Agni Kai - 213
Langzaam kwam ik recht nadat het belsignaal gegaan was, maar Azlaï was nog trager. Nu moest ik er een einde aan maken, hem uitdagen, hem gek maken.
“Moe?”, riep ik hem toe. “Je zegt het maar hoor, dan weet ik hoeveel je nog aankan. Je hoeft niet te sterven van uitputting.” Grommend kwam hij recht. Kwaad stuurde hij vuur op me af. Ik ontweek en zette een stap achteruit. “Mispoes, kan je niet beter?” Hij schreeuwde het uit van woede. Weer een vlam. Weer ontweek ik, twee stappen achteruit. Langzaam maar zeker liep ik naar de tafel, hij dacht me in het nauw te drijven. Ik bleef hem bespotten en langzaam kreeg ik het publiek op mijn hand, ze wisten het, ik zou winnen, hun vuurheer maakte zichzelf compleet belachelijk.
Een vlam. Ik greep een worstje van tafel, ontweek en hield het worstje in de vlam.
“Lekker, ook een hapje?”, pestte ik. Ik nam zelf een hap en gooide het hem toe. Dat was de druppel. Hij stuurde een bliksem op me af. Maar voor die me bereikte, voor die ook maar in mijn buurt kwam, zakte hij uitgeput neer op de grond. Hij kon niet meer, de overwinning lag binnen handbereik.
Ik liep een eindje van hem weg, en ging kalm op de grond zitten. Kleermakerszit, handen in mijn schoot, maar mijn blik strak op hem gericht. Hij schoot vlammen af in alle richtingen, maar slaagde er niet in ze in mijn buurt te laten komen, laat staan me te raken. Ik liet hem begaan, hij zou vanzelf wel ophouden.
Nog zeker een uur verzette hij zich. Nog zeker een uur stuurde hij vlammen en bliksem weg, maar hij raakte me niet. Nog zeker een uur wilde hij zijn nederlaag niet toegeven. En ik wachtte geduldig. Na al die jaren in de waterstam, kon die paar uur extra voor ik hen zou bevrijden er nog wel bij. Ik keek naar de lucht, het was donker en toortsen verlichtten de arena en tribunes. En het was volle maan, de dag van de overwinning voor de waterstam.
Uiteindelijk kon Azlaï zich niet meer recht houden, niet eens zitten. Hij lag plat op de grond, ogen gesloten. Voorzichtig liep ik naar hem toe. Hij was bewusteloos. Kalm liep ik weer een eind weg, ik moest fris zijn, sterker dan nu, niet zo uitgeput, voor ik hem zijn vuursturen ontnam. Want het was gevaarlijk, te gevaarlijk om het slaperig te doen.
Reageer (2)
Wow Love it!!!
1 decennium geledenSnel verder! <3
1 decennium geleden