Prologue.

"Paul, kom van die bank af," mopperde de stem van Sam, die net binnen kwam lopen.
Ik lag languit op de zwartleren bank met in mijn ene hand een zak doritos chips en in de andere de afstandsbediening van de televisie.
"We moeten praten, met de hele roedel."
Dit keer lukte het wel voor Sam om mijn aandacht te krijgen. Ik ging rechtop zitten en keek hem nieuwsgierig aan.
"Er is een nieuwe Cullen bij," begon Sam.
"En wat is het probleem?" Natuurlijk had ik een hekel aan vampiers, maar ik zag er geen problemen in. De Cullens waren toch de goeden?
"Ze weet de regels niet, betreedt ons land en ze is niet zoals hen. Carlisle heeft Jake verteld dat hij er alles aan doet om haar zoals hen te krijgen. Tot dan houden we haar in de gaten."
"De volgende keer dat ze op ons land komt, is ze van mij," gromde ik.
"Carlisle heeft beloofd dat het niet meer zal gebeuren."
"En je gelooft die bloedzuiger?!" Ik sprong op van de bank.
Meerdere trillingen liepen door mijn ruggengraat.
"Rustig, Paul."
"Ik heb frisse lucht nodig." En met die woorden stormde ik naar buiten en rende de bossen in.
Ik deed de moeite niet om mijn kleren uit te doen voordat ik in een wolf veranderde, op dit moment kon het me allemaal niets schelen.
"Paul, schop geen scéne," zei de stem van Sam in mijn hoofd.
"Heeft ie alweer een aanval?" mompelde Leah.
Ik gromde.
"Ik ben zelf ook geen fan van de Cullens, maar laat dit gewoon... Ik heb echt geen zin in een gevecht," probeerde ze me te kalmeren.
Ik negeerde het en rende verder totdat ik die bekende geur rook, die verschrikkelijk vieze geur; vampier. De stem van Sam beval me om rustig te blijven. De snelle bewegingen van de vampier stopte en voor me verscheen een meisje; ze was prachtig.
"O nee he," stotterde Leah.