Hoofdstuk 3: De eerste schooldag
Ik ben de hele week naar mijn gewone school gegaan en ik had afgesproken dat ik in het weekend samen met Christine naar de toverschool zou gaan en die dag was vandaag. Ik had met haar afgesproken dat zij om half tien bij mij voor de deur stond. Ik had het hele verhaal al aan mijn ouders verteld en ze konden het wel begrijpen. Ik was zo verbaasd dat ze het begrepen, maar ergens was ik ook weer heel erg blij. Ik had alle spullen al ingepakt die ik nodig had voor de school en die ik samen met Christine had gekocht. Mijn koffer stond klaar in de hal en ik had mijn schoenen en jas al aan. Ik zat boven nog in mijn kamer waar ik uitzicht had op de straat voor ons huis. Met mijn toverstok in mijn hand en mijn uil op mijn schouder was ik een beetje aan het tover, in ieder geval wat ik er van kon. Ineens werd er aan gebeld. Ik rende de trap af naar beneden en deed de deur open. Daar stond Christine en ik vroeg of ze binnen wou komen. Ze liep naar binnen de huiskamer in en stelde zich voor aan mijn ouders. Ze liep met haar eigen koffers de tuin in en ik zette mijn koffer erbij. Hoe gaan we erheen, vroeg ik. Ze lachte en zei: Met magie, als je kunt toveren moet je er ook gebruik van maken. Ze pakte haar toverstok en tijdens dat ik mijn ouders gedag zei zwaaide ze met haar stok en zei ze een spreuk. Ik pakte haar arm en ik weet niet wat er gebeurde, maar ineens stonden we op het treinstation. Er stond een gigantische trein waar op stond: Machische treinrail. Ik vond het wel grappig overal liepen kinderen met dezelfde kleren als mij en Christine. De ene had een groen plaatje en de ander had weer een rode, ik zag wel vier verschillende kleuren. Christine had een rood plaatje, maar ik durfde niet te vragen waarvoor het was.
We zaten in de trein en volgens Christine waren we al halverwege. Ik was echt benieuwd hoe de school er uit zou zien. De reis zou nog een uur duren en Christine rade me aan om even te gaan slapen. Ben je gek, zei ik, Ik wil niks van de reis missen. Christine lachte en draaide zich om. Ik bleef maar uit het raam kijken en het werd al donker buiten. Na ongeveer een uur en een kwartier kwamen we aan bij het eindstation. Ik stapte samen met Christine uit en onze bagage werd in een andere kar mee genomen. We liepen met zijn alle naar de school wat wel een heel groot kasteel leek, ik kon mijn ogen niet geloven. Toen we eenmaal bij de poort stonden moesten de nieuwe naar links en de kinderen de al op school zaten moesten rechtdoor. We liepen achter een oude vrouw aan naar binnen tot we voor een grote deur stonden. Ze vertelde iets over een pratende hoed, ik had echt nooit gedacht dat tovenarij zo ver kon komen. Toen de deuren open gingen moesten we in een grote groep naar binnen lopen. Binnen waren vier hele lange tafels met boven de eerste tafel groene vlaggen waar op stond Zwadderig. Boven de tweede tafel hingen gele vlaggen waar op stond Ravenklauwen, boven de derde tafel hingen rode vlaggen met Grifoendor erop en boven de vierde tafel hingen grijze vlaggen met Huffelpuff erop. We liepen door tot we voor een kleine trap stonden en daarboven stond een krukje. Omstebeurt werd er een naam van een nieuweling geroepenen die moest gaan zitten op het krukje. Telkens als je zat kreeg je de pratende hoed op je hoofd en die beslist bij welke groep je hoort. Toen ik aan de beurt was keek ik naar Christine en die zat bij Grifoendor. Ik hoopte dat de hoed me daar bij zou zetten en na 5 seconden had ik me zin. De hoed riep Grifoendor. Ik was dol gelukkig en rende naar Christine toe om naast haar te zitten ze stelde me meteen voor aan de rest van de tafel. Ik begreep nu ook waar die verschillende kleuren voor waren.
Er zijn nog geen reacties.