneller groeien door te kijken.' Ik trek mijn blik los van de spiegel en zet mijn pruik weer recht. 'Ik weet het.' Ik hoor hoe mijn stem trilt. Ik mag niet huilen en snel bijt ik op mijn lip en ik glip snel langs mijn overbezorgd kijkende moeder heen. 'Char? Ben je daar?' fluister ik. Een instemmend gemompel volgt en snel glip ik de grote ruime kamer van mijn tweelingzus in. Haar ogen vinden de mijne, en zonder woorden trekt ze me in een omhelzing. 'Je bent prachtig. Nog even en je hebt hem niet meer nodig.' Haar stem is niets meer dan een fluistering en ik knik. 'Laat je ziekte niet jóúw leven leiden.' 'Dankje.' 'Graag gedaan.'

Ik haatte mijn ziekte. Een half jaar geleden werd er leukemie geconstateerd en nu... Had het mijn leven overgenomen. Me totaal verwoest. Van binnen én van buiten. Mijn haar, mijn blonde haren waren uitgevallen en ik brak. Ik was blij dat we weer terug waren. Ik was de blikken van de mensen die me kenden spuugzat. Er werd over me gepraat. Ik werd zielig gevonden. In plaats van Myrna Chamberlain was ik "het meisje met de leukemie". Het meisje met de pruik.
En nu waren we terug in Engeland. En ik was er klaar voor. Niemand zou weten dat mijn pruik een pruik was en niemand zou weten dat ik behandeld werd voor leukemie in het ziekenhuis.

Charlene was er voor mij. Mijn zus die mij erg graag beschermde. We lijken niet veel op elkaar, maar toch was ze mijn tweeling zus. 'Zullen we wat gaan drinken?' vroeg ik. Ik zag haar knikken en snel rende ik naar mijn kamer en griste mijn jas van het bed. Ik stak mijn handen in mijn wanten en pakte mijn handtas van het bed. Checkte snel of mijn iPhone, Sleutels en portemonnee erin zaten en liep terug naar de overloop waar Charlene al stond te wachten. 'Hè hè.' Ik haalde lachend mijn hand uit en trok aan haar haar die zei n een lange staart had gebonden. 'Zip it.' Nep boos keek ik haar aan.

Een paar tellen later stonden we in de koude buitenlucht van Londen. 'Koud.' Ik haalde mijn neus op om hem vervolgens in mijn sjaal te verstoppen. 'Starbucks!' gilde Charlene. Snel liep ze naar de overkant van de straat en glipte de warme ruimte in. 'Wat wil jij?' Ik haalde mijn schouders op. 'Warme Chocolademelk.' mompelde ik. Mijn wanten lagen inmiddels naast me en mijn jas hing over de leuning van de stoel. 'Hier.' Dankbaar vouwde ik mijn handen om de warme beker en snoof de geur van chocolade op. Snel nam ik een slok, om hem vervolgens weer net zo hard terug te spugen in mijn beker. 'Heet.' Mijn handen wapperden nutteloos heen en weer voor mijn tong en ik zag het gezicht van mijn zus die probeerde haar lach in te houden. 'Lach niet.' Maar haar glimlach was al weg, en haar ogen volgde iemand achter mij...

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen