Ik word wakker, half op Tom. Als ik me ogen open doe, kijk ik recht in de rode, behuilde ogen van Tom. “Liefje, wat is er?” vraag ik bezorgt. “Niks lieverd.” Zegt Tom en geeft me een kusje op me voorhoofd. Hij zucht en zegt dan: “Ik heb niet kunnen slapen, ik heb heel de tijd naar je zitten kijken..” “..en je bent echt zo lief als je slaapt. En het dringt nu echt pas tot me door, dat ik dit pas weer over twee maanden kan zien.” Ik geef Tom een knuffel, en we blijven zo een tijdje zitten. Ineens zwaait de deur open, daar staat Bill. “Wat denk je?” “..Staat die vent die ons op komt halen er al” “Dus.. jullie gaan nu al weg?” fluister ik. “Ja, over een uur. Georg en Gustav moeten ook nog komen.” We lopen met zen drieën naar beneden, en gaan op de bank zitten. Na een tijdje komen Georg en Gustav ook binnen gelopen, en dan moeten ze weg. We lopen met zen alle naar buiten, ik geef Georg en Gustav een knuffel en gaan het busje in. Bill komt op me afgelopen, en geeft me een lange knuffel en fluistert dan “Ik zal heel goed op hem letten, ik beloof het je.” Ik lach nog naar Bill, en loop dan naar Tom. “Lieverd, ik ga je echt missen.. Ik bel je echt elke dag, en je moet zeker een paar dagen komen.” “Je mag nu ook wel mee hoor!” Gillen Bill, Georg en Gustav in koor. Ik kan helemaal niks meer zeggen van het huilend. Tom geeft me nog een kus, en gaat dan het busje in. Ik zwaai ze nog uit totdat ze de bocht om zijn.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen