[051]
Isaiah Timber
Mijn examens gingen goed die volgende dag. Elan was niet blij geweest met het voorval over opgetrokken shirtje maar wist zelf ook wel dat hij er weinig over te zeggen had. En blijkbaar had Sam hen dringend verzocht om te komen, zodat ze allemaal zijn nieuwe plan meekregen: ‘Meer wachtlopen!’ Paul vertelde me net dat ze nu met meer tegelijk wachtliepen om zover mogelijk te kunnen patrouilleren. Maar toen ik hem vroeg waarom, zweeg hij weer als het graf. Net zoals wanneer ik hem vroeg waarom hij zo bezorgd was. Elan zat ook in Pauls ‘zorg dat Isaiah niets te weten krijgt’-complot en leek dus ook niet van plan te zijn me ook maar iets te vertellen. Waarop ik, tot mijn eigen schaamte, tegen hem ben gaan schreeuwen. Dat ik hem wel altijd alles moet vertellen, en dat hij altijd de baas speelt over mijn leven. Daarna is hij uit huis gerend en heb ik Paul uit onmacht ook maar weggestuurd. Nu zit ik op de bank met een kop thee in mij handen. Het is al drie uur ’s nachts maar ik moet wachten tot Elan terugkomt, ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden.
De deur werd met een klap dicht gegooid. Geschrokken spring ik overeind en snel naar de gang om mijn broer te vertellen dat het me spijt en dat ik er niets van meende. Maar als ik hem daar aantref staat Elan met trillende handen en gebogen hoofd. ‘Gaat het wel goed?’ vraag ik voorzichtig. Hij kijkt langzaam op en zijn blik staat gebroken. Zo gebroken dat het pijn doet om ernaar te kijken. ‘Nee,’ raspt hij en de tranen staan in zijn donkere ogen. Ik ren op hem af en sla mijn armen om hem een. Langzaam slaat hij zijn armen om me heen. Zijn hoofd legt hij in mijn nek en als er een hese snik klinkt, voel ik zijn natte tranen. Nu ben ik echt bezorgd. Elan huilt nooit, hij houdt zich altijd sterk tegenover mij. Ik verstrakt mijn greep en begin met een hand door zijn haar te strelen, zoals mama dat vroeger deed als we verdrietig waren.
Elan had dit ook door en zijn gesnik ging over in lange uithalen, hij wilde me wegduwen maar ik weigerde los te laten, zelfs al was hij vijftig keer sterker dan ik.
Zo stonden we daar, Elan gebroken en ik verward. Het verdriet kwam in vlagen, iedere keer als het leek af te nemen, werd et weer erger. Hij had ondertussen zoveel gehuild dat hij begint te hoesten. Ik laat hem los en mijn hand pakt de zijne. Onder mijn begeleiding zet hij zich op de bank waarna ik snel een glas water voor hem pak.
‘Wat is er aan de hand?’ Mijn toon klinkt smekend. Zijn ogen blikken twijfelend in de mijne. Ze lijken iets te zoeken, te zoeken of onze vertrouwensband nog te vinden is. Mijn overtuiging haalt hem over. Hij zucht diep, schraapt zijn keel en begint.
‘Ik heb Mara verteld wat ik, wat wij, zijn...'j
Reageer (2)
Snel verder!!_O_luf your story_O_
1 decennium geledenSnel verder!
1 decennium geleden