3.time goes faster
Als ik al dacht dat het niet erger kon , begon het ook nog een te regenen. Snel rende ik door het bos naar de plek waar ik mijn fiets had achter gelaten. Ik pakte mijn oude mobiel en zag dat ik een smsje had gekregen van Max.
Hoi rose!
Waar was je nou ???
Is het goed dat ik straks naar je toe kom.?
Kus Max.
Ik smste terug dat het vandaag niet kon en fietste snel naar huis. Ik had geen zin in gezelschap en wou gewoon even alleen zijn. Toen ik thuis was vond ik een briefje op de eettafel dat mijn ouders weg waren. Heerlijk dacht ik en ging naar boven om de douche aan te zetten. Het water was erg warm en ik genoot er echt van. Ik zette net de douche uit toen ik iets hoorde in mijn kamer. Snel trok ik eerst mijn kleding aan en ik hoorde nog steeds vreemde geluiden uit mijn kamer komen. Ik liep er langzaam naartoe en deed de deur een stukje open, Vergeleke met dit was de rest van de dag nog best normaal geweest. Overal in mijn kamer lagen memoblaadjes met de datum 13 november 2009.
Snel propte ik alle papiertjes in de prullenbak zodat mijn ouders niks zouden vinden en ging nog maar een keer douchen. Daarna ging ik zo snel mogelijk in bed liggen en probeerde deze hele dag te vergeten.
Snel glipte ik tussen de bomen door steeds verder het bos in. ik rende zo hard ik kon weg van waar ik bang voor was. Ik schuilde achter een boom en kwam weer op adem. Ik keek omhoog recht in twee rode ogen.........
Helemaal nat van het zweet werd ik wakker en gelukkig was het weer een droom gehad. Ik had deze droom elke avond gehad en elke dag werd ik gestalkt met briefjes met 13 november. Vandaag was het zover en ik wist niet wat me te wachten stond. Morgen was het eindelijk weekend en waarschijnlijk zou ik ook weer goed kunnen slapen. Ik stapte uit bed en deed de dingen die ik s’ochtends altijd deed. Er gebeurde niks vreemds er daar was ik wel blij om. Op een rustig tempo fietste ik naar school maar ik had het gevoel dat ik bekeken werd door iemand. Ik begon harder te fiesten en ik wou zo snel mogelijk op school zijn. Ik fietste nog harder maar het leek wel of ik niet verder kwam. Ik fietste nog steeds op het bospad en er was helemaal niemand. Bij de gedachte dat er niemand was werd ik bang. Ik begon te gillen maar er kwam geen geluid uit mijn keel. Ik probeerde mijn mobieltje uit mijn zak te pakken maar die lag nog thuis. Op dat moment sprong er iemand uit de bosjes en keek me doordringend aan. Ik probeerde iets tegen hem te zeggen maar op dat moment werd ik tegen de grond geslagen en zag een verblindend wit licht.
Reageer (2)
Snel verder!
1 decennium geledenHet lijkt me een leuk verhaal!
ben benieuwd waar dit naar toe gaat(Y)
1 decennium geleden