Confrontatie:
Lore's POV:
Het is 8u s'ochten wandel ik door de straten van Athene.
Ik stop mijn handen in mijn zakken als ik voel dat er een briefje in mijn zak zit.
-Kom om 8u10 naar de Tempel van poseidon aan de Olympus-berg.Ik denk dat ik weet wie je bent.-getekend:Een vriend.
'Ik denk dat ik weet wie je bent?'Wat kan dat betekenen?
Maar één weg om daarachter te komen!!!
Ik liep naar de Olympus-berg.
Als ik daar was was het 8u 9.
"Je bent dus toch gekomen?Ik begon te twijfelen."Dat is niet mogelijk,die stem!!!
Ik draaide me om.
"M..........Mare?Jij?"
"Ik moet het gewoon zeker weten........"In zijn stem klonk alsof hij net op het punt staat een grote vergissing te maken.
"Krijg jij......Soms een raar gevoel als je bij mij bent?"Die vraag was precies degene die ik zou willen stellen aan hem.
"Ja,maar ik begrijp waar dit naartoe gaat..."zei ik.
"Ben jij een god?"vroeg hij.
Ik verschoot als hij dat vroeg aan mij.
"Mare.......Het is niet.......Ik wou het niet zeggen omdat....."
"Je moet niks zeggen......"onderbrak hij.
"Ik ben er zelf één."zei hij glimlachend.
Mare?Mare is een god?
"Poseidon en Karmare."zei hij.
"Poseidon?Meen je dat??"Toen glimlachte hij.
"Athena en Apollo."zei ik
"Athena én Apollo?Serieus?"Nu was het mijn beurt om te glimlachen.
"Wel,wel kijk wie we hier hebben.........."Ik keek om had die ons gehoord?
Meghan's POV:
Ik werd met een glimlach wakker. Ik had me gisteren dood geamuseerd met Heres. Ik had nooit verwacht dat ik me zo kon amuseren met iemand. We hadden vandaag terug afgesproken aangezien we geen school hebben vandaag. Ik zuchtte en zocht naar kleren. Ik had besloten om een groen jurkje aan te doen, want iets beter wist ik niet. We hadden afgesproken onder de Olympisch berg. Ik pakte een klein tasje dat bij mijn jurk hoorde en stak er mijn gsm en portefeuille in. Ik liep met alles wat ik nodig had de badkamer in en poetste mijn tanden en waste mijn gezicht voor ik mijn slaapkleren in proper ondergoed en het groene jurkje veranderde. Toen dat ik dat gedaan had liep ik naar beneden en pakte een appel voor ik naar buiten ging. Ik at mijn appel onder weg naar de Olympus berg op terwijl ik neuriënd door de straten liep.
Toen ik er bijna was zag ik hem al zitten op een bankje met zijn tekenblok in zijn handen. Ik mocht het niet zien van hem, waarom wist ik ook niet. Ik gooide mijn appel in een vuilnisbak en zag dat hij rap zijn tekenblok wegstopte. Wat was hij toch mysterieus. Er ging weer een raar gevoel door mijn boek toen hij glimlachend naar me toe kwam.
"Kom, ik heb je beloofd om naar de tempel van Poseidon te gaan." zei hij en stak zijn hand naar me uit.
Ik pakte die aan en verstrengelde mijn vingers met die van hem. Het voelde zo goed aan. Bij hem kon ik mezelf zijn. We liepen al plagend en lachend naar de tempel van Poseidon. Voor de tempel stopte hij en pakte me bij mijn schouders vast.
"Wat is er?" vroeg ik nieuwsgierig naar wat er zou komen.
"Heb je nooit het gevoel gehad dat je anders bent dan de andere?" vroeg hij ernstig.
"Ja dat heb ik waarom?"
"Omdat ik het ook heb. Ik weet wat je bent."
"Wat ben ik dan?"
"Jij bent de dochter van 2 goden."
"Hoe weet je dat?"
"Omdat ik ook de zoon ben van een god. Ik ben de zoon van Hades."
Ik schrok. Ik was verliefd op de zoon van de god van de onderwereld. Ik besefte met een schok nu ook dat het gevoel dat ik had was omdat ik verliefd op hem was vanaf het moment dat ik hem zag en omdat wij kinderen van goden elkaar aantrekken.
"Van wie ben ik dan de dochter." vroeg ik omdat ik echt niet wist van wie.
"Van Aphrodite en Poseidon. Van haar heb je dat beeldschone uiterlijk." zei hij zacht terwijl hij met zijn hand men wang streelde.
Ik hoorde van ergens in de tempel nog gepraat worden. Ik pakte Heres zijn hand en trok hem in de tempel. Daar zag ik Lore en de jongen met de blauwe haar staan. Ik wist niet of ze mijn aanwezigheid had gevoeld, maar ik wist één ding zeker. Ze waren waarschijnlijk ook kinderen van goden.
Er zijn nog geen reacties.