Oké, dan. Ik heb drie dingen te vertellen: één: ik ben verliefd, twee: ik ben verliefd op een onmenselijke mooie jongen, drie: ik zal erachter komen wat hij te verbergen heeft. Ik was slechts een brugklasser en hij was een derdejaars ofzo. Ik wist het niet. Maar dit is dus het verhaal achter iets met de naam Liefde.
Ik liep over het plein toen ik hem zag staan. Hij stond met een meisje te praten en ze leken veel plezier te hebben. Ik vroeg me af waar ze over praatten. Ik hoorde dat iemand mijn naam riep en ik draaide me om. Ik zag dat het Tess was, mijn beste vriendin. Ik liep naar haar toe en draaide me nog één keer om. Ik keek recht in zijn ogen en bleef staan.
‘Claire,’ riep Tess weer. Ik liep naar haar toe terwijl ik dacht aan zijn ogen, zijn gezicht en eigenlijk gewoon aan… hem. Tess merkte dat ik afgeleid was en werd nieuwsgierig waarom. Ik zei dat ik me niet goed voelde en ik voelde me meteen weer slechter omdat ik loog tegen mijn beste vriendin. Ik hoorde de zoemer gaan en liep naar de les. Het was maandag het eerste uur, levensbeschouwing dus, al noem ik het saaiste vak ter wereld liever levensverzouwing, duh.
Toen ik na levensverzouwing en tekenen (waar ik trouwens best goed in was een ramp in was) pauze had wist ik dat Tess vragen zou gaan stellen dus ik vroeg aan een paar klasgenoten of ik erbij mocht komen. Diep in mijn hart wist ik dat ik Tess niet eeuwig kon ontlopen maar ik kon beter zo lang mogelijk uit haar buurt te blijven. Het derde uur had ik mentoruur en ik wist wat ik zou doen.
De zoemer ging en ik liep naar mijn les. Toen ik aankwam begon ik te hoesten. Mijn mentor was zo’n zorgzaam, alles gelovend type, en dat kwam erg goed uit nu. ‘Claire, voel je je wel goed?’ vroeg ze. Ik zag Tess naar binnen lopen en vroeg of ik naar huis mocht waarop m’n mentor antwoorde dat dat natuurlijk geen probleem was. Terwijl ik naar het leerlingenloket liep om me af te melden zag ik iets voorbij flitsen, ik was ‘ziek’ dus ik besteedde er niet veel aandacht aan en toen ik eindelijk thuis was, was ik die flits allang vergeten.
Toen ik thuis zat begon ik na te denken, dat kwam door levensbeschouwing, ik haatte dat vak maar het zette me wel altijd aan het denken. Ik zou er achter komen wie hij was, maar pas later kwam ik erachter dat het beter was om niet over hem te weten.
De volgende dag fietste ik naar school, de frisse lucht deed me goed en ik kon weer nadenken. Ik hoopte de mysterieuze jongen te zien zodat ik met hem kon praten. Ik zou ook weer bij mijn klasgenoten gaan zitten die toevallig de roddeltantes van de school waren. Ik zou ze vragen of er een nieuwe jongen op school was gekomen, ik wilde alles van hem weten. Ik kwam aan op school, zette mijn fiets in de stalling en liep naar mijn lokker. Ik had net mijn boeken in mijn lokker gedaan toen Lissa, een van mijn klasgenoten aan kwam lopen: ‘Raad eens,’ zei ze enthousiast, ‘we krijgen een nieuwe klasgenoot.’ Ik keek haar aan en zei: ‘Vertel.’ Dit was genoeg voor een tien minuten durend verhaal waar ik verder geen aandeel in had. Lissa en ik besloten naast elkaar te gaan zitten bij Tekenen en ze bleef vertellen over de nieuwe jongen die vanaf morgen bij ons in de klas zou zitten: zijn naam was Ky, hij kwam uit Engeland en hij was schijnbaar gisteren al op school geweest om met onze mentor te praten en hij was er vandaag om kennis met ons te maken tijdens het laatste uur vandaag: Engels, duh. Ik werd afgeleid toen de deur open ging en onze mentor, die trouwens mevrouw Toorns heette, binnen kwam lopen. Achter het raam stond de jongen die ik gisteren voor het eerst had gezien. Onze blikken kruisten elkaar maar Lissa haalde me uit mijn trance en ik vroeg aan haar: ‘Is deze Ky nu ook al op school?’ Lissa knikte.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen