Foto bij Hoofdstuk 3

Die zaterdag was mijn eerste werkdag. Het was geweldig. ’s Ochtends waren er gelijk al allemaal mensen. Ik was prima op tijd geweest. Vandaag zou ik helpen in de kelder. Hier stonden de kinderboeken, taalgidsen en studieboeken. Janet, een vrouw van rond de vijfentwintig vertelde mij waar alles lag. Ze had lang blond haar en lieve bruine ogen. Ze leek heel aardig, hopelijk konden we het een beetje goed vinden samen. Als eerste moest ik de teruggebrachte boeken in de rekken zetten, dit was saai werk. Maar gelukkig duurde het niet zo lang. Na de middag mocht ik aan de balie mensen helpen. Dit vond ik heel leuk. Er kwamen verschillende ouders die wilden weten wat hun kind leuk zou vinden om te lezen. Ook waren er een aantal buitenlandse studenten geweest die vroegen waar de studieboeken lagen. Tussendoor zocht ik naar boeken voor mezelf of las ik delen uit een boek. De tijd was voorbij voordat ik het doorhad. Ik keek terug op een zeer geslaagde dag.

Toen de bibliotheek om vijf uur sloot, liep ik samen met Janet naar buiten. Janet woonde in de stad. Bijna naast de bibliotheek, dus namen we al snel afscheid. Even later stond ik bij de bushalte te wachten, toen er een kleine jongen langsfietste. Hij viel mij op omdat hij rondkeek alsof hij er nog nooit was geweest. Hij begroette iedereen die hij tegenkwam. Wat hij zei verstond ik niet. Waarschijnlijk kwam hij uit een ver land. Hij keek mij lang en onderzoekend aan. Ik wou bijna mijn gezicht afwenden. Het was niet fijn als iemand je zo lang aankeek. Maar gelukkig fietste hij door. Ik keek hem na. Het was alsof hij het voelde want hij keek nogmaals om en stak zijn hand op. Ik betrapte mezelf erop dat een brede glimlach op mijn gezicht had. Misschien was de bibliotheek niet het enige leuke in de stad.

De zaterdag daarna zat ik weer met Janet in de kelder. Meneer Lamers die ook bij het sollicitatiegesprek aanwezig was had verteld dat dit voor mij de handigste plek was om te werken omdat hier veel kinderen en jonge mensen waren. Aangezien ik veel van die boeken net had gelezen en er veel over kon vertellen vond ik dat prima. Ik had de dag gevuld met boeken terugzetten en ik heb twee basisschooldocenten geholpen met het uitzoeken van leuke boeken voor in de klas. Hopelijk kon dit de leerlingen meer motiveren om te lezen hadden ze gezegd. Natuurlijk deed ik extra m’n best. Ik was beleefd en wees de juiste boeken aan. De docenten waren lang bezig geweest met alle boeken die ik had uitgezocht door te nemen maar ze waren zeer tevreden. Ik was net bezig met een aantal studieboeken terugzetten toen ik een vreemde taal hoorde. Het geluid kwam vanuit de rij naast de mijne. Voorzichtig keek ik langs de boeken naar het andere pad. Ik zag twee jongens. De ene had bruin haar en droeg een baseball jack. Hij was lang en gespierd. De andere had een zwart haar. Ik had ze nog nooit eerder gezien. Vanuit wat ik kon horen dacht ik dat ze Spaans spraken. Ik sprak geen woord Spaans maar kon de klank wel herkennen. Ik bleef een tijdje staan luisteren. Ze stonden allebei met hun rug naar mij toe maar ik verstond het toch niet. De jongen met het zwarte haar had een lage stem, het was bijna brommerig. De blanke jongen had veel minder gezegd. Ik kon zijn stem moeilijk beschrijven. De blanke jongen draaide zich om. Snel liep ik verder. Waar was ik mee bezig? Ohja, de boeken terugzetten. Ik zette snel maar zorgvuldig alle boeken terug en liep weer naar mijn bureau.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen